GR7: 2012 (Villefort – Le Vigan)

Schema

Datumvannaarvertrekaankomsttot.tijdpauzeslooptijdaant.km

18-08-2012Villefort-SNCF (GR72)Mas de la Barque-GdE10:5718:1007:1303:0704:0614,1

19-08-2012Mas de la Barque-GdEPont-de-Montvert09:0215:0706:0502:2103:4417,1

20-08-2012Pont-de-Montvert-GcomMijavos-GdE07:1615:0007:4403:4503:5915,3

21-08-2012Mijavos-GdEl'Hospitalet-GdE08:0615:0607:0002:3704:2320,9

22-08-2012l'Hospitalet-GdEAire de Cote-GdE08:1714:4006:2302:3203:5118,1

23-08-2012Aire de Cote-GdEl'Espérou-hotel07:5513:3405:3901:5803:4114,3

24-08-2012l'Espérou-hotelle Vigan-OdT07:0014:3007:3002:0605:2419,9

 

 

 

< 18-08-2012 >       < 19-08-2012 >       < 20-08-2012 >       < 21-08-2012 > 

 

 

 

 

< 22-08-2012 >       < 23-08-2012 >       < 24-08-2012 >      

 

 

 

 

Inleiding:

Na de blessure(s) die ik op (en/of tengevolge van) het Domela-pad opliep, was het tijdenlang slechts mogelijk om wat “therapeutisch” te lopen. Na een fietsvakantie naar en in Friesland, probeerde ik raad te vinden bij huisarts en/of podoloog. Alle Noordhollandse podologen (b)leken op vakantie, net als onze huisarts. De vraag was: is het verstandig om drie weken over de GR7 te lopen. Een test in de duinen van 15km was goed verlopen.

Wel, we trokken er dus op uit: vliegend van Rotterdam-Airport naar het vliegveld van Montpellier, om met de bus naar het centrum van die stad te gaan. Het lopen daar viel mij niet mee; ook al omdat ik de afstand tussen de halte en ons hotel (d'Angleterre) ...

... volkomen verkeerd had ingeschat (bijna 2km). Wat deed ik hier?? Wel, in ieder geval was Mozes speciaal uit Rome overgekomen, om een oogje in het zeil te houden, een beetje op mij te letten.

Toch, later, maar voorzichtig een klein rondje stad gemaakt (toch nog 2½km), onder andere om te weten hoe laat we waar op het station moesten zijn om een enkeltje Villefort aan te schaffen.

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Zaterdag, 18-08 (14,1km; Villefort-SNCF - Mas de la Barque-GdE; DP € 74.=)

Zonder ontbijt dus snel naar het station. Daar bleek dat we helemaal niet om 7:24h met de trein naar Villefort konden, maar eerst met de trein naar Nîmes gingen, om vandaar over te stappen op de bus. Waar dat precies moest gebeuren, werd ons pas laat, maar gelukkig op tijd, voldoende duidelijk. Al met al konden we pas een uur later (nl. 10:57h) met lopen starten dan ik had gehoopt.

In 1995 waren we op een groepsreis al eens in de Cevennes geweest en ik had geprobeerd onze route zoveel mogelijk overeen te laten zijn met dat wat we toen gelopen hadden.

Vanuit het station van Villefort, had ik thuis ontdekt, liep een wegje omhoog naar de Crête. Het kostte enige tijd om het begin daarvan te vinden. Toen bleek dat we daarbij over privé-grond (van een apartementencomplex) moesten gaan. Toevallig liepen we tegen de eigenaar aan; die ons zonder problemen toestemming gaf om, net als zijn gasten/cliënten van dat wegje/pad gebruik te maken. Na verloop van tijd kwamen we op de eerder gelopen route: van links kwam de GR72/68 bij. Ik kon mij inderdaad nog herinneren hoe wij 17 jaar terug verrast waren over de enorme stijging die er toen voor ons lag. En nu weer: we gingen binnen een uur van iets meer dan 600 tot bijna 1000m omhoog, in één ononderbroken klim en onder een hoek van 45°.

Jacomine had het nogal moeilijk met die warmte, vandaar dat we meer dan 1¾h nodig hadden om dat punt te bereiken. Daarna was het “leed” nog niet geleden: in nog eens bijna 2½ uur klommen we door naar 1466m.

Hoe bracht ik het er ondertussen vanaf? Wel, dat ging wel aardig. Misschien ook niet zo gek als je je realiseert dat ik thuis bij het traplopen ook maar weinig problemen had gehad. Ik hooefde niet te proberen “symmetrisch” te lopen en het was gemakkelijker dan op een vlakke ondergrond om te voorkomen dat de voet naar binnen”viel”.

Na zo’n 3½ uur lopen was het mij inmiddels ook wel genoeg geweest en toen we om 18:10h bij Mas de la Barque aankwamen, konden we ons gelukkig meteen inrichten ...

... in de gîte; kamer Bayard. Ik had deze overnachting (overigens met enig heen en weer gemail) al vanachter de PC geregeld.

Mas de la Barque is een soort vakantiekolonie vanwaaruit je een aantal dingen (onder begeleiding) kunt doen. Voor het bijbehorende PR-praatje werden we ook uitgenodigd. Vanwege de kastanjelikeur gaven we ook even acte de présence, maar de likeur viel tegen.

We waren deze dag 7:13h onderweg geweest, waarvan we daadwerkelijk 4:04h gelopen hadden (en dus meer dan 3 uur rust nosdig hadden gehad). In die tijs liepen we 14,1km; 3,5km/h. In het totaal waren we 932m omhoog gegaan en, tussen nog zo’n 127m omlaag.

We dachten dat we enigen waren in de GdE, maar dat bleek niet helemaal waar. Wel waren de volgende ochtend als eersten bij het (eenvoudige) PD.

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Zondag, 19-08 (16,6km; Mas de la Barque-GdE - Pont-de-Mont-Vert-GîteCom; € 24,50)

Vandaag een relatief rustige dag met slechts 182m aan stijging en (aan het eind vooral) 707m omlaag met in totaal 16,6km. We liepen in WZW-richting naar Pont-de-MontVert, langs de oude Pont-Romain (Tot daar was het vanaf Villefort de 1995-route) We liepen een tijdlang langs de bovenloop van de Tarn en zouden bij de Pont de GR7 kruisen.

Ik wist dat er in de gîte du Chastel/l’Hermet geen plaats was, maar rekende erop dat drie hotels (en gîte communal) wel een slaapplaats konden leveren.

Het was natuurlijk heerlijk te weten dat je al eens eerder een bepaald stuk gelopen hebt, maar we hadden er toch geen duidelijke herinnering meer aan; alleen dat het indertijd warm, heel warm was. Er waren momenten van ruim 40° in de schaduw; reden om ’s ochtends zo snel mogelijk de bergen in te trekken en er ’s middags pas na drieën weer uit te komen. Nù was de temperaturen gunstiger.

Na 5½ km passeerden we de Pont Romain (die nu op de bordjes Port Ancien heette; toch nieuwe feiten ontdekt?)

 De Tarn ...

 ... waar we een stukje langs lopen

Het laatste stuk voor Pont-de-MontVert moesten we even naar de weg om vervolgens weer via een schitterend dal op het stadje aan te lopen. Hoe dat laatste stukje moest, was ons niet helemaal duidelijk en we hebben hier dan ook wat geklooid.

Tenslotte waren we er en was er een zweem van herinneringen van 17 jaar terug. We gingen op zoek naar overnachting: L’Auberge des Cevennes, La Troute Enchantée en, tenslotte, Les Sources du Tarn . Wat een misrekening, zeg eigenlijk maar: gewoon een enorme blunder; wie gaat er nu in augustus in de Cevennes trekken zonder gereserveerd te hebben? Alle drie de hotels bleken vol; in het totaal 37 kamers. Wat nu? De OdT was dicht en bij de mairie werd de telefoon (natuurlijk) niet opgenomen.

Toen ontdekte ik dat de mairie open was i.v.m. verkiezingen. De (jonge) mensen die daar e.e.a. in goede banen moesten leiden, waren ons behulpzaam: de gîte communal was nu niet bemand, maar je kon erin als je de code had. Daarvoor moest je bellen. Dat deed men voor ons, maar er werd (tant pis) niet opgenomen; het bleek het nummer van de mairie te zijn.

Goede raad werd beleidelijkaan duur. Het werd tijd voor een pilsje. De plaatselijk Tabac had al gemeld dat er op zondag geen busdienst met de omgeving werd onderhouden en nee, zij wisten het (bruikbare) nummer voor de gîte communal ook niet, noch de code. We begonnen serieus over een taxi na te denken

Op dat terras kreeg ik het idee om bij het naastliggend café “Le Commerce” naar een kamer te vragen. Natuurlijk hadden ze die niet, maar ik kon toch de gîte communal bellen? En ik kreeg het nummer, waarvan ik wist dat het niet werkte. Mijn vraag was dus of zij de code dan kenden?

Maar die was, zei men, helemaal niet nodig. Om 16:00h ging hij open. Nou, dat bleek niet waar te zijn, maar toen we voor de deur stonden bleek dat men hem op 16:30h zou gaan opengooien. En toen men dat deed, bleek er ... plaats voor ons te zijn.

De Gîte communal

Later bleek dat er zich voldoende trekkers (lopers èn fietsers) meldden om twee dortoirs ongeveer half te vullen.

Nu zal men zich misschien afvragen waarom we niet meteen naar deze gîte waren gelopen. Wel, dat was omdat hij bergop op enige afstand van het dorp lag en ik ook nog eens problemen met mijn voet begon te krijgen: asfalt was zo goed als dodelijk: ik liep asymmetisch (met een stijve knie), de voet “viel” naar binnen en het geheel werd pijnlijk. Later in de middag aten we in het dorp een pizza. Die nacht werd ik niet een beetje misselijk. Tot twee keer toe moest ik “spuien”. Gelukkig wist ik in beide gevallen op tijd het toilet te bereiken. Dat was geen sinecure: we sliepen, met een aantal anderen, in een dortoir.

Jacomine, na wakker te zijn geworden van mijn gespook, verstrekte me een maagtablet. Halfzittend ben ik in slaap gevallen en ..

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Maandag, 20-08 (14,8km; Pont-de-Mont-Vert - Mijavos-GdE; DP € 70.=)

.. was ik deze ochtend weer helemaal op orde; hoewel natuurlijk wel erg leeg. Na het vullen van de rugzakken gingen we naar “Le Commerce” om nog eens te bedanken voor de info van gister èn voor een (simpel) ontbijt.

We gingen al om 7:54h op pad, Het was nu de bedoeling om naar “l’Espace Stevenson” te lopen; hiervoor moesten we de Crête van de Montagne du Bougès over en we gingen dan ook meteen omhoog, in m.o.m. zuidelijke richting waarbij we een tijdlang een schitterend uitzicht op het onder ons liggende Pont-de-MontVert hadden.

Wat later kwamen we bij een groot aantal grote steenmannen, hoewel .. het aantal dat we bij Refuge PP op de GR55 hadden gezien (natuurlijk) niet gehaald werd.

Ons pad ging nu verder door en langs schitterende heidevelden.

Bij de Col du Bougès vroeg Jacomine of het niet verstandig was te bellen of de gîte plaats had. Een uitzonderlijk verzoek, meestal maakt ze zich daar niet zoveel zorgen over. Het leek mij niet zo nodig; we zaten nu buiten het weekend en “Stevenson” had ruimte voor ongeveer 75 personen, maar ... nou ja, vooruit dan maar. (Het was tegen elven, we hadden 2 uur gelopen en waren inmiddels 454m omhoog (en 133m omlaag) gegaan.)

Het antwoord op mijn telefonisch gestelde vraag was simpel: “completement complet”. Wat nu?

Uit de gîte communal had ik een foldertje over het Chemin de Stevenson meegenomen. Dat pad zouden we zo kruisen. Lag daar een gîte op bereikbare afstand, had ik daar een telefoonnummer van. Hadden zij plaats? De drie antwoorden waren: “Ja”.

En zo sloegen we rechtsaf, het Chemin de Stevenson op (de GR70 en teven de GR68). We bleven zo op de route van 17 jaar terug. Niet dat we ons daar veel van konden herinneren overigens. Prompt gaf mijn GPS aan dat hij vol was. Ik was vergeten hem ééns in de 6 à 8 seconden te laten sampelen. Gelukkig hadden we sinds kort een reserve, met een volle accu.

Op gegeven moment moesten we de (beboste) crête af, grofweg in ZW-richting. Na heel wat geslinger kwam het plaatsje Mijavos in zicht en daarna al snel de rustiek-ogende gîte. Of je je maar in het dorp wilde aanmelden.

Jacomine bleef bij de rugzakken en ik liep door, waarbij ik dorpelingen nodig had om de eigenares te vinden. Dat wil zeggen: de plaats waar ze woonde, want er werd niet gereageerd op mijn kloppen.

Terugkerend besloten we de gîte binnen te gaan.

... en ons vast te installeren in het dortoir. Later heb ik mij alsnog aangemeld en hebben we in de woning, samen met een Frans stel en een gezin dat met een ezel rondtrok, het repas aangeboden gekregen.

De gesprek verliep voornamelijk tussen de Fransen. M.n. de eigenares vond het maar moeilijk om met buitenlanders van gedachten te wisselen. Nu was dat ook wel een beetje lastig, want zelfs de andere Fransen hadden van tijd tot tijd moeite haar dialect te volgen. De taakverdeling in het huishouden was duidelijk: de eigenares voerde het woord en haar twee aangenomen (Afrikaanse) kinderen voerden haar opdrachten rond de bediening uit; het maakte geen prettige indruk.

Deze dag hadden we in ruim 7 uur 14,8km gelopen; in die periode waren bijna 4 uur echt actief geweest. We waren 722m omhoog en 690m omlaag gegaan. Mijn voet had zich alleraardigst gehouden.

 

 

< Terug >

 

 

 

Dinsdag, 21-08 (20.9km; Mijavos-GdE - l'Hospitalet-Vébron-GdE; DP [incl.picnic] € 76.=)

Na het ontbijt gingen we snel op stap, maar gelukkig niet zo snel dat we de jonge dame misten die ons meldde dat er een alleraardigst pad naar St.Julian-d’Arpaon liep, waarbij de (cantonale) weg te mijden was. Het was inderdaad een schitterend pad.

We waren op weg naar l’Hospital, een gîte die ik gister al gebeld had (eigenlijk drie keer, want de verbinding viel steeds weg), omdat er anders niets op had gezeten dan naar Florac te lopen. Nu echter moesten we eerst het dal in, waar de Mimiente stroomde, over een heuvelrug te komen ...

Een terugblik op de helling met Mijavos

En dan (weer) een aantal heidevelden

... en bijna bij de weg, bij St.Jean-de-Arpaon

 ... en de onvermijdelijke brug

... om daarna via de GR42 op de Corniche des Cevennes te komen. We zouden daarbij twee Cols passeren: de Col du Rey en de Col des Faïses. Op dat punt zouden we dan eindelijk op de GR7 komen en bovendien weer terug op de door mij thuis geplande route.

Alles verliep zoals gepland. Jammer was dat we bij de brug over de Mimiente, anders dan de bordjes gesuggereerden, geen koffietentje aantroffen; dan maar een “gewone” korte stop. Aan de andere kant van de N-106 liep het pad slingerend weer omhoog. We hadden een tijdlang markering, maar ik wist dat we daar ergens vanaf moesten, maar ... niet waar!

Dat kostte enige moeite (en wat omlopen) maar tenslotte waren we boven op de heuvelrug en kregen we een breder, naar het zuiden lopend pad ...

... en daarna de genoemde collen.

Vervelend was dat het laatste stuk over de geasfalteerde D-9 ging. Waar mogelijk probeerde ik door het gras, of eventueel op het meest linker, schuin weglopende deel van deze weg te lopen, maar het sloopte me.

Tenslotte kwamen we bij l’Hospitalet aan: de gîte!

We werden hartelijk ontvangen, konden een chambre à demi-pension krijgen. Daarna zag de wereld er weer een stuk vriendelijker uit en name we de tijd in de omgeving een beetje rond te kijken.

Achter de stallen bleek een rotsblok te staan waar op 24 september 1689 een aantal dominees hun streekbewoners (Cevenols) had opgeroepen zich te verzetten (eventueel gewapender hand) tegen de gevolgen van het herroepen van het Edict van Nantes.

Even verderop stond een merkwaardige hondekop-rots ...

... en langs de weg zou nog een GdE (van M. & Mme Pin) zijn. Gelet op de staat van de woning leek het mij onwaarschijnlijk dat je daar terecht kunt. Even verder was nog een dito Hotel-Bar-Restaurant.

We hadden deze dag 20,9km gelopen, waarbij we 539m omhoog en 451m omlaag waren gegaan, vooral het dal van de Mimiente in en uit. We waren zo’n 7 uur onderweg geweest, ruim 2½ uur rust; al met al nog een gemiddelde snelheid van 4,8 km.

’s Middags probeerde ik ons volgende doel te bereiken (telefonisch dan): de GdE Aire de Côté. Maar wat ik ook probeerde: of ik kreeg een antwoordapparaat of de melding dat het nummer “disponible” was.

M.b.v. een foldertje in de algemene ruimte probeerde ik nu via de OdT van Florac Valleraugue te bereiken. Zij verwezen mij door naar N.D de la Rouvière, waarvan ze overigens geen telefoonnummer hadden. Die plaats lag echter buiten ons dag-bereik (het was ruim 15km voorbij Aire de Côté), dus legde ik het probleem voor aan de gîte-eigenares en het Franse stel dat inmiddels gearriveerd was. Natuurlijk wilden ze eerst nog wel eens even Aire de Côté bellen, maar hadden evenveel succes als ik had gehad. Na onderling beraad meenden zij dat we het er zonder problemen konden proberen: Aire de Côté was groot. Ja, maar dat was “Stevenson” ook.

Toch besloten we het te doen. Als het fout ging, waren er altjd nog de drie gîtes rond Valleraugue en waarschijnlijk ook een bus.

 

 

< Terug >

 

 

 

Woensdag, 22-08 (18,1km; l'Hospitalet-GdE - Aire de Côté-GdE; DP € 66.=)

We gingen vandaag verder op de GR7/67/Tour des Cevennes; een schitterende route. Het eerste deel was echter voor mij niet zo geschikt: het pad bestond uit grote (en later kleinere) steenbrokken.

Later, toen het grassiger werd ging het me wat beter af, maar de “fleur” raakte toch wel een beetje op en de laatste kilometers sleepte ik mij echt (nee: hinkte ik) naar Aire de Côté. Als er daar geen plaats voor ons was, hadden we echt een probleem.

Onderweg liepen we eerst over een schitterende heuvelrug,

Een terugblik

maar raakten op gegeven moment van de route en maakten daar een ingewikkelde omweg (in tijd, niet in km’s) door een naaldbomenaanplant. Daarna, op de grens van Gard en Lozère, gingen we verder door een fraai bos. We bleven op hoogte. Deze dag zijn we maar 383m omhoog en 320m omlaag gegaan. We waren bijna 6½ uur onderweg geweest, waarvan we iets minder dan 4 uur gelopen hadden.

Uit dit laatste blijkt natuurlijk dat men in de gîte ...

... plaats voor ons had; een mooie kamer (l’Aigle Royal; de Steenarend).

De pils smaakte ons hier nu wel lekker en het repas was helemaal goed, evenals de bedden.

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Donderdag, 23-08 (14,3km; Aire de Cote-GdE - l'Esperou-H-R “La Source”; DP [sans PD] € 93.=)

Vandaag zou een korte loopdag worden. Na een vlak stukje zouden we van ong. 1060m naar 1570m klimmen, de Mont Aigoual, het hoogste punt van de Cevennen. Daarna volgde de afdaling naar l’Esperou op 1230m.

Omhoog was het een prachtige tocht, met aan beide zijden van het pad scherpingesneden dalen.

Uiteindelijk, ruim een uur vòòr de top, verengde het pad zich en liep het, afwisselend links en rechts van ons, steil omlaag.

Om 10:23h kwam het bouwsel op de top van de Mont Aigoual in zicht en verbreedde het pad zich weer.

Een half uurtje later zaten we boven aan de cola met ... tarte de myrtille. Naast ons zaten al die anderen die naar boven waren gekomen, met de fiets of met de auto. Ik kreeg een Mont Ventoux-gevoel.

Hierna daalden we via een paadje af, tussen de diverse varianten van de D-269 en m.n. langs de grens van Lozère en Gard.

Bij Prat Peirot moesten we de D-239B op en over. Hier werd duidelijk dat we in een wintersportgebied waren.

Het tentje dat koffie beloofde, bleek gesloten te zijn; ze waren vast vergeten dat in de lente weg te halen. Hierna daalden we verder af naar l’Esperou, waar we de gîtes voorbij liepen, op zoek naar een hotel. Ik vond “La Source” een goed idee, Jacomine wat minder.

Toch namen we daar onze intrek; bij het middagtochtje een beter alternatief vindend, maar ja.... Het avondmaal viel ons ronduit tegen. Het ontbijt zou € 7.= p.p. kosten. Helaas, wij konden dat alleen carte bancaire betalen en hij had dààr de mogelijkheid niet voor.

We hadden vandaag maar 14,3km gelopen, in de loop van 5½ uur. In de praktijk liepen we in de periode bijna 3¾h en hadden dan ook een gemiddelde van 3,9 km gehaald. We waren 589m omhoog gegaan en 442m omlaag.

Vandaag waren we op de bonnefooi naar l’Esperou gelopen. Ik vertrouwde erop dat er voldoende mogelijkheden ter overnachting waren en/of een bus. L’Esperou is immers een belangrijke wintersportplaats. Dat was wel een beetje roekeloos: het is zomer in augustus en (b)leek in l’Esperou een soort zomerslaap te bestaan.

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

 

Vrijdag, 24-08 (19,9km; l'Esperou - le Vigan-OdT; (Camping La Parrot; € 38.=)

Twee verrassingen deze ochtend. De eerste kwam al vroeg: al vòòr half vijf: het regende; nee, het spoelde.

Ons hotel: regen èn mist

De tweede ontdekten we tegen zeven uur; het moment waarop we zouden vertrekken.

We konden dus geen petit-dejeuner gebruiken. En zie daar: de oude baas zat klaar om ons van een kop koffie te voorzien; “gratuit!!”

Eenmaal buiten bleek de regen veranderd in een miezer-mist. Naar het centrum van het dorp lopen was geen probleem, maar daarna moesten we ons oriënteren en dat was onder deze omstendigheden maar slecht mogelijk.

De kaarten en de Topo gaven aan dat we even buiten het dorp rechts van de D-548 af moesten. Die afslag zijn we niet tegengekomen en zo liepen we met enige onzekerheid (en dus veel vocht) over de Grande Draille.

Na bijna een uur bereikten we een paaltje met een stel merkjes, waaruit bleek dat we op de GR7/60 liepen en de GR71/66 kruisten. We hadden blijkbaar zonder het te weten een voor ons onbegrijpelijke route-omleiding gelopen.

Nu was dit een asfaltweg en ik was dus niet zo blij. Plotseling was Jacomine zoek. Ik keek over mijn door mistdruppels onbruikbare brilleglazen rond op zoek naar een levensteken van haar. Dàt kon ik nergens vinden en blies dan ook voluit op mijn noodfluit.

Na geruime tijd werd ze zichtbaar. Ze was, een merkje dat ik niet gezien had volgend, van de weg afgeslagen en al zover vooruit geweest dat ze het fluiten nauwelijks had gehoord, zich daarbij wel afvragend waar ik was.

Inmiddels alleen nog een beetje mistig

We hadden nu ons hoogste punt bereikt en zouden vandaag vooral omlaag gaan. (Om daar vast op vooruit te lopen: deze dag zijn we 443m omhoog gegaan [aan het begin èn aan het eind van de dag], en 1482m omlaag [waarvan het meeste de komende 2¾ uur].)

Het eerste deel was een mooi bospad, maar geleidelijkaan, boven Aulus, werd de ondergrond ruiger, steniger.

Ik was blij dat we in dat dorpje een korte stop konden maken.

Daarna was het bal nog niet afgelopen; we moesten weer omhoog, een kammetje over, eerst via de D-48,

maar gelukkig daarna via een steilklimmend pad. Vervolgens liepen we Le Vigan binnen, eerst langs de rivier (de l’Arre), zoveel mogelijk de D-999 mijdend, daarna op zoek naar het centrum, het OdT.

Toen we dat eenmaal gevonden hadden, legde ik daar mijn probleem voor: we hadden overnachting nodig, maar vanwege mijn blessure was 2km nog het maximum wat ik lopen kon. (Jacomine ging ondertussen geldtrekken.)

Kijk, en toen bleek weer eens waarom Frankrijk zo’n perfect wandelland is. Natuurlijk, het was vrijdag (in augustus); het weekend was weer losgebarsten en alle Fransen zaten, stonden, lagen of wandelden in de Cevennen, maar hoewel er dus al bellende (door de OdT-dames dus!) geen overnachting in een straal van 3km te verkrijgen was, belde men voor mij de Camping La Parrot en, inderdaad, er was daar een mobilo te huren.

Omdat dit meer dan 3km uit Le Vigan weg was, werden we er dus even heen gebracht. Ik kreeg het er benauwd van, want de km-teller van de auto gaf meer dan 5km aan. Daar hoefde ik mij geen zorgen over te maken, zei de dame, er was een korter paadje binnendoor. Men zou mij dat op de camping wel kunnen wijzen.

Op de camping werden we hartelijk ontvangen ...

... en toen bleek dat we alleen maar ons noodrantsoen als avondmaal bij ons hadden, stelden men ons voor dat we met hen mee zouden rijden naar een naburig restaurantje, waar ze met vrienden hadden afgesproken.

Het was met de auto ruim 1½km, terwijl ik m,b,v, de GPS kon vaststellen dat het maar 300m van de camping weg was (en er een paadje liep). We werden uitgenodigd ons aan te sluiten bij het gezelschap. Ondanks het feit dat ze onderling dialect spraken wisten we ons redelijk te redden èn was het gezellig.

Ik probeerde de drank te betalen. Dàt was slim, als ik had kùnnen weten dat ze met het tentje de afspraak hadden dat ze daar niet voor de drank behoefden te betalen.

Later deze avond besloten we onze onderneming te onderbreken. Daarvoor waren twee doorslaggevende redenen:

1. we liepen het weekend in en zouden ook de volgende dagen moeilijk aan overnachtingen kunnen komen. (Bij mijn voorbereiding had ik voor de komende twee dagen maar 2 beperkte overnachtingen weten te vinden; in gorge-gebied met weinig uitwijkmogelijkheden.)

2. De volgende 1½ dag zouden we over asfaltwegen en wegjes lopen. Dat zou steeds moeilijker gaan èn uitwijken was daarom ook zo goed als onmogelijk.

Toen we uiteindelijk de huur van onze caravan opzegden en naar het “OdT”-pad vroegen, de kortste weg naar Le Vigan, om die de volgende dag te lopen, werd er een nieuwe schakel aan hun vriendelijkheid gekoppeld. Ze vonden me maar wat zielig rondstrompelen en morgenochtendvroeg moest de baas toch naar het stadje dus als we vòòr 8:00h klaar stonden.

Dat stonden we en werden afgezet bij de halte, waar we zelfs nog tijd hadden vooreen kopje koffie. Nu was dat afzetten ook om een andere reden belangrijk. Toen we op zoek naar het OdT door Le Vigan liepen hadden we een halte gezien, waarheen we zeker gelopen zouden zijn, als we het op eigen kracht hadden moeten doen. Dàn hadden we de bus zien passeren en stoppen bij zijn eigen halte, aan de overzijde van het park/plein. Ik kon niet rennen en we zouden die bus dan zeker gemist hebben. Nu kwamen we op tijd in N6imes aan om met de TER naar het Avignon. Een Navette bracht ons daarna naar het TGV-station. Daar moesten we geruime tjd wachten vòòr we verder konden. Voor 2x €185 kochten we kaartjes voor Amsterdam. Praktisch de hele reis zijn we in geanimeerd gesprek geweest met een Amsterdams stel. Op Schiphol stapten we over op de trein naar Uitgeest, op tijd om onze reserveringen in Carcassonne en Montpellier te annuleren.

 

 

 

< Terug >