De "GR 92" (maart-april 2012)

 Inleiding

De wandeling langs de Spaanse kust liep dit voorjaar van La Llobella (Calpe) naar Nules (bij Castellón). Daarnaast hebben we enkele dagen in Valencia doorgebracht.

(We waren het jaar hiervoor tot La Llobella gekomen. Pas in 2014 hebben we het stuk van Nules tot Torreblanca gelopen.)

 

Schema

 

 

 

27-03-2012 Benissa Moraira 10:59 14:30 03:31 00:28 03:03 14,7 28-03-2012 Moraira Arenal (Xabia) 09:31 16:00 06:29 01:58 04:31 23,2 29-03-2012 Arenal (Xabia) Denia 09:41 14:30 04:49 01:44 03:05 16,0 31-03-2012 Denia Oliva 07:38 15:15 07:37 02:33 05:04 26,6 01-04-2012 Oliva Playa de Gandía 08:48 13:10 04:22 01:26 02:56 15,2 02-04-2012 Playa de Gandía Cullera 08:27 15:50 07:23 02:12 05:11 28,5 03-04-2012 Cullera El Perinello (El Salar) 09:23 14:40 05:17 02:12 03:05 18,0 04-04-2012 El Salar Valencia 09:02 13:30 04:28 01:25 03:03 16,1 05-04-2012 Valencia Jardines de Turía v.v. 09:20 gg gg

gg

05:00 19,8 06-04-2012 Puçol Valencia 09:48 15:00 05:12 01:35 03:37 20,2 07-04-2012 Valencia haven & boulevard 10:08 12:04 01:56 00:00 01:56 9,4 10-04-2012 Caranyal Valencia 09:08 17:25 08:17 03:47 04:30 23,0 08-04-2012 Puçol Almenara 09:50 15:00 05:10 00:49 04:21 23,8 09-04-2012 Almenara Nules 10:04 13:25 03:21 00:28 02:53 14,6

 

 

 

 

 

 

< 27-3-2012 >       < 28-3-2012 >       < 29-3-2012 >       < 30-3-2012 >       < 31-3-2012 >

 

 

 

< 1-4-2012 >         < 2-4-2012 >         < 3-4-2012 >         < 4-4-2012 >         < 5-4-2012 >

 

 

 

  < 6-4-2012 >         < 7-4-2012 >         < 8-4-2012 >         < 9-4-2012 >        < 10-4-2012 >    

 

 

 

 

 

 

 

De tocht stond ditmaal in het teken van de navigatie: Er is geen goede kleinschalige kaart van het gebied. Ter voorbereiding gebruikten we de Michelin-kaarten 1:150.000 “Costa Blanca” en “Environs de Valence” (niet bepaald wandelkaarten), een paar kaartjes die ik vorig jaar van de OdT bij Calpe had gekregen en een oude militaire kaart (1:50.000) van het gebied ten zuiden van Denia.
Daarnaast heb ik de route thuis helemaal doorgenomen m.b.v. Google-satelite.
Onderweg breidde ik het aantal “VVV”-kaartjes waar mogelijk uit. Na Denia lukte dat praktisch niet meer; men bevond zich daar nog niet in het vakantie-seizoen. Verder gebruikte ik een drietal appjes op mijn smartphone: Google-maps (“in het veld” niet te gebruiken i.v.m. de lichte kleuren op het scherm), Gaia-GPS-Lite (waar de “tegels” soms storend door de kaart heenkwamen) en het onvolprezen Osmand (zie: http://www.appbrain.com/app/osmand/net.osmand). Als het paadje, waarover we gingen, niet op de kaart stond, zette ik de GPS wel eens aan om vast te stellen waar we precies waren en om te weten hoe groot de kans was dat het pad dood liep.
Anders dan we gewend zijn, hebben we alle hotels vooraf geboekt. De gedachte dat we rond de Paas bij een aantal vakantiebestemmingen verkeerden, leek dat noodzakelijk te maken. Dat was om die reden misschien niet nodig geweest, maar anderzijds hadden we geen rekening gehouden met de voetbalwedstrijd tussen Valencia en AZ. Zonder reservering zouden we misschien toch van een koude kermis zijn thuisgekomen. Alle hotels bleken over Wifi te beschikken; het was in alle gevallen (ook als hun website iets anders meldde) gratis ter beschikking; handig bij mijn digitale kaart-appjes.


We hebben 240km aan onze “Recorrido litoral” toegevoegd. De natuurreservaten die we wilden bezoeken, vielen tegen, m.n. de Albufera de Valencia. Het stuk tussen de CV-500 en de kust bij El Saler vonden we interessanter. De eerste drie dagen was de route wèl fraai. Tenslotte: de parken en tuinen van Valencia waren fraaiere groengebieden dan het gebied ten noorden van de stad. In Denia zagen we een kleine kolonie Monniksparkiet; een verwilderde Zuid-Amerikaanse soort.

 

 Monniksparkieten lijken graag verstoppertje te spelen

 

Voor de Fallas-feesten (in Valencia, van de laatste zondag van februari tot 19 maart 2012) waren we een week te laat.

(Ik heb dit keer, om het aantal te uploaden foto’s te beperken, een aantal verwijzingen naar andere websites opgenomen.)

 

 

 

 

< Terug >

 

 


 

Dinsdag 27-3-2012: Benissa – La Llobella – Moraira (Hotel** Gema; L&O, € 60)
Nadat wij maandag bij Valencia waren geland, overnachtten we aldaar en namen de volgende dag heel vroeg de bus naar Benissa. Na een kop koffie waren we om 11:00h op weg.
We moesten twee heuvelruggen over.

 

 Terugkijkend op Benissa met zijn imposante kathedraal

 Vooruit: de kust in zicht

 

In de vallei daartussen liep het spoorlijntje van Alicante naar Denia. Via een onbewaakte, onofficiële overgang staken we deze over. Daarna probeerden we het punt waar we vorig jaar waren gestopt terug te vinden. Dat lukte tot op 250 meter.

 

 Vorigjaarseinde: het pad en Peñoch de Ifach bij Calpe

 Start van dit jaar: het vervolg van het pad

 

 

 Dat liep niet altijd gemakkelijk

 

Om echt de aansluiting te maken hadden we hier langs een drukke weg heen en weer moeten lopen. Zo fanatiek zijn we nu ook weer niet. Om half drie kwamen we bij ons hotel. We hadden 3½ uur effectief gelopen en 14,7 km afgelegd. We waren daarbij 399m omhoog en 442m omlaag gegaan: die twee heuvelruggen dus.

 

 

Vanaf La Llabella gingen we soms over een paadje langs de kust, soms over de drukke Avinguda de la Marina (de CV-776), ...

 

 Goedgemarkeerd, drie [!] merkjes

 

...soms door onoverzichtelijke woonwijken.

 

 Mimosa overal

 

Dat laatste zou niet voor de hand hebben gelegen, als we hier niet onmiskenbare wit-rode markering hadden aangetroffen. Dat leek voor de rest van onze tocht een goed vooruitzicht, maar deze dag zijn we meer markering GR-markering tegengekomen dan de overige dagen bij elkaar.

 

 Uitzicht op Moraira en de heuvels van morgen

 

Er is maar één betaalbaar hotel in Moraira, maar dat mag er dan ook zijn (zie de website).

’s Avonds bij de Chinees gewokt; op noordwest-europese tijden.

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Woensdag 28-3-2012: Moraira – Arenal (Xàbia) (H***-R Villa Naranjos; L&O € 51)
We verlieten het hotel via het achterterrein, waardoor we dichterbij de kust bleven dan de officiële markering aangaf. Uiteindelijk kwamen we via een stukje weg toch bij het strand van Moraira aan.

 

 Moraira's strand, op zoek naar de OdT

 

Daar zochten we ons een rotje naar de OdT. Deze stond op hun eigen kaartje op de verkeerde plaats ingetekend. De dame die mij hielp, vond dat we onze route het best via de CV-740 konden voortzetten; dat schoot het meest op. Na veel gezeur, toen ze eindelijk begreep wat we eigenlijk wilden, kreeg ik twee kaartjes met behulp waarvan we Moraira uit en de gemeente Poble Nou de Benitatxell in konden lopen èn dat een aansluiting gaf op een mooi wandelkaartje door het natuurreservaat in de gemeente Jávea (= Xàbia).
(Voor wie sommige namen weinig Spaans vindt ogen: in Valencia spreekt men Valenciaans, een soort Catalaans.)
Met enige hulp onderweg, ...

 

"Hoe verder?"

 

 

... kwamen we op een paadje dat langs de Puig Llorença liep en dat volgens het kaartje een ordentelijke weg was. Jacomine geloofde er nauwelijks in dat dit goed af zou lopen. Een luid blaffende hond onderstreepte dit: we kwamen op het terrein van een vechtstierenfokker.

 

 

De eigenaar was even nieuwsgierig als zijn beesten, maar zijn taal was niet de onze. Toch werd wel duidelijk dat we verder mochten, dat dat ook kon èn dat we uiteindelijk Jávea wel zouden we bereiken. Na het overklauteren van een hoge stapel stro-balen ...

 

 Hier dus over ...

 

... liepen we verder over het meest bergpadachtig paadje dat we deze vakantie zouden tegenkomen.

 

 ... even een terugblik op de hacienda ...

 

 

 ... en dan verder over dat bergachtige paadje

 

Na een klein stukje carretera kwamen we vervolgens in een schitterend natuurgebiedje.

 

 

Via de markering van de PR(-CV 355) volgden we een van de paden erdoorheen en kwamen uiteindelijk in de buitenwijken van El Portitxol (Portichol) aan. Moeizaam zoekend naar een doorgaande weg (de meeste liepen dood, maar we werden goed geholpen) kwamen we bij de kust terecht. Daarna was het niet moeilijk om in een “voorstad” van Javea (Arenal) ons hotel te vinden (zie de website).

 

 Ons hotel ligt (hier) centraal

 

We hadden in 4½ uur 23,2 km afgelegd. We waren hierbij 411m gestegen en 437m gedaald.

 

 

 

 


 

< Terug >

 

 

 

 

Donderdag 29-3-2012: Arenal – Denia (Hostal*-R Oasis: L&O 2x € 30)
We gebruikten opnieuw een wandelkaartje van de gemeente. Via het voorstadje Aduanas klommen we gemarkeerd naar het Sanctuari de la Mare de Déu dels Angels. Daarna moesten we weer even langs een zeer rustige carretera. Deze voerde, doodlopend, alleen naar de Cap S.Antoni. Er was echter een afslag, een wegje dat naar enkele boerderijtjes leidde. Vervolgens werd het een echt pad: ...

 

 Het "fynbos" van de Costa Brava

 

... we waren op weg naar de Torre Gerro. Nadat we die bereikt hadden, ging het steil omlaag naar de kust, ...

 

 

... om via de wijk Les Rotes in Denia aan te komen en daaraan voorbij te lopen.

 

 

Onze overnachting lag namelijk op een schitterende plaats aan de kust, ...

 

 

... maar dat aan de stad en haven voorbijlopen had wel een psychologisch nadeel. Hoewel we deze dag maar 16km (in 3 uur) liepen (en maar 219m op- en 261m neer-gingen), voelde deze dag zwaarder aan dan de twee vorige. Bij een benzinestation vroeg ik naar het hotel; het lag er achter, aan het strand. (zie de booking-com-weergave).

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Vrijdag 30-3-2012: idem; bezoek aan het Castillo en de stad

Het ontbijt was sober, maar gelet op de prijs mocht je niets anders verwachten. Mijn oorspronkelijk plan was om via Denia naar het zadel van de Montgó te klimmen; ongeveer 400m hoog. Maar er waren verschillende redenen om dat niet te doen.
Het zou de volgende dag naar Oliva niet alleen een lange en mogelijk zware dag worden, maar ook lag het begin van het bergpad wel erg ver weg (meer dan een uur door Denia lopen). Ook wilde ik bij de OdT langs voor een kaartje èn moest er een nieuw T-shirt worden aangeschaft: er waren de vorige dag letterlijk enkele grote gaten in mijn Icebreaker-shirt gevallen. Tenslotte zag het castillo er ook wel naar uit een bezoek waard te zijn.

 

 Kasteel, met op de achtergrond Montgó en op de voorgrond

 slaapgelegenheid voor daklozen

 

Aldus: kaartje gehaald, T-shirt gekocht en castillo bezocht. Dat laatste was mooi, met een goed museum, en kostte slechts 2x €2.=; (zie de website).

 

 Uitzicht over de stad

 Bij de palmen op het strand ligt ons hotel. Verder zie je daar  het probleem van de komende dagen: afwateringen naar zee

 

 

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

 

Zaterdag 31-3-2012: Denia – Oliva (H*-C Azahar; L&O € 52)
Deze ochtend hebben we geen ontbijt genomen, we wilden vroeg weg. Even door half acht liepen we over het strand. Dat werd ons soms door rotsformaties, maar veel vaker door kleine stroompjes (die niet allemaal op Google-maps te vinden zijn) daarna regelmatig onmogelijk gemaakt en dan moesten we een groter of kleiner stuk in het binnenland in, langs de weg.

 

 

Van de rivieren Alberca en Girona wisten we dat het mogelijk was deze bij de kust over te steken. Tot zover dus geen problemen.

 

 Weer eens even langs de kust. Op die grote steen voorlopig

 het laatste GR-merkje

 

Problemen dreigden er wel bij de Rio Racons. Op mijn vraag gaf een campinghouder aan dat er “un puente pequeño” was, maar langs de weg stonden alleen maar dreigende borden dat de weg één-richting was en hij binnenkort zou ophouden. Dat was ook zo, maar gelukkig, zoals beloofd: er was een kleine brugje dat ons over de rivier bracht.

 

 We passeren weer een (strand-)camping ...

 ... en komen terug op het strand. Terugblik op (o.a.) Montgó

 

Daarna trad weer een zelfde psychologisch probleem op als twee dagen eerder: na het passeren van Platja de Oliva moesten we nog, deels over een carretera naar Oliva-zelf. Deze weg sloot aan op een prachtige Paseo.

 

 

Halverwege vroegen we de weg aan een bar-houder. Zijn omschrijving was perfect, maar dat bleek pas toen we al bij het hotel waren. Onderweg hebben we nog twee keer (met minder resultaat) gevraagd waar het hotel was. Dat lag aan het eind van het dorp, aan onze uitvalsweg voor de tocht van morgen (zie de booking-com-weergave). Deze dag in iets meer dan vijf uur 26,6 km gelopen. De niveauverschillen waren verwaarloosbaar (en zouden dat de volgende dagen ook blijven).

 

 

 

 

 

 

< Terug >

 

 


 

Zondag 1-4-2012: Oliva- Platja de Gandìa (H***R Cibeles Playa; DP € 67)
We konden al vanaf 6:00h ontbijten, maar dat vonden we vandaag nu ook weer niet nodig. We vertrokken “pas” tien voor negen, om via een asfaltwegje bij de kust te komen. We liepen er voor het eerst tussen de zwaargeurende sinaasappelboomgaarden door.

 

 

Vanuit de Costa Brava waren we terechtgekomen in de Costa de Azahar (de oranjebloesemkust, de naam ook van ons hotel van de afgelopen nacht).
De bomen stonden in bloei en insecten waren druk aan het bestuiven, de oogst van vorig jaar hing daarnaast nog voor een deel aan de bomen.
Het lukte ons deze dag bijna helemaal om langs het strand te lopen;

 

 Let op de "buitengaatse voorde"

 

soms moest daarvoor even een “ommetje” naar een brugje over een stroompje worden gemaakt, maar meestal konden we via een “buitengaatse voorde” de stroompjes passeren.
Alleen vlak voor Platja de Gandia moesten we echt een stuk het binnenland in, om de Rio Bernisa te kunnen oversteken.

 

 

Het was een mooie fiets/wandelpad dat ons naar de brug leidde; dat gold nog meer voor het pad dat ons daarna de Grau (haven) van Gandía bracht.
Oriënterend m.b.v. Osmand draaiden we om de haven heen, op weg naar het hotel. Een uitstekend onderkomen! (zie de booking-com-weergave).

We waren in 3 loopuren 15,2km verder gekomen.

 

 

Na het installeren hebben we nog een rondje gemaakt, op zoek naar de OdT (gesloten) en een plekje om wat te drinken. We kwamen een processie tegen, ons nog niet realiserend dat de Semana Santa (Goede Week) was begonnen.

 

 

Tegen de avond werd het drukker in het hotel; er werden één óf twee blikken scholieren opengetrokken. We realiseerden ons de consequenties in de eetzaal en zorgden er dan ook voor daar zo vroeg mogelijk te zijn (we hadden in dit hotel DP geboekt). Dat bleek verstandig; gelukkig waren we aan ons toetje, voordat de sprinkhaanplaag neerstreek. (Overigens heel wat gedisciplineerder dan de gemiddelde Nederlandse schoolgroep.) Wij stonden onze tafel aan een gezinnetje af dat maar geen plaats had weten te vinden.

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

 

Maandag 2-4-2012: Platja de Gandía – Cullera (H**-R L´Escala; L&O € 58)
Vandaag, had ik al gemeld, zouden we een stevig stuk moeten afleggen; al gauw zo’n 26km. Vroeg ontbijten (om twee redenen) en snel afrekenen: voor half negen waren we op pad.
In eerste instantie ging er een schitterende boulevard langs het strand, ...

 

 

... daarna een soort uitgesmeerde brug: honderden meters plankier.

 

 

Maar daarna moesten we toch echt naar de doorgaande weg. Gelukkig was deze niet bijzonder druk en deed de omgeving soms nog enigzins “woest” aan; ...

 

 

... we liepen afwisselend tussen metershoog riet en sinaasappelboomgaarden.

 

 

Op hoogte van het Playa de Tavernes de Valldigna konden we nog een stukje langs de kust, maar ik wist zeker dat we moesten voorkomen bij l’Estanya en l’Illa terecht te komen; dat zou tot omlopen hebben geleid. Het ging goed: rond 13:00h liepen we op de grote brug over de Río Jucar.

 

 

Hierna was het nog een heel stuk over de boulevard en het strand van Cullera ...

 

 Terugblik op het eigenlijke Cullera

 

... vòòr we bij El Faro ons hotel vonden. (zie de website).

 

 

De ontvangst deed xenofoob aan. Later trok het allemaal wel wat bij.
Er was in de omgeving weinig aan eetgelegenheden (deels door conjuncturele en dus definitieve sluitingen). Gelukkig vonden we nog wat kleine winkeltjes waar we wat voedsel voor de avond en de loop van de volgende dag konden aanschaffen. (Onze warme maaltijd hadden we al eerder langs de boulevard in Cullera genoten.)

 

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

 

 

 

Dinsdag 3-4-2012: Cullera – El Saler (El Perellonet) (Hotel Residencia Patilla II; Logies € 49)
Deze ochtend vertrokken we even na kwart over negen. Het was enigzins mistig. Via de faro (vuurtoren) liepen we enige tijd langs de kustweg, naar een fietspad dat naar het noorden voerde en uiteindelijk op de CV-500 uitkwam. Ik meende dat dit een rustige weg was, omdat hij door het N.P. l’Albufera de Valencia voerde en de Autopista (AP-7) westelijk om het reservaat heen voerde. Dat was een misrekening en waar dat mogelijk was, kozen we ervoor langs de kust te lopen (tussen Les Palmeres en El Perelló).

 

 In El Perelló

 

Toen we vervolgens weer terug moesten naar de CV-500 was de lol er al snel af: druk en weinig fraai: van de Albufera was praktisch niets te zien. Het uitzicht werd vooral bepaald door het plastic van de kassen: een soort Westland dat men geen Glazen, maar Plastic Stad zou moeten noemen.

 

 Even geen kassen: het ontoegankelijk Albufera de Valencia

 

Volgens mijn huiswerk zouden we vandaag 23km lopen. Nadat we in El Perelló ontdekten dat er over niet al te lange tijd een bus in de richting van Valencia zou gaan, besloten we enkele km’s verder, in El Perellonet, daarvan gebruik te maken tot El Saler, tot waar ons hotel stond (zie de website).
We liepen deze dag 18km in iets meer dan 3 uur.

 

 

Het hotel had geen eetfaciliteiten, maar anders dan ik op grond van Google meende, was dat probleem gemakkelijk te tackelen: het dichtstbijzijnde restaurant was op 40m. Na het “late-middag-maal” maakten we nog een wandeling door het reservaat aan de westkant van El Saler. Het was een intrigerender terrein ...

 

 

... dan dat van de Albufera: we lieten alle  reigerachtigen die we dààr gezien zouden kunnen hebben, voor “gezien”. (In Valencia ontdekten we dat er excursies naar de Albufera werden gehouden. Je werd met de bus van het ene naar het andere observatiepunt gebracht. Naast de wegen rond het reservaat waren er geen voor wandelaars bruikbare paden.)


Zonder de GPS zouden we nu nog steeds in dat gebiedje tussen El Saler en de kust lopen: de paadjes gaven zelden aan of ze doodliepen òf dat de doorgang even verderop door Roos-achtigen versperd zou worden: prachtig!
 

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

 

Woensdag 4-4-2012: El Saler – Valencia (Hostal Residencia Bisbal; Logies 7x € 40)
De eigenaar van het hotel leverde ons een tweetal kaartjes. Het ene gaf een volkomen vertekend beeld van de omgeving; de afstand tot de kust zou b.v. even groot zijn als die tussen El Saler en Pineto, maar het gaf wel de fietspaden door het kustgebied aan. Het andere was een perfect overzicht van de hele stad Valencia, inclusief de metrolijnen en een deel van de omgeving. We hebben er uitgebreid gebruik van gemaakt.
De tocht voerde deze dag eerst naar de kust en er vervolgens geruime tijd langs.

 

 

Pas voorbij Pineto draaiden we naar het westen, om naar een brug over de (nieuwe) bedding van de Turia te gaan.
Daar raakten we m.o.m. in de bebouwde kom, hoewel je met een reclamefoldertje van de plaatselijke VVV kunt zeggen dat er daar sprake is van een verrukkelijk samengaan van industriële, ruderale, stedelijke en natuurlijke milieus. De bedoeling was uit te komen bij de oude bedding van de Turia, waar zich nu de Tuinen (Jardines) van de Turia (een park met een lengte van meer dan 9 km) bevinden. Dat lukte en we liepen er langs, waarbij onze aandacht eerst uitging naar de opvallende Cuidad de de les Artes y las Ciencias.

 

 

Bij MacDonald’s lunchten we. In verband met de regendreiging hadden we vanaf het moment dat we de stad binnenliepen, gezocht naar een mogelijkheid paraplu’s te kopen. Dat lukte echt nergens.
Via de C/ de la Paz liepen we naar het stadscentrum en ons hotel (bij de Mercat central). We hadden in 4¾ uur tijd 3 uur gelopen en 16km afgelegd.

 

 

Ons hostel maakte deel uit van een appartementencomplex. De hal (wanneer je eenmaal het zware hek gepasseerd was) was schitterend. Maar ja, het was dan ook een Hotel-Residentia.

 

 

Een lift voerde je naar de juiste verdieping. Daar wachtte onze kamer, zonder TV en zithoekje. Voor een meerdaags verblijf niet ideaal (zie de booking-com-weergave).

’s Avonds in de buurt hebben we wat gegeten en toen begon het te regenen en niet een beetje. Volslagen onverwacht dook er een Afrikaans ogende jongeman naast ons op; met paraplu’s ("paraquas"). Voor 2x €5 hadden we twee inschuifbare. Zo kwamen we droog over in ons hotel; vijf minuten lopen.

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 


Donderdag 5-4-2012:
Deze dag hebben we een tocht door de Jardines de Turia ...

 

 

 

 Let wel; een brug over een vijver in een park in een bedding van een rivier

 

... (zie ook de website) gemaakt, maar daar bleef het niet bij; in het totaal hebben we 19,8km afgelegd.

 

 

Behalve de prachtige Mercat central (zie de website) met daarachter de zijdebeurs (La Lonja de la Seda; zie website. [Daarachter bevond zich een mooie oude wijk die men ook Lonja noemt.])
(en de mercat Colón; [http://www.mercadocolon.es/]) bezochten we o.a. de kathedraal en zijn toren “El Micalet” (gratis, want het was Semana Santa) (zie website), de Glorieta met zijn schitterende, enorme Ficussen (elastica), de Torres (Puerto) de Serranos (gratis, want het was S.S.) (website) en de Torres (Puerto) de Quart (gratis, want S.S.) (website), de Botanische Tuin ...

 

 

... en de Jardines del Real y de Viveros (website) (met zijn resten van het oude kasteel ...

 

 

... en het Natuurhistorisch Museum (gratis, S.S.)).

 

 Tridacna gigas (let opde hand van Jacomine)

 


Op de Plaza Ayuntamiento (website) ontmoetten we AZ-fans.

 

 

We hebben gezellig met een aantal van hen zitten babbelen. Dat het 4-0 zou worden, ontglipte mij, meestal houd ik mijn profetieën vòòr me. Vervolgens liepen we nog even naar het Estacio del Nord (website), ter voorbereiding van de volgende dag. Dat station ligt naast de arena.
We hadden onze regenjassen en plu’s bij ons, maar hebben deze absoluut niet nodig gehad.

 

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

 

 

Vrijdag 6-4-2012: Puçol – Alburaya – Valencia (hotel)
We ontbeten in de buurt van het hotel, liepen naar het station en kochten kaartjes voor Puçol; stom genoeg retourtjes. Het is natuurlijk merkwaardig dat het Estacio del Nord aan de zuidkant van de binnnenstad ligt. Nog merkwaardiger is dat je eerst een stuk naar het zuiden rijdt, ook als je naar het noorden wilt. Dat gebeurde ons dus ook.
In Puçol vonden we na enig zoeken een weg terug naar Valencia. Het begon eigenlijk meteen te regenen.

 

 

Jammer was dat we, gelet op het weer van de vorige dag, onze plu’s niet bij ons hadden. Onze regenjassen wèl, ook belangrijk i.v.m. de (lage) temperatuur. Onze route bleek een gemakkelijk volgbaar fietspad te zijn dat tot in Alboraya doorliep.

 

 

 

 

 

Onderweg waren er twee mogelijkheden wat te drinken; van beide maakten we gebruik. Eenmaal in de stad was het weer prachtig weer. We namen de “cityhopper” (met het recht deze de volgende dag opnieuw te gebruiken).
In 5¼ uur, ruim 3½ uur lopen, legden we 20,2km af. We liepen volgens de bordjes een aantal kilometers over de Via Augusta (zie website en ook).

Dat zouden we de volgende dagen opnieuw doen. Stel je er overigens niets van voor. In Frankrijk zien die Romeinse wegen er regelmatig “Romeins” uit. Hier waren ze gewoon in het moderne stratenpatroon opgenomen.

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Zaterdag 7-4-2012:
We lieten ons door de “cityhopper” naar de Cuidad de de les Artes y las Ciencias vervoeren (zie de website en ook). Prachtig, we hebben meer dan 50 foto’s van het complex gemaakt. Ik benperk mij tot de fraaiste.

 

 De Umbracle

 

 

 

 

 Palau de les Arts

 Museo de las Ciencias (met de Hemisfèric en het Palau)

 

Tenslotte kwamen we bij de monding van de oude bedding van de Turia ...

 

 

... en liepen vandaaruit via de haven naar de boulevard langs de kust en deze een stuk op en af. Vervolgens gingen we met de “cityhopper” naar het Museo de Bellas Artes (zie website; was gratis, S.S.).
De middeleeuwse kunstwerken waren prachtig en goed gerestaureerd. Vanaf de Jeroen Bosch-kopie (of vervalsing?) ...

 

 

... tot het eind van de 19e eeuw konden de werken maar weinig boeien: de invloed van Philips II was overduidelijk: heiligen, heiligen en –ter afwisseling- heiligen. En deze zonder enige vonk van inspiratie, laat staan genie. Zelfs de Antoon van Dijck zag er ongeïnspireerd (en smerig) uit, de El Grego en Goya waren geen topstukken en het zelfportret van Velasquez was niet verrassend. Speciale aandacht vroeg het museum voor hun Joaquin Sorolla-collectie. Daar zat een aantal aardige werken tussen.
Vervolgens liepen we ...

 

 

... naar de Plaza Ayuntamiento. Het was er buitengewoon feestelijk, ...

 

 

... iedereen bleek inmiddels in afwachting van de stille-zaterdag-mis. Wij bezochten de Iglesia de los S. Juanes (gratis, S.S.; zie website).

 

 

 

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Zondag 8-4-2012: Puçol – Almenara
We gingen opnieuw naar Puçol, nu om naar het noorden te lopen. Dat betekende dat we eerst over de spoorbaan moesten zien te komen. Dat betekende toch eerst een stukje terug naar het zuiden., waarbij we door het centrum van het oude Puçol liepen. Daarna kwamen we op een wegje terecht dat we tot vlak voor Sagunt konden volgen.

Daar merkten we dat de spoorbaan opnieuw in de weg lag. We zouden door een gat in het hek hebben moeten gaan om Sagunt zo snel mogelijk te kunnen bereiken. Dat deden we niet en bogen met het hek (en een grote autoweg – de V23) af naar Port de Sagunt. Pas na zo’n 700m konden we over die weg heen. Deze daar al net zo ongebruikt als de grote appartementcomplexen die we al eerder waren tegengekomen.

 

 Helemaal voor ons alleen; voor wandelaars

 

 

Nu dus, voor ons voor het eerst, ook mislukte overheids-investeringen.
Ondertussen hadden we een schitterend uitzicht op het kastelencomplex boven Sagunt (website).

 

 Het castillo-complex boven Sagunto

 

Uiteindelijk kwamen we in die plaats aan, waar we op een terrasje een drankje dronken. De N-340 bracht ons vervolgens naar de Camí-de-Sagunt-a-les-Valls. In de praktijk bracht deze cami ons naar Faura. Aan het eind van dit dorpje kozen we in overleg met een deel van de bevolking voor de CV-323 om na zo’n 600m af te slaan naar de Cami d’Uixo. Uiteindelijk kwam dat wegje uit op een soort ventweg langs de A7. Tenslotte bereikten we Almenara.

 

 

Via de C/Major bereikten we het station, we zagen de trein binnenkomen en vertrekken; we waren nog geen 2 minuten te laat. Voor iets minder dan een uur konden we nu een terrasje pakken.

 

 

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Maandag 9-4-2012: Almenara – Nules
We namen vandaag dezelfde trein als gister, maar gingen natuurlijk wel een kwartiertje later op pad. De smartphone-kaartjes spraken elkaar tegen als het ging om de aard van de weg naar het noorden. In de praktijk bleek dat een relatief nieuwe weg (de N-340) deels over, deels langs een oudere was gelegd.
Zo konden we redelijk rustig langs het plaatsje La Llosa lopen. We passeerden daarbij een koffie-terrasje. We vonden het daarvoor nog te vroeg en planden dat in Chilches (Xilxes) te gaan doen. Leuk bedacht, maar daar was geen enkel tentje te vinden, hoewel we hier toch echt in het dorp naar gezocht hebben.

 

 

Toch had dat wel een voordeel: we liepen tegen een wegje aan dat (ook volgens de smartphone-kaartjes) perpectieven bood. (Er was zelfs af en toe wat natuur van dichtbij te zien.)

 

 

Inderdaad, het liep niet dood en even verder ging het via een tunneltje onder de spoorbaan door.  Vervolgens kwamen we bij een hotel met bijbehorend café-restaurant, een welkome onderbreking.
We bleken ons op de Camino El Cid te bevinden. Dat is een route die de tocht van El Cid door Oost-Spanje naloopt/rijdt (zie website).

 

 Het "pad"

 

Hierna zat er weinig anders op dan langs de N-340 te blijven lopen, tot ruim een kilometer vòòr Nules.

 

 Jacomine houdt zich hier aan de max.snelheid (100km/h)

 

Zoiets vonden we niet voor herhaling vatbaar. En omdat het volgende stuk weinig beter beloofde, besloten we om de volgende dag niet door te lopen naar Castellón.

 

 

Op het station van Nules bleken we in minder dan 3½ uur bijna 3 uur te hebben gelopen en 14,6km te hebben afgelegd. Het was wel een hele troost dat we daarbij over een aantal kilometers de Camino del Cid hadden gevolgd. Thuisgekomen blijkt dat we daar veel langer mee bezig zijn geweest dan we dachten.

Na nog een dwaaltocht door de stad ...

 

 De Mercado (Mercat) Colón

 

... aten we ’s avonds op het terras van een restaurantje in de Lonja. We kwamen er in gesprek met een Tielse die haar hart aan een Spanjaard had verloren. Deze (man) was inmiddels naar Brazilië afgereisd, want als afgestudeerde mocht je in Spanje blij zijn als je €4.= verdiende als kelner. Op die mogelijkheid zat niet iedereen op te wachten. Ze zou hem op korte termijn volgen.

 

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

 

 

Dinsdag 10-4-2012: Valencia-Caranyal – Port Saplaya – Valencia (hotel)
Men heeft zich vast afgevraagd waarom we ten noorden van Valencia geen poging hebben gedaan langs de kust te lopen. Wel, dat kwam omdat de plaatsjes onderling van elkaar gescheiden waren door stroompjes en – belangrijker – door grote industrieterreinen (Port de Sagunt). De stukken die wel mogelijkheden boden, lagen zo ver van de spoorstationnetjes dat er per dag meer dan 50% van de tijd met het van en naar de kust lopen, verloren zou gaan.
Deze dag kozen we ervoor de boulevard-tocht van zaterdag uit te breiden. Daarvoor namen we het treintje naar station Valencia-Caranyal. Vervolgens gingen we over de boulevard, op zoek naar een tentje voor de ochtendkoffie. Dat vonden we natuurlijk pas na een klein uurtje (tegen tienen).

 

 Terugblik via de boulevard op de haven van Valencia

 

Verrassend was dat er hier helemaal geen hoogbouw langs de boulevard en het strand te vinden was. Dat betekende echter niet dat er geen halfafgebouwde leegstand was. Ook zagen we een brug over het strand, om daar dòòr te kunnen lopen: dat hebben we op de terugweg gedaan. Nu liepen we op de boulevard, ook al over een brug; ze hadden zeker geld over.

 

 De meest nuttige brug ter wereld

 

Bij een volgende stroom-oversteek (rivier A) moesten we een stukje het binnenland in.

 

 In de verte de zee (bij rivier A)

 

 

 Van tijd tot tijd dreigde het echt

 

Ons noordelijkse punt werd uiteindelijk Port Saplaya. 

 

 

 

 

 

Op de heenweg hebben we de kaden van dit plaatsje gevolgd; op de terugweg zijn we rechttoe rechtaan doorgelopen (zie het kaartje hierboven) en hebben daarna een stuk strand gedaan. We zagen hier ons eerste GR-merkje sinds Denia.

 

 Het eind van de boulevard, ons laatste merkje en in de verte de haven van Valencia

 Langs de zuidoever van rivier A (zie boven)

 

Na verloop van tijd kruisten we een stroompje d.m.v. de boven afgebeelde, geïsoleerd op het strand liggende, brug.
Vervolgens liepen we door tot in de haven, ...

 

 

... waar we een schitterend en gloednieuw gebouw (Veles e Vents) aantroffen: volledig ledig!
De tocht ging verder over de Avenida puerto tot we uiteindelijk bij het Palacio del Marqués de Dos Aguas op de Calle del Poeta Querol aankwamen. Daar had ik al dagen naar gezocht.
De buitenkant is schitterend  ...

 

"No tocar!"

 

(zie ook de website) en (ook en niet te vergeten) want van binnen is alles (o.a. de keuken) nog in de 18e eeuwse staat.

 

 In de balzaal

 

Prachtig, het was een geslaagde afsluiting van een geslaagde vakantie.
De volgende ochtend namen we de metro naar het vliegveld en vlogen we terug naar Nederland.

 

 

Het totaal-resultaat:

 

 

 

 

 

 

< Terug >