'

  Mei-juni 2013: GR 92, van Vilanova i La Geltru naar Colera (La Rovellada)

 

 

Datumvannaarvertrekaankomsttot.tijdpauzeslooptijdaant.km15-05-2013Villanova i la GeltruSitges10:0311:4901:4600:1501:317,416-05-2013SitgesGarraf-NS08:0913:1505:0601:2003:4616,816-05-2013Castelldefels-PlatgeCastelldefels13:2815:3502:0701:1400:534,417-05-2013CastelldefelsHospitalet de Llobregat08:2313:3305:1001:3503:3520,318-05-2013Hospit. de LlobregatPremià de Mar08:4016:3407:5402:4805:0627,819-05-2013Premià de MarArenys de Mar08:2113:3505:1401:1903:5521,020-05-2013Arenys de MarBlanes09:0415:0506:0101:1604:4525,921-05-2013BlanesTossa de Mar08:3015:1006:4002:0504:3522,822-05-2013Tossa de MarSt Feliu de Giuxols09:1615:3006:1401:4104:3322,023-05-2013St Feliu de GiuxolsPalamós09:0516:4007:3503:2104:1420,124-05-2013PalamósCalella de Palafrugell09:2013:1503:5501:4402:1110,625-05-2013Calella de PalafrugellBegur09:2413:0003:3601:1402:2212,026-05-2013BegurTorroella de Montgri09:1915:0505:4601:3604:1023,027-05-2013Torroella de Montgril'Escala08:5214:4005:4801:2904:1918,928-05-2013l'EscalaCastelló d'Empúries09:0013:3004:3001:0103:2919,929-05-2013Castelló d'EmpúriesRoses/Canyelles08:4212:5204:1001:0903:0116,030-05-2013Canyelles PetitesCadaqués08:5515:0006:0501:5004:1517,831-05-2013CadaquesPort de la Selva08:2215:0706:4502:1704:2819,701-06-2013Port de la SelvaColera (La Rovellada)09:0213:2204:2000:4403:3617,2

 

 

< Inleiding >       < 15 mei, Vilanova - Sitges >       < 16 mei, Sitges - Castelldefels >       < 17 mei, Castelldefels - Hospitalet de Llobregat >

 

 

< 18 mei, Hospitalet de Llobregat - Premià de Mar >       < 19 mei, Premià de Mar - Arenys de Mar >       < 20 mei, Arenys de Mar - Blanes >

 

 

< 21 mei, Blanes - Tossa de Mar >       < 22 mei, Tossa de Mar - St Feliu de Guíxols >       < 23 mei, St Feliu de Guíxols - Palamós >

 

 

< 24 mei, Palamós - Calella de Palafrugell >       < 25 mei, Calella de Palafrugell - Begur >       < 26 mei, Begur - Torroella de Montgrí >

 

 

< 27 mei, Torroella de Montgrí - Escala >       < 28 mei, Escala - Castelló d Empúries >       < 29 mei, Castelló d Empúries - Canyelles Petites >

 

 

< 30 mei, Canyelles Petites - Cadaqués >       < 31 mei, Cadaqués - El Port de la Selva >       < 1 juni, El Port de la Selva - Colera (La Rovellada) >

 

 

< 2 juni, Blanes >       < 3 juni, Blanes >       < 4 juni, Barcelona >

 

 

Inleiding:

Na de Costa Dourada in 2012 hebben we dan nu het restant van de Costa Central en de Costa Brava gelopen. We waren vorig keer tot aan Villanova i la Geltru gekomen, vanaf de Ebro-delta grotendeels via de GR92, en wilden nu Banyuls-sur-Mer ziet te bereiken, de aansluiting op de GR10. We hadden de eerste vier hotels gereserveerd, dat bleek driemaal een uitstekende tot goede keuze, eenmaal was het hotel waardeloos. Dat hebben we ook gemeld:

 

Jacomine, NL, 7 juni 2013

Positief: 

Helemaal niets. Tussen Aaland en Zululand zullen Travelodge-hotels onze laatste keuze zijn.

Negatief:

a. De kosten werden al dagen voor onze aankomst van onze rekening afgehaald. Dat is ons op onze wandeltocht tussen Tarifa en Portbou nog nooit eerder overkomen;

b. De prijs via reservering (€89) was aanmerkelijk hoger dan die welke je zonder reservering zou hebben betaald (€ 35). Ik betaal niet graag voor het promotie-beleid van een bedrijf;

c. Deze was ook nog eens niet in verhouding met die van andere hotels. Twee-en-een-halve week later (inmiddels in het hoogseizoen) betaalden we €71 voor een hotel bij Sants (een veel betere locatie, kamer met balkon (Travelodge L'Hospitalet bevindt zich in een saaie buitenwijk);

d. Wifi (in de openbare ruimtes) kostte hier €7 per twee uur. Overal anders (zie a.) was het gratis; soms met begrijpelijke beperkingen;

e. Het personeel gedroeg zich weinig professioneel en klantvriendelijk;

f. De kamer was saai en kil en het uitzicht was "schitterend": op de ramen van een Prenatal-vestiging.

 

Verder kozen we onze hotels deels via een lijstje dat ik vooraf had samengesteld, deels puur op de bonnefooi. Eenmaal liep dit dus slecht af en voor de rest goed t/m uitstekend. We ontdekten dat de m.n. in het het tweede deel van onze tocht in een toeristisch gewenste streek met daarbij behorende prijzen terechtkwamen. Alle hotels hadden Wifi, een enkele keer alleen in de algemene ruimten. Slechts bij Travelodge moest Wifi betaald worden: €7 per uur (en niet per twee uur zoals hierboven staat).

Het weer was merkwaardig: in de eerste plaats zo koud dat bijna iedere Spanjaard het erover had, terwijl “het weer” in Spanje over het algemeen geen gespreksonderwerp is. Maar bovendien hadden we het de eerste dagen ‘s ochtends bewolkt maar droog, terwijl het in de loop van de middag (meestal zaten we dan al aan ons “menu del dia”) begon te regenen. Later werd het weer (wat) beter, maar de laatste dagen heerste er een stevige Tramontane (met minimaal windkracht 8 en uitlopers tot 10 à 11 Beaufort).

 

Ons dagelijks eetpatroon verliep ongeveer als volgt: het ontbijt was meestal een buffet. Daar sloegen we stevig in; ik, als het even kon, zowel een vereenvoudigd Engels ontbijt als daarbij een bak muesli-yoghurt. Daarnaast bijna altijd enkele fruitsoorten, vruchtensap en koffie. Jacomine deed het iets simpeler.

Zo mogelijk pakten we onderweg tweemaal een blikje/flesje cola. Er waren echter dagen dat we onderweg niets bruikbaar tegenkwamen. Na de tocht probeerden we meteen aan een menu del dia te komen. Soms kon dat officieel niet meer, omdat de tijd daartoe verstreken was, maar vaak was daar toch wel weer een mouw aan te passen. Doorgaans lieten we de maaltijd (twee gangen en een toetje, met daarna koffie) gepaard gaan met wat wijn uit de streek. Daargaans was dat “vi rosat” (vino rosado); in een ongelofelijk aantal gevallen ging men in het menu uit van een hele fles per tweetal. De wijn was verrassend goed; soms iets tintelend, soms wat zwaarder en geuriger. Heel vaak was er merlot bij gebruikt. Slechts in één geval werd mij een met water aangelengd glas rosé voorgetoverd. Vaak lieten we overigens extra water komen; het bleek dat we onderweg eigenlijk te weinig dronken. ’s Avonds aten we soms nog wel wat uit onze voorraden (regelmatig aangevuld via de supermercats/mercados).

 

Spanje kent een aantal m.o.m. zelfstandige (super)provincies (Andalucía, Cataluña), waarbinnen departementen als Barcelona en Girona te vinden zijn. Onderdelen daarvan zijn dan b.v. Baix Empordà (en Alt Empordà). Daarbinnen tref je gemeenten als Begur en Palamós aan. (De Costa Brava is niets anders dan een regionale naam, zoals Salland of Waterland.) Een dergelijk ingewikkelde structuur kàn natuurlijk niet. Voor Ronald Plasterk lijkt mijn in deze streek het nodige aan werk te doen.

 

Catalaans schrijf je anders dan Spaans (Castiliaans). Spreek je het ook anders uit? Nou, probeer het maar met Google-vertalen, neem bv. Sant Feliu de Guíxols. Probeer het zelf op basis van de volgende regels:

  • de niet-beklemtoonde a is e (zoals in de);
  • c aan het eind van een woord, als Franse g (Drac = Drag);
  • ç = z
  • ch aan het eind van een woord, als Franse g (March = Marg);
  • g aan het eind van een woord, als dsj (passeig = pessádsj);
  • i vòòr g en x: wordt niet uitgesproken (Puig =Poedsj; Raixa = Ratsja);
  • j = dzj (major = medzjór);
  • ll tussen twee klinkers is j (Mallorca = Majorca), op andere plaatsen lj (llit [bed]);
  • tg en tj = dj (Metge = Medje);
  • x = tsj.

Het is dus Sant Felíoe de Goeítsjols. Het is mij tijdens onze tocht niet gelukt er iets van te maken.

Verder wordt de ou als o uitgesproken. Het is dus “Portbo” en “Mompo” (de componist). Catalanen kunnen “Bouwman” dan ook beter uitspreken dan Spanjaarden en Fransen. Een Catalaan wist me te vertellen dat zijn taal ongeveer als Italiaans klonk. Dat hoor ik niet, maar het Globus-reisgidsje meldt het ook.

 

Bij de voorbereiding van het stuk tussen Sitges en Barcelona maakte ik de fout C-wegen (op Franse wijze) als cantonale wegen en dus “rustig” te kwalificeren. C staat echter voor Catalunya en het gaat dus om (super-)provincie-wegen; je mag er langs lopen, maar (in de buurt van grote steden) is dat af te raden. De kustweg N-11 is een nationale weg, maar verrassender wijze redelijk rustig (in mei).

 

Onderweg heb ik nogal eens het programma “Maps with Me” via mijn smartfoon geraadpleegd. Het is off-line te gebruiken. Je kunt daarbij steeds een land (Costa Rica, Spanje) of streek (Frankrijk) in het geheugen plaatsen. Als je daarna ter plekke bent en de GPS aanzet, meldt hij binnen drie minuten waar je staat. Het fraaie is dan ook nog eens dat wandelroutes als de GR92 er ook op weergegeven zijn.

Daarnaast gebruikte ik Google-Maps (met de hotel-wifi) om de exacte plaats te traceren van de hotels voor de volgende dag en die ik al kende uit mijn thuis-voorbereiding.

 

Hoewel we enkele mogelijkheden hadden om “snel” naar de (Franse) GR7 door te steken, hebben we dat niet gedaan. Het weer in het binnenland nodigde daartoe niet uit. Verder bleek ook dat het via de GR5-GR4 of GR96-GR5 naar Puigcherda lopen, of via de GR2 naar La Jonquera grote overnachtingsproblemen zou opleveren. Restte dan nog de mogelijkheid om via Llança of Portbou en over de GR11 naar La Jonquera en dan naar de Franse GR7 te lopen. Als we eenmaal zo ver waren, kozen we er toch voor om door te lopen naar Banyuls en dan, eventueel via de GR36 op de GR7 te komen. Je blijkt veel te kunnen wikken, maar niet alles te kunnen beschikken.

 

We zijn dit keer langs en/of door de volgende natuurparken (N.P,’s) gelopen: de Garraf, de Delta de Llobregat, het Massif de Montgrí; de Aiguamolls de l’Empordà en Cap de Creus.

We zagen de volgende vogels: nachtegaal (zeer veel gehoord, soms gezien), graszanger (veel gehoord), huismus, spreeuw (ik blijk moeilijk onderscheid tussen deze en de zwarte spreeuw te kunnen maken), europese kanarie, putter, vink, merel, witte kwikstaart, hop (vaak gehoord, soms gezien), vale en gewone gierzwaluw, rots-, huis- en boerenzwaluw, monniksparkiet, geelpootmeeuw, aalscholver (Blanes), purperreiger (Aiguamolls), ooievaar (idem), kleine zilverreiger, zwarte specht, wilde eend (één paartje), kleine plevier, slechtvalk, boomvalk, hout- en rotsduif, turkse tortel, kool- en pimpelmees, zwarte roodstaart, blauwe rotslijst (Massif de Montgrí), grauwe klauwier (mn), ekster, gaai, kauw, wielewaal (g), koekoek (g), veldleeuwerik (g), heggenmus (g), winterkoning (g), roodborst (g), groene specht (g), kleine karekiet (g), groenling (g), geelgors (g) [Inderdaad: (g) staan voor alleen gehoord]. (Opvallend was dat we geen roofvogels, steltkluten, kortteenleeuweriken, tapuiten zagen) Een aantal “boszangers” (zwartkop b.v.) moet ik gemist hebben.

 

De boekjes die we gebruikt hebben:

GR92-Catalunya (Sender de Gran Recorregut: Portbou-Ulldecona) (2004); Associació Catalana de Senderisme; 84-920594-9-4

Costa Brava – ontdekken en beleven (2002/2009-2010); Globus Reisgidsen; 978-90-438-1222-1

Oost-Spanje (2000); Kosmos-reisgids; ISBN 90-215-3207-7

Traveller’s Nature Guides: Spain (2003); Oxford University Press; ISBN 0-19-850435-7

Costa Brava (2009); Postales Internacional Color S.L.; ISBN 84-875-8726-7

En als kaart: Environs de Barcelone, Costa Brava; Michelin- 147 ZOOM; ISBN 978-2-06-714055-4

 

 

 

< Terug >

 

 

 

Woensdag 15 mei: Vilanova i la Geltru - Sitges (7,4km; 1:31h; H***Subur: € 66 [L])

De gang/het overdekt viaduct tussen het vliegveld van Barcelona en het bijbehorende treinstation ziet er imponerend uit;

... jammer alleen dat de rolbanden het niet doen.

Agnete had uitstekend voorwerk gedaan: zonder problemen rolden we m.b.v. de Rodalies van het vliegveld naar El Prat en vandaar naar het station van Vilanova. Even door tienen konden we aan onze tocht beginnen en het eerste merkje meldde zich al snel.

De tocht naar Sitges zou volgens de bordjes 8 km zijn. Dit bleek zelfs nog wat minder te zijn, terwijl ons hotel toch aan de noordzijde van dat dorp lag. Na 1½ uur bereikten we dat al, via Punte Llarga en Punta Grossa. We hebben een groot deel van de route langs het spoor (en soms m.o.m. erboven) ...

... èn langs de zee gelopen. Vooral voor ons uit zag het weer er dreigend uit, een verklaring voor ons tempo.

De afstandsaanduidingen lieten onderweg soms nogal wat te wensen over: soms leek de afstand tussen Vilanova en Sitges 13 km te zijn; reden waarom Jacomine zich afvroeg in hoeverre mijn voorbereiding deugde. Het was even wennen dat hier alle bordjes in het Catalaans waren (met b.v. “la riera” i.p.v. “el rio”).

In Sitges, pal na het passeren van “la riera”,

... lag er een steenrand aan de buitenkant van de “boulevard”-muur, reden om daaroverheen te gaan.

Vervolgens meldde zich onze eerste Passeig.

We waren vòòr twaalven al bij het hotel ...

... en dus te vroeg om een kamer te kunnen betrekken. Reden waarom we eerst maar eens wat aan sight-seeing deden en aan ons eerste “menu del dia” begonnen. Tegen drieën betrokken we onze kamer en maakten daarna nog een tweede rondje; de omgeving van de kerk is heel fraai.

Bij de jachthaven van Sitges kwamen we het punt (en dus bordje) tegen waar de Spaanse GR5 begon (of eindigde).

In het totaal legde we deze dag 12km af, waarvan 9,2km met de rugzak. Onze gemiddelde snelheid lag bij 5km/h.

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Donderdag 16 mei: Sitges – Garraf & Castelldefels Plage - Castelldefels (16,8+4,4km; 4:39h)

We zouden vandaag naar Castelldefels lopen, òf langs de C-31 (C-246) (die wel eens een stuk rustiger kon zijn dan de er parallel aan lopende 4-baans C-32 (Autopista A-16)) òf dòòr het N.P, maar dan toch zo’n 2½ km langs de weg tussen Garraf en Les Botiques. Het zou anders lopen.

We namen deze dag ons ontbijt bij het tentje naast/voor het hotel. Er was niets mis mee en we konden even na achten al starten met onze route. We liepen de buitenwijk Centre-Llevantina binnen en misten daar bijna meteen een merkje, waardoor we tot vlakbij de de Autopista liepen. We hadden de Carrer Corral d’en Falç in moeten gaan en dat deden we na terugkeer dan ook; Agnete had ons al gewaarschuwd: het vinden van de route naar het N.P. del Garraf was verre van gemakkelijk. Op gegeven moment kwamen we in een doodlopende straat en zagen we niet hoe het verder moest. Een tweetal mannen zagen het met enig plezier aan; één ervan vroeg of we de Gran Recorridor zochten. Hij wees naar een trap, een klein stukje terug, met een achter klimop verstopt merkje. En toen: het ging snel steil omhoog, via andere fraaie trappen, ...

... met uitzicht op de haven ...

... en omgeven door prachtige begroeiïng.

Het uiteinde van de Carrer Trinitat bracht ons tenslotte bij de ingang van het natuurreservaat. Het was inmiddels tegen negenen en even later vertelde een bordje dat we nog 12km van het plaatsje Garraf af waren; we hadden er inmiddels 3km op zitten. Even later kwamen we bij het hoogste punt.

Daarna namen we rust bij een kapelletje (‘Trinitat’?) met een Gaudí-achtige trap (en vergelijkbaar front).

Hier namen we een half uurtje rust.

Ons volgende doel was om, na het passeren van een fabriek, onder de A-16 door te lopen. Dat lukte een half uurtje later, rond 11 uur. Even later, vlak voordat de autovista een tunnel indook, zouden we weer onder de weg doorgaan èn daarna steil omhoog, zò een paar lussen van een bosweg afsnijdend. Maar dat gebeurde niet; we moesten de slingerende bosweg blijven volgen. Op de plaats waar die afsnijding eindelijk bij het wegje kwam, werd duidelijk waarom: een deel van de weg was omlaaggegleden; over het pad heen (‘No Passeu’).

Het tunneltje is links zichtbaar, het pad niet meer

We vervolgden hierna onze weg over de weg/pista.

Nadat het landschap weer meer open werd, kwam we in de buurtschap Campdàsens, waar een oude dame in haar tuin aan het werk was. Haar huis stond op een tweesprong en wij ook: Jacomine vond dit voor de eerste officiële loopdag een wat te zwaar uitgevallen planning en vroeg zich af ....

Omdat het bordje bij de tweesprong vol enthousiasme vooruit wees met de mededeling “Totes Direccions” vroeg ik de dame of de afslag naar rechts (ook) naar Garraf liep. Zij beaamde dat èn meldde nog een heleboel meer. Ik maakte ervan dat we ergens linksaan moesten houden en dan uiteindelijk de autoweg (C-31!) op, om na 500m bij het station uit te komen.

Als deze weergave een correcte vertaling van haar verhaal (in het Spaans of was het toch Catalaans) was, was het toch duidelijk dat we straks met wat onduidelijkheden geconfronteerd zouden worden.

We gingen dus naar rechts, waarbij het pad na verloop van tijd een zekere regenwoudachtige allure kreeg. Prachtig!

Maar dat was tijdelijk: binnen 20 minuten stonden we aan de rand van een enorme steengroeve.

Er zat voor ons weinig anders op dan ons over dit bedrijfsterrein voorzichtig een weg te vinden.

Uit bijgaand Google-overzicht is op te maken hoe we dat deden (en wat de dame [waarschijnlijk] gezegd heeft). Ook ziet men mijn poging om wat af te snijden èn dat stuk dat we langs de weg moesten lopen meer was dan 500m. Overigens was de weg zo druk dat er verder (2½ km) langs lopen erg onverstandig bleek. We kozen voor de trein. (Langs het spoor lopen –inmiddels een voorliefde van ons- was hier onmogelijk: de trein ging door een tweetal nauwe tunneltjes.)

Toen we eenmaal het station hadden bereikt, was het wachten op de trein geblazen (dus niet: binnen 3 minuten stond hij voor onze neus) en vervolgens proberen een kaartje te kopen voor het station Castelldefels-Platja, want op het station was geen kaartjes-automaat. In de trein was echter ook al geen conducteur te vinden en dus zondigden we vandaag twee keer: zo maar over een bedrijfsterrein lopen èn een stukje zwart (dan wel grijs) rijden. Maar ... het zou de volgende dag nog doller worden.

Eerst nu (rond half twee) de keuze: lopen we van het stationnetje meteen naar het hotel (veronderstelde afstand ong.4 km) of zouden we de overgeslagen afstand van ong.3km tot de helft beperken, door eerst nog terug te lopen tot Rat-Penat. ...

 naar Rat-Penat ...

 ...of meteen naar Castelldelfels?

... Jacomine bedankte hartelijk voor dat laatste en dat vond ik best verstandig. Ook besloten we het verder morgen “gewoon” door te lopen naar Barcelona en niet vanuit Garraf door het N.P. naar Castelldefels te lopen. Dat was niet alleen nog eens ruim 18km, maar ook met een top van meer dan 600m erin en deze dag (vandaag dus) had al heel wat gevraagd: twee topjes van toch meer dan 225m op deels ruig terrein. Tenslotte meenden we dat het tijd werd om dat te gaan eten. Al gauw sloegen we af naar de Passeig Maritim, om daar een uitstekend tentje aan te treffen met een goed en goedkoop menu del dia.

 De laatste kilometers vandaag

Geleidelijkaan versomberde het weer vanuit het westen; iets wat we nog vaak zouden meemaken.

Rond half vier kwamen we bij het hotel (H**Pitort; € 56 [LO]) aan;

... we hadden in het totaal 21,2km gelopen; met een niveauverschil van ong. 440m op/neer [Maar Google is strenger en komt op ong.630m niveauverschil].

In de loop van de middag wandelden we nog even naar het winkelcentrum dat we nog van vorig jaar kenden, onder meer om de startvraag van de volgende morgen voor te bereiden: “hoe moesten we om de “bos(roei)baan” heen draaien?”

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Vrijdag 17 mei: Castelldefels - Hospitalet de Llobregat (20,3km; 3:35h)

De komende dagen zouden we dus geen GR92 (of Cami de Ronda) lopen, maar “gewoon” ons eigenlijk Sendero Literal lopen. De drie Estanys, een aantal campings en een golfterrein maakten het volgens de kaart onmogelijk om aan de kustzijde van het vliegveld te lopen. Maar toen we terugvlogen naar Nederland zagen we vanuit het vliegtuig dat deze (onder deze wateromstandigheden) geen beletsel waren; ook Google-Earth geeft het als mogelijkheid. Wel is het zo dat je de Rio Llobregat alleen maar over komt via de brug die we nu hebben genomen en dat je dus heel wat extra km’s zou hebben te gaan.

Wij kozen nù voor de B-210/B-204, langs het (natuur-) Parc Agrari del Baix Llobregat (dat in de Oxford Traveller’s Nature Guide of Spain wordt beschreven als Delta del Llobregat).

 Linksonder de "Bosbaan", rechtsonder het vliegveld

In eerste instantie moesten we om die “bosbaan” heen en vonden we de B-210 wel wat erg druk, maar merkwaardigerwijze werd het in de buurt van het vliegveld steeds rustiger. Al voor tienen zagen we Mont-Juiç voor ons opdoemen, een heuvel midden in Barcelona.

Bij het vliegveld aangekomen, wisten we (natuurlijk) snel een plekje te vinden om de inwendige mens te versterken. Vervolgens hadden we de (brede) wegen praktisch voor onszelf ...

... en tussen half twaalf en twaalf liepen we langs een Camí, door het stukje terrein dat voor vandaag nog het meest op een natuurreservaat leek: Les Palmeres.

Even door twaalven staken we de Llobregat over ...

... en vervolgden onze weg door de Zone Franca. Volgens Google-Maps kan je daar gewoon lopen (“hoewel er natuurlijk niet overal trotoirs zijn”).

Dat “gewoon“ lopen ging pas mis toen we m.b.v. de Carrer Tres de B-10 (A-2) probeerden over te steken. Dat was een beetje levensgevaarlijk.

Ik koos ervoor een doodlopend wegje in te slaan. Jacomine zag zo weinig vreugdebrengende alternatieven dat ze me maar volgde. We kwamen op een bedrijfsterrein  waarop twee medewerkers zich afvroegen wat we er deden en hoe we er kwamen. Nadat ik een poging tot uitleg had gegeven, meldden zij dat we er helemaal niet mochten zijn en ongetwijfeld door de beveiliging op de rug zouden worden gesprongen. Dat leek mij een uitstekend alternatief voor terugkeren en we liepen dan ook verder en in de val van de beveiliging.

En alweer hadden we mazzel. De beveiliger die we tegen het lijf liepen, vond ons verhaal zo curieus dat hij ons naar de volgende (hogere) omes leidde en hen verzocht ons van het terrein (een enorm reparatie- en rangeerterrein van de Renfe [de Spaanse NS]) te mogen af leiden. Morrend en mokkend gaf men hem tot twee keer toe toestemming en bracht hij ons naar de dichtstbijzijnde uitgang bij de C/Miguel Hernandez. Dàt was de straat die we nodig hadden om zo snel mogelijk op de C/de la Botànica, en dus bij H***Travelodge L´Hospitalet, te komen. Zodoende kwamen we tegen half twee bij het hotel aan.

 Rechts is het magazijn van Prenatal

We hadden deze dag de enorme snelheid van 5,7km/h weten te ontwikkelen. Dat is iets vertekend, omdat de GPS rond het rangeerterrein enkele honderden meters heeft uitgestaan, maar toch, inderdaad, er was vandaag alle reden om wat tempo te zetten.

Het hotel was pet (zie de inleiding), we zochten eerst een plek om wat gezelliger te kunnen eten en hebben daarna nog een “rondje” gemaakt, gedeeltelijk om de gemakkelijkste en snelste weg naar de Gran Via dels Corts Catalanes (ons voornaamste doel van morgen) te onderzoeken. Ondanks het feit dat we zonder rugzak liepen, hebben we de route-tijd van deze dag niet kunnen benaderen: slechts 5km/h.

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

Zaterdag 18 mei: Hospitalet de Llobregat - Premià de Mar (27,8km; 5:06h)

Deze dag ging de tocht dòòr Barcelona ...

... en vervolgens langs de kust naar Premià de Mar. Het was in km’s èn tijd onze langste dag. Via de voet van de Mont-Juiç (met een soort autotentoonstelling) liepen we naar de Gran Via. Die hebben we bijna 9km afgelopen, met in het eerste deel veel 19e eeuwse gebouwen (o.a. de twee arena’s), 

Het Collegaeum

maar geleidelijkaan veel nieuwere (de Sagrada Familia [zie later], een ‘spiegel’metrostation ...

en een fallus-torenflat).

Tegen kwart voor twaalf staken we de Riera d’Avenco over en kwamen in een buitenwijk terecht. Op de overgang tussen St.Adrià de Besos en Badelona ging deze over in “de” Chinese wijk. Omdat we ’s ochtends op de Gran Via al een colaatje bij een Chinees hadden gedronken en Jacomine geen zin in een loempia had, liepen we snel door. Maar niet zo snel genoeg ...

... om niet toch rond twaalven door de regen overvallen te worden. Je kunt niet zeggen dat we het niet aan konden zien komen. We pakten zo snel mogelijk onze paraplu’s (‘paraqua’s’) en liepen door om in het centrum van Badelona weer eens een colaatje te nemen èn via een tunneltje de spoorlijn te passeren en naar de kust te lopen. De route werd weer eens een echt Sendero Litoral.

Het was een beetje spannend voor me. Google-Maps had gemeld dat je hier lopen kon, maar er was ook een een spoorlijn èn een weg, de N-11. Hoeveel last zou je daarvan hebben? En als dat tot Blanes zo zou zijn, dan zouden we 2½ dag in de herrie lopen. Niet erg aanlokkelijk, maar het alternatief was de “echte” GR92, door de bergrug langs de kust. Helaas waren daar maar weinig overnachtingsplaatsen en zouden we dus iedere dag toch weer terug moeten naar de kust, voor ons “natje en droogje” en bed. Ook, en dat verhaal komt overeen met dat van de GR7, zouden we dan veel meer last van het weer hebben gehad (kijk maar naar de foto’s), maar dat wist ik bij de voorbereiding natuurlijk nog niet.

Wèl, het kustpad tussen Badelona en Blanes is fraai en goed te lopen.

Even vòòr Montgat namen we weer een pauze, bij een prachtig heuveltje waar je niet op het gras mocht lopen.

Maar dat was de enige manier om boven te komen en er hielden zich dan ook maar weinig mensen aan deze oproep. Het uitzicht bovenop het heuveltje was daarvoor ook veel te mooi. Ondertussen, het was rond kwart voor twee, nam de regendreiging weer toe.

Om half drie zakte de moed bij Jacomine in de schoenen: 3 km voorbij Montgat bleek Premià de Dart nog 6,6km weg te zijn en we hadden er al bijna 25km op zitten. Ze had mazzel; wij gingen naar Permià de Mar, 3,6km minder ver weg. Op gegeven moment dachten we dat het handig was, via een viaductje de treinlijn over te steken, om zo, als de regen zou losbarsten, gemakkelijker te kunnen schuilen.

 Regenbui en brugje zijn zichtbaar!!

Te laat: een harde wind sloeg het water ons fel in het gezicht en we kozen ervoor om terug te keren naar het pad en dààr verder door te lopen.

In El Masnou, de plaats waar ik het liefst gestopt zou zijn, maar waar geen overnachting beschikbaar was, maakten we een stop bij de haven. Een volgend bordje gaf aan dat Premià-haven nog 2km verderop was. Jacomine werd weer wat mismoedig .... ten onrechte, voor mij was dit het signaal dat we onder het spoor door naar de weg moesten, omdat het hotel niet ver kon zijn; en zo was het.

En: H**Vila de Premià; Camí Ral 69 (€ 68 (LO) was een goed hotel.

Ons gemiddelde deze dag was 5,5km/h geweest. Deels omdat we niet altijd over een vlak ondergrond liepen, deels omdat we in Barcelona nogal eens door het verkeer werden opgehouden. Dat blijkt ook uit de totale looptijd: praktisch 8h, d.w.z. bijna 3 uur “rust”; voor een deel voor de rode stoplichten op de Gran Via. Ons looptempo in de stad lag nl. te hoog om steeds mee te surfen met de “groene golf”.

Later op de dag maakten we nog een klein rondje Premia voor een versnapering.

 

 

 

 

 

< Terug >

 

 


 

Zondag 19 mei: Premià de Mar - Arenys de Mar (21,0km; 3:55h)

Het traject van vandaag was vergelijkbaar met det laatste deel van gister.

Alleen het weer bleef langer goed. We liepen geruime tijd over een smal paadje met de zon in het gezicht.

We passeerden Vilassar de Mar ...

 Vlakbij een onbereikbare goudgele M

... en zochten iets voor Mataró (waar we de kust iv.m. een fabriek even moeten verlaten) naar een colatentje. We vonden dat later in het centrum, bij het station. Daarna ging het weer welgemoed verder. Even verderop kwamen we de afslag, het begin, van de GR83 tegen: het Camí del Nord o del Canigò, die van Manaró rechtstreeks naar de Canigou loopt.

Om kwart over elf waren we inmiddels 10km voorbij Premià.

Hierna bleef er van het pad weer slechts een paadje langs het spoor over. Van tijd tot tijd werden we achterhaald door een fietser of door een ander tegemoet gereden of door een gezinnetje tegemoet gelopen. Pas tegen twaalven kwamen we weer op een boulevard en om half één waren we al bij Port del Balls, ong. 5km vòòr Arenys de Mar.

Als favoriet stond Hostal de Lluna op mijn lijstje, maar bij het zoeken stonden we plotseling voor een restaurant met habitaciones, à € 50 (LO).

Een Frans stel, waarmee we al eerder even gesproken hadden, gaf aan dat dit een goede keuze zou zijn. En zo klokten we iets door half twee aldaar in. We hebben daar met veel plezier overnacht. Maar we hebben ’s middags eerst nog even een wandeling van 3½km door het plaatsje gemaakt. We vonden daarbij alsnog Lluna.

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Maandag 20 mei: Arenys de Mar - Blanes (25,9km; 4:45h; H****Horitzo; € 89 (LO);)

We konden niet eerder dan half negen ontbijten en dat was wat laat, maar het was ook wat spaarzaam. Het voordeel was dan wel weer dat we toch nog even door negenen konden gaan lopen.

Na de haven bleek er een breed zandpad tussen het strand –soms met recente duinvorming- en de spoorlijn te lopen.

Soms zagen we, verder het binnenland in, schitterende woningen staan.

Bij Canet de Mar startte de GR5, het binnenland ingaand.

De route (ons kustpad) verliep redelijk ruig, soms moesten door metershoog riet.

Voor St.Pol de Mar verlieten we de kust .

... en konden we verder over een wandel/fietspad tussen de spoorlijn en de N11. Dat klinkt overigens beroerder dan het was.

 Let op het randje rechts, langs de weg

Vervolgens bracht de route ons in het dorp weer bij de kust en later, via een aantal trappen,

... opnieuw naar de weg.

Bij de Roca Grossa, even vòòr Calella en 9 km van Premià, om tien voor elf, liep een mooi pad over een schitterend viaduct het binnenland in. Waar het heen leidde, was mij onduidelijk, wel helder was dat wij dat niet moesten nemen. In Calella liepen we geruime tijd door een prachtige platanen-allee.

En even verder

Zeven kilometer daaraan voorbij, in Malgrat de Mar, stond Blanes nog steeds niet op de bordjes en Jacomine vroeg zich al af wat er nu vandaag weer stond te gebeuren. Zelfs drie kwartier later, 5 kilometer voorbij het centrum van Malgrat, inmiddels op wat een weinig belovend weggetje leek, scheen Blanes niet te bestaan ... en toen, .... na het oversteken van de Riera La Tordera,

... kwamen we een bordje met Blanes tegen, een heus GR92-bordje. Kwam nu dus toch alles op zijn pootjes terecht?

Dat was maar betrekkelijk. Ik had mij voorgenomen een hotel in de eerste de beste buitenwijk te nemen, om de afstand vandaag een beetje te beperken. Dat was geen goede optie: voor zover we ze zagen, maakten ze geen gezellige indruk, zullen we maar zeggen. En zo liepen we nog een heel stuk door, tot bijna aan het centrum. Van weeromstuit kozen we hotel Horitzo, vier sterren en niet goedkoop,

... maar vergeleken met het even dure Travelodge geweldig.

’s Middags zijn we nog even op en neer gelopen naar een tentje op de boulevard, om daar het menu del dia te genieten. We hadden voor vandaag genoeg gelopen. Ons gemiddelde was overigens weer 5,5km/h

Het weer was deze dag beslist niet buitengewoon zonnig te noemen en temperatuur lag niet boven de 15°.

 

 

 

 

< Terug >

 

 


 

Dinsdag 21 mei: Blanes - Tossa de Mar (22,8km; 4:35h; H*-Resid.Simeon: € 41 (LO)

“Moeten we daaroverheen?” vroeg Jacomine zich gister, bij het zien van het Castell, al af. En natuurlijk, het zou deze vakantie niet gemakkelijk worden, het antwoord was: “Ja”, maar zeker wist ik dat op het moment van vragen nog niet.

Het werd deze dag, even na half negen en de eerste paaltjes, maar al te snel duidelijk: trappen

... met in totaal waarschijnlijk zo’n 1000 treden voerden ons omhoog, daarbij een prachtig uizicht over Blanes gevend.

Zo sneden we tevens de lussen in de zich naar boven slingerende weg af. En na drie kwartier stonden we dan tenslotte boven, bij de resterende toren van het Castell de Sant Joan.

Na een korte stop liepen we tegen half tien via een grintpad en de verharde Camì de Sante Cristina omlaag en in de richting van Lloret de Mar, deels door een prachtig bosachtig landschap,

... vol met bordjes met tijdsaanduidingen. Bij het Platja Fenals meende ik al in Lloret te zijn

... en gingen we rond elven op zoek naar een geldautomaat. Juist omdat deze in de buurt van het strand niet te vinden was, leek het ons belangrijk er ter plekke naar op zoek te gaan. Dat lukte ons tenslotte, maar waarschijnlijk had een van de inwoners (een bouwvakker) het ons al gezegd en hadden wij dat niet begrepen: “Maak je niet druk; in Lloret-zelf struikel je over de automaten”. En zo was het, uiteindelijk; maar vòòr die tijd, na een cola-pauze, rondden we nog een klip, waar het pad prachtig in de rotsen was uitgehouwen, gedeeltelijk in de vorm van trappen.

Een van de mooiste stukjes route uit deze vakantie (en van ons hele Spaanse kustpad).

Daarna kwam Lloret zelf: met hoogbouw (zeldzaam langs dit deel van de kust),

... maar toch niet te vergelijken met Benidorm; afgezien dan van de Nederlandse naamgeving hier en daar: je hoeft er niet Spaans of Catalaans te eten. Het zou overigens goed mogelijk kunnen zijn dat in het hoogseizoen de verschillen tussen Lloret en Benidorm toch erg klein zijn.

Bij het verlaten van Lloret hadden we 11km gelopen, het was even door twaalven.

Het landschap bleef onverminderd mooi, maar wel wat verstedelijkt en even door drieën liepen we hotel Simeon in Tossa binnen.

Het was één van de beste èn goedkoopste hotels tijdens deze reis. Hoe ze de eindjes aan elkaar knoopten, konden wij niet bedenken.

We hadden vandaag 22,8km afgelegd in 4:35h; met een gemiddelde van 5km/h. De overwonnen hoogteverschillen waren volgens mijn GPS ong. 650m, maar Google-Earth berekende 735m.

We voelden ons hierna nog fit genoegd voor een “rondje dorp” van 3,6km. Helaas zijn we aan het middeleeuwse deel van het dorp niet toegekomen. Het was overigens in alle opzichten een schitterende dag geweest.

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

Woensdag 22 mei: Tossa de Mar - St Feliu de Guíxols (22,0km; 4:33h; H*R del Mar; € 61 (LO)

Het was simpel vandaag: ook speurwerk via Google had geen mogelijkheid voor een dòòrgaand kustpad opgeleverd. Het zou een eenzame dag worden, met weinig kans op cola onderweg. En dat klopte. Verder ging het bergop en daarna weer af; in het totaal 680m op/neer (GPS) dan wel 675m (Google).

De eerste uitdaging was de Puig de (ses) Caridetes, ong. 680m hoog en op ruim 6km afstand. Hierbij passeerden we de restanten van het heiligdom van de Mare de Deu – de Gracia tegen half elf. We konden terugkijkend Tossa nog steeds zien liggen. Onze pista werd omzoomd met kurkeiken en onvolgroeide parasoldennen.

Even na kwart over elf passeerden we ons hoogste punt.

 Nog een terugblik op Tossa

Even later kwamen we bij een asfaltweg (GIP-6821) en uit een bij de OdT verkregen velletje wist ik dat we daar maar kort op zouden moeten lopen. Het viel niet mee het merkje te vinden dat aangaf waar we de weg weer moesten verlaten.

We passeerden een ruïne en ...

... een bordje meldde ons dat we bijna halverwege waren (2:33/2:10). Het was kwart voor één en we liepen al 3½ uur (incl.rust). Waar moest dat naar toe?

Nu hadden we wel eens vaker misleidende berichten via bordjes “op ons bord” gekregen. Er was dus nog reden voor hoop. Daarbij hadden we sterk de indruk dat er weinig meer geklommen hoefde te worden. Als het pad nu maar goed begaanbaar bleef!

Om kwart over één hadden we [bordje] nog 1:44h (echt waar: 1h en 44 minuten) te lopen naar St.Feliu (en waren we 3h van Tossa weg). Kijk, zo moest dat dus en we passeerden fluitend de Coll de L’Escorpi.

Natuurlijk, prijs de dag pas in je hotel: ... het vervolg ging via een goot i.p.v. een pad.

Het water was ons vòòr geweest. Kilometers ging dit zo door: de eerste en laatste foto zijn van 13:17 en 13:53. Het pad werd daarna weer normaal (èn lastig).

We kregen daarbij St.Feliu in het zicht ...

... en kozen voor een korte pauze.

Om kwart over twee meldden de bordjes dat we 3h 43minuten van Tossa weg waren en nog maar 1h naar St.Feliu te gaan hadden. (We konden natuurlijk ook voor de GR92.1 kiezen; maar dan kwamen we niet in St.Feliu, dat liep door het binnenland naar Palau-sator.)

Een paar minuten later liepen we door het dorpje La Casa Nova, waar ik een stuurfout maakte en we ten onrechte de Carrer Rossinyol (en nog wat meer) afliepen (òp in de praktijk; maar omdat we weer terug moesten, is dat eigenlijk niet noemenswaardig.)

Op de Nachtegalenweg

Wat dat wel was, is dat we –nu we het er toch over hebben- gedurende deze vakantie enorm veel nachtegalen hoorden.

Acht minuten voor drie waren we 4h 6minuten weg van Tossa en op nog 36 minuten van St.Feliu. Slimme rekenaars hebben nu allang in de gaten dat er af en toe een minuut door “de bordjes” werd weggemoffeld. Wat het nut daarvan was, is ons niet duidelijk geworden.

Op gegeven moment (15:13h) passeerden we een paaltje waarop werd gemeld dat Tossa 4:44h van ons weg was. Blijkbaar waren we in St.Feliu, maar dat gevoel hadden we nog niet: het leek wat meer op een voorstad. Uiteindelijk kwamen we op de centrale Rambla ...

... en zagen daar het merkwaardige Nou Casino. Na wat zoeken kozen we voor H.del Mar, na aanraden van een oude dame. In de praktijk parkeerde ik Jacomine om 15:30h op een bankje en liep naar het hotel. Ik moest een nummer bellen en van boven kwam een man mij open doen. Ik informeerde naar de prijs en kreeg de kamer te zien. Ik was niet helemaal overtuigd en gaf het met “mi mujer’ te bespreken. (Overigens sprak hij, een Italiaan, goed Engels.) Jacomine vond het best en zo stapten we het hotel binnen. Het lag in een nauwe straat en het lukte mij, net zo min als Streetview er een goede foto van te maken.

We waren 5:15h onderweg geweest en hadden daarin 4½ uur gelopen, met een gemiddelde snelheid van 4,8km.

Na het gebruikelijke inrichten hebben we nog een klein “rondje dorp” (2,1km) gemaakt, met o.m. een niet zo geslaagd bezoekje aan het plaatselijke, in het (Benedictijner) klooster/museum gevestigde, OdT.

Ook gingen we nog een hapje eten en een stel batido’s (zumas heet dat hier gewoon) drinken. Daar kwam ik in aanvaring met een kunstzinnig type, dat kunstzinnig rook aan het verspreiden was. Jacomine meende dat ostentatief van plaats veranderen genoeg signaal was, ik meende een klein toneelstukje te moeten opvoeren op het moment dat de man begon over “no molestar”, of zoiets. “Sí, es molestar, señor!”

Aan het uitspreken van ‘Guíxols’ heb ik mij in het openbaar nooit gewaagd (zie overigens de inleiding voor de uitspraakregels). Iedereen die aan Google-vertalen de Spaanse èn Catalaanse uitspraak vraagt, zal begrijpen waarom.

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Donderdag 23 mei: St Feliu de Guíxols - Palamós (20,1km; 4:14h)

Vandaag weer eens een echte kustwandeling. De vraag was hierbij wel: vlak of met veel stijgen en dalen? De kaart suggereerde het eerste, maar al met al zijn we toch nog ong.350m op/neer gegaan (GPS/Google beide). Het ging om 5 hobbels waarvan de hoogste 57m was.

We startten even door negenen en draaiden via een mooi pad bovenlangs St.Feliu uit,

... op weg naar het strand van St. Pol (de Feliu). Bijna iedere stap leverde ver- en bewondering: het was mooi en goed geschikt gemaakt voor een wandeling of trektocht!

Even na tienen kwam het eerste tunneltje ...

... en al spoedig het strand van St. Pol. Rond elven rondden we het klippengebied van S’Agaró-Espinavessa. Hier komen prachtige neo-Griekse tempeltjes en dergelijke voor (en je mag erdoorheen lopen!).

Kennen we die steun niet van Dalí?

 

(Deze tocht is, evenals die van de volgende dagen ook afgelegd en beschreven door Fred Triep, zie: http://www.wandelwebsite.nl/europa/camideronda.html Veel van zijn foto’s roepen herinneringen bij ons op [en zijn praktisch identiek aan de onze].)

 

Even door half twaalf waren we 2:24h van St.Feliu verwijderd en nog 2:41h van Palamós. We hadden inmiddels de kust moeten verlaten om om de haven van Platja d’Aro heen te kunnen lopen.

Om kwart voor twaalf waren we volgens de bordjes ongeveer halverwege: St.Feliu: 2:37h; Palamós: 2:28h.

We bereikten het eind van het Platja d’Aro om 12:37h.

Ruim een uur liepen we daarna over een pad met tunneltjes, trapjes en schitterende uitzichten.

Op het Cala de Roques Planes, bij een camping liep het mis (of: liepen wij mis), d.w.z.: aan het eind van het strandje hebben we uitgebreid gezocht, hoe het er verder moest. De rotsen waren echter te lastig voor ons, het strand te smal en een nauw paadje leek toch meer op een watergangetje. We kozen ervoor een omtrekkende beweging te maken, via de weg. Een van de campingbewoners gaf ons nog aan dat we best wel verder konden, maar we lieten ons niet vermurven. Achteraf, Google-Earth raadplegend, was dat niet handig. Hooguit 100m ploeteren vervingen we nu door zeker 5x zoveel aan klimmen, lopen en dalen. We hadden op dat strandje overigens wèl bekijks!

Terug op de route overkwam ons bijna opnieuw hetzelfde. Aan het eind van een lastig strandje was een raar tunneltje. Wij namen de gok, een paar Fransen, wijs geworden van het eerdere probleem (?) deden dat niet. Zìj hadden ongelijk: het was, opnieuw, een schitterend stuk!

Na een korte pauze kwamen we hierna aan op de strand/boulevard van St.Antoni de Calonge en later dat van Palamós; in het totaal een half uur gaans.

Na enig zoeken, waarbij de smartfoon wonderen verrichtte, kwamen we om 16:40h bij Hostal Residencia Catalina aan, waar we voor € 62,50 (LO) een uitstekend onderkomen hadden.

Dit keer ging het weer eens om een door mij van-te-voren-gekozen favoriet. We hadden toen, aan de boulevard, ons menu al verorberd.

We waren 7½ uur onderweg geweest (maaltijd meegerekend) en hadden daar 20,1km afgelegd in 3:21h. Ons gemiddelde was 4,7 km/h geweest en het hoogteverschil betrof ong.354m op/neer (GPS) dan wel 420m (Google).

 

 

 

< Terug >

 

 

 

Vrijdag 24 mei: Palamós - Calella de Palafrugell (10,6km; 2:21h; H***Port-Bo; € 68 (LO))

Het was vandaag een wat sombere dag, die uiteindelijk meer dan regenachtig werd.

We vertrokken om 9:20h, eerst naar het strand van Fosca, waar we rond tien uur een colaatje dronken, want ik rekende erop dat we dat daarna een tijd lang niet zouden kunnen doen.

Na Fosca

Het pad voerde ons langs de ruïne van het Castell, ...

door het dorpje Sant Esteve de Mar/Cala S’Alguer ...

... en daarna uiteindelijk over een vlakte, waar we, wist ik, een rivier moesten oversteken.

Er liepen twee paden het binnenland in; het ene had volgens ons het merkje en dat volgden we over enkele honderden meters. Toen was er een afkruising, maar nergens een afslag (de rivier over) en waarschijnlijk was dat eerste merkje toch voor het andere pad bedoeld. Als dat zo was, zou er over enkele honderden meters een afslag om over de rivier te steken moeten zijn (die dan wel het door ons gelopen pad had moeten kruisen). Dat pad zou, rechtdoorgaand, als PR-C-105, naar Palafrugell moeten leiden.

Een niet-GR-markering verwees naar Cap Roig, een van onze volgende doelen. Hiervoor moesten we de droogliggende riviermond over. Daarvoor kozen we rond elf uur en kregen zo een schitterende en goed gemarkeerde wandeling aangeboden. Een verrassing onderweg was het passeren van de “baracca d’en Dalí”.

Salvator Dalí's barak

Google-Earth bekijkend, denk ik dat we de betere beslissing hebben genomen.

Om kwart voor twaalf kwamen we weer terug op de GR92, tien minuten vòòr Cap Roig. Daarna werd het weer schitterend; het pad dus (niet “het weer”, dàt bleef dreigen; het zou uiteindelijk een stevige bui opleveren).

Jacomine vond het toen wel welletjes voor vandaag. Ik wees er nog even op dat je met 10,6km toch eigenlijk van een rustdag moest spreken. De gemoederen bedaarden toen ik daarna meedeelde dat ze zich wel moest realiseren dat dit er onvermijdelijk toe moest leiden dat we morgen weer zo’n soort rustdag zouden hebben.

Leuk, maar hoe kom je aan een hotel? Het OdT was ook nog eens dicht (en zou pas volgende week weer open gaan). Op het “Fingerspitzengefühl” liep ik het dorpje in tot bij hotel Port-Bo, dat, volgens Jacomine wel gesloten zou zijn.

Dat was natuurlijk niet zo en we kregen rond 13:15h een mooie kamer met schitterend uitzicht en een groot balkon, waar we i.v.m. de regen maar weinig gebruik van hebben kunnen maken.

De receptionist maakte een OdT voor dit dorpje overbodig: buitengewoon vriendelijk, met bruikbare informatie en goed in zijn talen. Desgevraagd: Port-Bo had niets te maken met Portbou (hoewel de uitspraak dezelfde is), maar was de mooie (“beau”) haven van Palafrugell.

We hadden in bijna vier uur twee uur en 20 minuten gelopen (een deel van de lange “rusttijd” zat ‘m in het kiezen van het route-vervolg bij de rivier). Onze gemiddelde snelheid over die 10,6km was 4,5km/h en het hoogteverschil kwam op ong.290m (GPS)/435m (Google).

’s Middags, tussen de buien door, maakte we nog even een klein rondje voor een menu en het aanvullen van onze voorraden.

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Zaterdag 25 mei: Calella de Palafrugell - Begur (12,0km; 2:22h; H***B&B Classic; € 86 (LO))

Onze tweede rustdag dus, tot ver na Begur was er geen mogelijkheid tot overnachting, dus dat was duidelijk. Eigenlijk dus een soort verjaardagscadeautje.

En daar vertrokken we, even voor half tien, eerst langs de bebouwing van Calella de Palafrugell en daarna langs die van het nog fraaiere Llafranc.

Onze eerste doelen waren de vuurtoren van St.Sebastià en het Cala Pedrosa. Na een half uurtje waren we daar nog resp. 30min en 1:10h van verwijderd. Op weg naar de eerste hadden we een prachtig uitzicht over Calella en Llafranc.

Om kwart over tien bereikten we de vuurtoren.

En daar moet iets mis zijn gegaan. Achter het restaurant liep een paadje met de mededeling dat het naar een panoramisch punt leidde. Dat kozen we, zonder markering, dus niet, en het alternatief verwees naar onze doelen, maar op gegeven moment waren we toch de GR92-markering kwijt.

In de hoop dat het goed zou komen, gingen we verder. Maar het kwam niet goed. Ik denk dat we hier over de PR-C107 liepen.

Het werd dus in toenemende mate proberen om naar de kust terug te buigen. Het enige punt waarop dat gelukt zou zijn, herkenden we pas als zodanig toen we er al ruimschoots voorbij waren. Daarna werd het ons uitdrukkelijk verboden; we zullen wel niet de eersten zijn geweest die hier een merkje misten.

Tien over elf kwamen we op het strand van Tamarìu aan. Dat betekende dat we het Cala Pedrosa voorbij gelopen waren. Terugkijkend zagen we hoe fraai de GR langs de kust liep, zonder meer mooier dan onze route, maar ja.... Het was tijd voor een colaatje en daar genoten we op één van de terrasjes uitgebreid van.

Naar Begur nog 1:35h zei het volgende bordje om kwart voor twaalf. En dat, wisten we, betekende langdurig van de kust wèg blijven en voorlopig een breed karrenspoor door schitterende bossen.

Een uur later kwamen we Begur binnen en gingen op zoek naar een overnachting. Hotel-B&B Classic leek Jacomine maar niets;

... totdat we in de kamer waren, ook hier met een groot balkon en uitzicht over het hele stadje. Een tweede cadeautje. We hadden vandaag een gemiddelde snelheid van 5,1 km/h gehaald; relatief gemakkelijke ondergrond. Het hoogteverschil was 490m op en 290 neer (GPS), Google meldt 525m/350m; inderdaad: Begur ligt nogal hoog, op 210m, op het Massif de Begur.

Het kon niet uitblijven dat we ’s middags nog even een rondje door het dorp maakten en daarbij de klim naar het kasteel niet vergaten.

In iets meer dan een half uur liepen we de kilometer heen en weer en hadden boven een schitterend uitzicht, onder andere op het N.P. Cap de Creus: cadeau 3, zullen we maar zeggen.

Hierna dwaalden we door het stadje weer omlaag,

... om te eten in het restaurant dat m.o.m. bij het hotel hoorde.

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Zondag 26 mei: Begur - Torroella de Montgrí (23,0km; 4:10h; H****Palau Lo Mirador; € 56 (LO))

Volgens oorspronkelijke planning zouden we in één keer van Palamós naar Begur zijn gelopen. Volgens het boekje/de topo was dat iets meer dan 23km. (De GPS kwam in de praktijk uit op 22,6km, maar we waren dan ook hier en daar afgeweken van de GR.) De planning was dat we morgen een ingekorte route zouden lopen, om een beetje reserve over te houden voor de daaropvolgende dagen.

Na deze twee “rust”dagen vond Jacomine dat niet nodig en we gingen om 9:19h dan ook voor de èchte GR92.

Eerst zouden we het massief afdalen en pas vlak voor Torroella over een heuvelruggetje heen gaan.

Volgens de topo zouden we daar 4:40h over moeten doen. Het was overigens koud geweest deze nacht; we zagen sneeuw op de Pyreneeën-toppen.

Aan de rand van het dorp zuchtten we: “Goed, dat er politie is! (en dan ook nog één met kennis van de Gran Recorregut/Grand Recorridor)”. Bij de rotonde stonden de merkjes volkomen misleidend en we hadden één van de inzittenden van een politieauto nodig om uit deze virtuele gordiaanse knoop te komen.

De route liep daarna in eerste instantie door het bosrijke Massif de Begur. Het was natuurlijk aardig dat we na het passeren van een bordje met “Pals; 2h” vier minuten later een ander met “Pals; 2:03h” tegenkwamen.

Vijf over tien was Pals nog maar een uur van ons verwijderd (en waren we een uur van Begur weg). Tien minuten later passeerden we het heuvelopliggend dorpje El Mas de Tamasi.

Blijkbaar is de route sinds de uitgave van de topo aangepast, want hoewel we de bordjes braaf volgden, liepen we anders dan het kaartje op blz.34 aangeeft. Regelmatig kwamen we bordjes over de PR-C108 tegen; deze slingert zich in dit gebied om de GR92.

Pals was een mooi middeleeuws dorpje dat we rond kwart voor elf bereikten en waar zich op dat moment een lawaaierige festiviteit afspeelde. Na een collaatje en een niet zo nuttig bezoekje aan het OdT liepen we er dan ook snel doorheen, maar misschien toch iets te snel, ik kwam niet toe aan het schieten van foto’s. Prettig was dat er daarna niet alleen GR92-bordjes met tijden, maar ook (bruine) fietsbordjes met afstanden waren. Op die laatste werd Torroella ook al vast genoemd.

Zo’n 20 minuten na Pals ging de weg over in een pad en dat in een bedding. We konden maar nauwelijks onze route voortzetten. Even later passeerden we het Restaurant Can Bach. Eén ding weet ik sinds een You-Tube-fragment zeker: de naam heeft niets met Johann Sebastian te maken. (http://www.youtube.com/watch?v=q4lNTviXwqw)

Om twaalf uur kruisten we de GI-651 en kregen uitzicht op de Aiguamolls de Pals.

Een half uur later stonden we vòòr Palau-sator (dat dorpje dus waar de eerder genoemde GR92-1 heenleidt).

Torroella zou nog 2½ uur van ons verwijderd zijn, maar daarvoor moesten we toch eerst Fontanilles en Gualte zien te bereiken.

Om één uur bereikten we dat dorpje, een helemaal-niets-gehucht; de Puig-de-la-Pasquale was nog 21 minuten voor ons uit; dat laatste topje in ons hoogteprofiel van vandaag.

Om kwart over één stonden we bovenop de Puig, tijd voor een korte stop. We hadden een prachtig uitzich op Torroella, het Montgrí-massief met zijn Castell èn, in de verte, Cap de Crues.

Een kwartiertje later waren we bij Gualte, waar werd meegedeeld dat de Puig 21 minuten achter ons lag. Torroella was nog 55 minuten voor ons uit en het Castell (goed om dat voor morgen te weten) 1:55h.

Bij het oversteken van de Riera Daro, even later, konden we over de antieke brug (hoewel er ook een moderne brug en een voorde lagen).

Even door tweeën staken we een andere brug met uitzicht op Torroella en Montgrí over. Daarna kwam de Rio (Riera) Ter en liepen we Torroella binnen. Ik had mijn smartfoon in de aanslag, want we moesten naar de Passeig de L´Església. Jacomine vond het maar niets, we waren al wat andere hotel-aanwijzingen gepasseerd en “je ziet toch wel door wat voor “buurtje” we aan het lopen zijn?”. “Nog één bocht”, was mijn antwoord.

En toen stonden we voor een muur met poort.

“Vier sterren ook nog. Hoeveel denk je dat dit gaat kosten?” vroeg ze mij. “Afhankelijk van de kamer €46 of €56” “En dat moet ik geloven?” Voor we dat te weten kwamen, moesten we eerst over een enorm grasveld, waar grote aantallen bruiloftsgasten verpoosden. Het lukte ons niet om ons onopgemerkt met hen te mengen. Om verlegenheid met de situatie voor de gasten te voorkomen, stapte ik een opslagruimte in, waardoor iemand van het bedienend personeel begreep dat ik naar de receptie gebracht wilde worden. Dat gebeurde met discretie.

En toen werd duidelijk dat Jacomine het wèl moest geloven; onze kamer kostte ons €56 en daar had je wat voor, als je er eenmaal was! Het was allemaal nog sjieker dan indertijd in Port-de-Soller (zie Mallorca).

Het gebouw dateert uit 1385. De naam (Lo Mirador) kwam van de hoogste toren ervan, tevens het hoogste punt van de stad, vanwaar men tot diep in de Empordá kon kijken. Het werd residentie van de Graven van Barcelona. Het werd aan het begin van de 20e eeuw door de Markies de Robert i Surís in gotische stijl verbouwd tot zomerresidentie. Nou ja, hij gaf de architect Rafael Masó de opdracht daartoe. Het was een plezier om door het gebouw te dwalen.

Hoe dan ook: we hadden vandaag onze 23,0km in 4:10h afgelegd, leidend tot een gem.snelheid van 5,5km/h. Om 15:05h waren we het hotel binnengestormd (eigenlijk al 10 minuten eerder), zodat we iets meer dan 5½ uur onderweg waren geweest. Volgens de GPS waren we 300m omhoog en 400m omlaag gedaan (immers van het Begur-massief af). Volgens Google was het echter 244m/217m, de enige keer dat de GPS te hoge waarden aangaf.

In het bij het hotel horende restaurant kon je ook eten, ...

... alleen niet in de gebruikelijke zaal. Die speelde momenteel een rol bij de bruiloft. Deze vervangende zaal was een geweldige ambiance en dat vonden niet alleen wij, er zat nog een drietal Franstalige gezelschappen en een, horen we dat goed, viertal Nederlanders. Nou, dat was niet mis te verstaan. Terwijl de overigens in de zaal zo zacht spraken dat je best mag twijfelen over de vraag of de anderen echt allemaal Franstalig waren, bespraken de twee echtparen (overigens m.n. de vrouwen) hun reisjes en andere problemen dusdanig luid dat het letterlijk te volgen was, terwijl ze toch aan de andere kant van de zaal zaten.

Met samenzweerderige blikken namen de overigen van ons afscheid, zo van “Ach, je landgenoten kies je niet zelf” en “Hou vol, aan alles komt een eind”. Bij het afruimen van de tafels maakte het personeel (foei) onnodig veel lawaai.

Maar toen bij het afscheid Jacomine uiterst vriendelijk meldde dat het misschien volgende keer iets zachter zou kunnen, was de reactie van één van de dames: “Had u dat niet eerder kunnen zeggen? U zat ons nu dus af te luisteren!” De reactie was: “U hebt geen enkel signaal uit de omgeving opgevangen en hadden we u moeten opvoeden?” “Nee, dat zou geen opvoeden geweest zijn.” Op de voor de handliggende reactie “Maar wat zou het dan wel zijn geweest?” kon de dame geen antwoord vinden en zij vertrok en stille trom. Deze maaltijd, inclusief het theater, kostte slechts 2x € 25 en was gastronomisch gezien uitmuitend!

Hierna maakten we nog een rondje van 3,4 km rond het hotel en de “bijbehorende” kerk/kathedraal, waarbij we vast het begin van de route van morgen zochten.

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Maandag 27 mei: Torroella de Montgri - l'Escala (18,9km; 4:19h; H***Nieves Mar; € 86 (LO))

Toch even een minpuntje over het hotel. Het kostte moeite het ontbijt op gang te brengen en toen we uiteindelijk dachten te kunnen betalen (de maaltijd, de rest was al gecredit-card) bleek er geen bevoegde te zijn om dit te regelen. Na veel vijven en zessen, mitsen en maren konden we eindelijk vertrekken. En dan moeten we toch maar niet zeuren: we konden om 8:52h al aan de slag.

We dachten het begin van de route wel zo goed te kennen dat we “op het gevoel” richting Montgrí gingen en prompt van slag raakten. Met de hulp van een Torroella-er, die speciaal voor ons uit zijn auto sprong, kwamen we weer in de goede richting, maar om absoluut helemaal zeker te zijn heb ik, voor we aan de grote klim begonnen toch met de smartfoon een stukje van de route in het dorp herhaald.

In kilometers zou het geen bijzonder zware dag zijn: de topo gaf 19,5km en in de praktijk liepen we slechts 18,9km (maar dat kwam door een “raccourci” waarover we het nog zullen hebben).

De topo gaf verder één hoogte, de klim naar het Castell de Montgrí, 300m. Zoals uit het hoogteprofiel blijkt, was dat niet juist; erna kwam een tweede top die 317m was. Vooraf had ik deze dag tot één uit de topdrie qua zwaarte ingeschat. Dat kwam wel uit.

Enfin, het eerste paaltje (om 9:05h) gaf goede moed met de melding dat we over 45 minuten bij het Castell zouden zijn en dat we 5½ uur later in Escala zouden ronddolen.

De klim ging in eerste instantie rustig omhoog, we konden mensen zonder bagage nog voorblijven, maar al gauw bleek dat we het niet zo hadden met de merkers. In de eerste plaats ontdekten we dat we ons toch naar een parallel-pad hadden laten sturen i.p.v. het route-pad zelf. In de tweede plaats stelden we na het passeren van het colletje (de la Creu, 195m, om 9:37h), toen het pad begon te zigzaggen, vast, dat die merkers net zo enthousiast afkruisingen neer hadden gezet als merkjes èn dat oude merkjes waren weggewerkt (maar dus niet echt). In de praktijk bleek dat je daar nog het best op kon lopen, toen we eenmaal doorhadden hoe het werkte. (Het probleem van die afkruisingen was dat ze verkeerd waren aangebracht, het leek er te vaak op dat het pad werd afgekruisd.) Maar hoe dan ook: we hadden een prachtig uitzicht over Torroella.

We hadden op dat colletje nog 13 minuten voor de volgende 100m stijgen.

Kenners weten dat dat niet kan lukken.

Eén minuut voor negenen waren we in het kasteel, ...

... we hadden er dus “maar” 54 minuten over gedaan, ondanks alle oriëntatiestopjes. Maar zou de tijdbeschrijving naar Escala van dat eerste paaltje even optimistisch zijn?

We begonnen maar gauw aan de afdaling.

En daar werden we weer geconfronteerd met die merkers-grap; we moesten weer naar een colletje, nu [natuurlijk] omlaag. Dat was op ong. 215m hoogte en wat is 85m nou?

Kijk ook eens naar het route-vervolg

Wel, het heeft ons 25 minuten gekost, enerzijds door die rare afkruisingen, anderzijds door de steilte. (Helaas, als het echt lastig wordt, kom ik niet aan fotograferen toe.)

Zoals uit een foto blijkt ging hier een Engels stel met zijn twee kinderen (nog) “fluitend” omhoog.

Omdat wij ondertussen bij de Montpla (315m) omhoog moesten (de grote verrassing), konden we langdurig hun vorderingen volgen. Na 30 meter hielden ze het voor gezien. Pas vlak voor zij uit beeld raakten [ons pad draaide weg] waren ze weer terug op de col. (Er moet overigens een ander pad zijn. Tijdens onze afdaling, kwam een [Frans?] echtpaar omhoog dat voor ons langs naar het Castell ging. We hebben niet kunnen vaststellen waar onze paden zich kruisten.)

Om 10:47h waren we op het hoogste punt van het pad. Dat was niet de tòp van de Montpla, daar liep je transverserend langs.

Even na elven mochten we dan tenslotte dalen.

Het was een lastig paadje, maar anders dan bij de afdaling van de Montgrí liep je hier geen enkel risico.

Om 11:23h kwam er, bij het dorpje La Torre Vella, een paaltje met de mededeling dat Torroella 1:28h en het Castell 0:47h achter ons lagen èn dat l‘Escala nog 4:47h zou gaan kosten. Drie kwartier later (12:16h) gaf een ander aan dat Torroella 2:41h en het Castell 2:05h achter ons lagen èn dat l‘Escala nog 3:32h zou gaan kosten. Dat gaf de burger enige moed, hoewel het eerste en tweede tijdverschil tussen Torroella en het Castell (resp. 41 minuten en 36 minuten) natuurlijk wel heel vreemd is. Maar enige zorg bleef: we hadden tot nu toe immers geen noemenswaardige pauzes genomen.

Het pad draaide hierna al gauw puur naar het noorden. We waren naar mijn inschatting bijna op de helft van onze dag”taak”. Zeker was inmiddels dat we nu verder de kortste weg naar l’Escala zouden nemen, dus halverwege dit pad niet afslaan naar de kust, naar Punta Ventosa, maar verder door zouden lopen.

Eenmaal op dit vervolgpad zagen we links van ons een hekwerk met tekst. We hadden dit nauwelijks gelezen of twee grote schaapshonden hadden ons ontdekt en kwamen luid blaffend op ons af. Toen de grootste zich door de omheining wurmde, heb ik toch was gruis en stenen van het pad gepakt, om iets te kunnen doen als dat nodig was. Het was niet nodig; stug doorlopen bleek de beste remedie.

Om 13:28h trokken we over de Sorreras d’en Catala, wat een laatste blik mogelijk maakte op de toppen van het Montgrí-massief, inclusief het kasteel. Hierna ging het steil omlaag, ...

... naar de buitengewesten van l’Escala.

Ik had mij voorgenomen (ook i.v.m. de planning voor morgen) zo ver mogelijk door te lopen. Wel, l’Escala is een grote plaats. Eerst navigeerden we door de buitenwijken, toen dronken we een colaatje bij de haven en gingen verder over de boulevard (met uitzicht op Cap de Creus).

Om 14:40h kwamen we het hotel binnen, niet dat wat ik op mijn lijstje had staan (dat was nog iets verder), maar het leek mij nuttig niet te ver van het centrum weg te lopen. Stel dat het hotel vol of gesloten zou zijn.

“Nieves Mar” was in ieder geval geen van beide en tegen een redelijke betaling kregen we een uitstekende kamer met groot balkon. (En ’s avonds/’s nachts kregen we gratis nog een soort lichtshow.)

Na de gebruikelijke inrichtingsbeslommeringen, liepen we terug naar het centrum van het dorp om daar een hapje te gaan eten. Zo, dat zat erop voor vandaag.

In 4:19h hebben we 18,9 km gelopen; een gemiddelde van 4,4km/h. In het totaal zijn we 5:48h onderweg geweest. Echte stops hebben we nauwelijks gehad: de resterende 1:29h zat ‘m vooral in oriëntatie- en adempauzes, vooral rond de Montgri. De GPS geeft 487/497m aan hoogteverschillen, Google: 560m/585m.

De afdaling van de Montgrí beschouwen we zelf als echt gevaarlijk, we hadden al onze ervaring en concentratie nodig om netjes omlaag te komen. Stokken (we hadden ze dit keer niet bij ons) zouden ons daar eerder in de weg hebben gezeten dan dat ze nuttig zouden zijn geweest. Dat lag anders bij de overige afdalingen van deze dag. De komende dagen zouden we door het landschap komen waar Salvator Dalí zo dol op was en dat hij in veel van zijn schilderijen heeft vastgelegd.

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Dinsdag 28 mei: l'Escala - Castelló d'Empúries (19,9km; 3:29h; H**Emporium; € 148 (DP))

We vertrokken om precies 9:00h vanuit het hotel. De topo gaf 21,2km van l’Escala naar Le Cortalet. Nu is dat het administratief, technisch en informatiecentrum van het N.P.Aiguamolls de l’Empordà en ik heb er geen overnachtingsmogelijkheden gevonden. Voor het oplossen hiervan dacht ik aan de volgende trajecten (met overnachtingenmogelijkheden):

a. van l’Escala naar San Pere Pescador (11½km);

b. van San Pere Pescador naar Castelló d’Empúries (13½km);

c. van Castelló d’Empúries naar Roses (10½km);

d. van Roses naar Canyelles Petites (5km);

In stuk a. was een tweetal km te winnen door een kortere route, dichterbij de kust te nemen. Ook dit liep door het N.P., over een wegje langs een stel campings;

In stuk b. was een enorme winst te maken door een paar km langs de GV-6216 te lopen. Ook dit liep door het N.P;

A. en b. samen zouden naar mijn inschatting ongeveer 18½ km zijn, en dan kwamen c. en d. op ong. 15½ uit.

Beide etappes gingen over vlak terrein en dat kwam goed uit want daarna kwamen er enkele etappes zijn die aanmerkelijk zwaarder zouden (kunnen) zijn.

Met dit idee in het achterhoofd stapten we dus het hotel uit. Eerst volgden we de boulevard (stelden daarbij vast dat tenminste één van de hotels op mijn lijstje een definitief gesloten indruk maakte) en kwamen later op een pad terecht, steeds langs de kust. Hierbij kwamen we rond half tien langs de ruïnes van Empurion, naar men zegt de oudste Griekse kolonie/vestiging op het Iberisch schiereiland.

(Roses [Rhode] legt dezelfde claim.) Later was het ook nog een Romeinse en Gallische nederzetting. Het terrein was nog niet open, maar we kregen bij het langslopen een goed idee van het geheel.

Op het punt waar de GR92, samen met de GR1 naar het binnenland wegdraaide [bij St.Martí d’Empúries], volgden wij de weg door het N.P.

Bijna overal was er een apart wegdeel voor fietsers/wandelaars, maar de weg was toch drukker dan ik had verwacht. Een paar honderd meter na Camping Les Dunes was er geen ruimte naast de weg, maar geholpen door de smartfoon, konden we gelukkig we een paadje nemen dat ons naar Sant Pere zou voeren. Rond half elf wilde Jacomine wel even stoppen en dat kwam goed uit. Ik had iets geregeld met de regionale toeristenvereniging.

Er stonden twee stoeltjes klaar, maar Jacomine vond dat wat overdreven. Een kwartiertje later gingen we weer op stap.

In de voor”stad” Bon Relax bleek een Nederlands eethuisje te staan, maar wij gingen verder, de Riera Fluvia overstekend om kwart over elf. Zo liepen we San Pere binnen, waar een tentje ons een colaatje leverde. Aan de andere kant van de straat (net als we onderweg vast hadden gesteld) bleek dat de streek vol was met fietsende Nederlanders en Vlamingen. Hele groepen zaten daar bij de concurrent.

Nadat we, met enige moeite, onze weg door het dorpje hadden weten te vinden, gingen we verder langs de GV-6216. Wel, dat was het vervelends stukje van onze vakantie. 4 km langs een drukke weg zonder ruimte voor fietsers/lopers. Het landschap, maar dat was niet helemaal een verrassing, zag er in vele opzichten bekend uit: plat en groen.

Bij een manege konden we van de weg af, het was inmiddels dòòr half één. Even later waren we weer op de GR92. Ik had Jacomine verteld dat het nog (ruim) 3 kilometer zou zijn. Spottend wees ze me op het bordje: “5,2km, is dat ruim genoeg?” Nou, dat vond ik wel en gelet op de toenemende regendreiging was dit een beetje tricky. Maar ik bleef erbij: “Het is ongeveer 3km”

Het tempo ging nog wat meer omhoog en om half twee stonden we voor het eerste het best hotel in Castelló, gelegen aan de route, een mooie kamer en een lift met uitzicht op de omgeving. We betaalden voor DP; in de praktijk hebben we wel een menu del dia gegeten, maar het cena laten zitten. Dom, hoor.

We werden overigens uitstekend onthaald en met zo’n receptioniste (het was de eigenares overigens) heb je geen OdT meer nodig. Na het inrichten gingen wij dan ook op onderzoek uit in het dorp, gelukkig gewapend met onze paraplu’s, die we al bij de openbare wasgelegenheid nodig bleken te hebben (en het weer werd niet meer beter).

Na ongeveer 40 minuten en ruim twee kilometer gehad we er genoeg van en gingen terug naar het hotel.

Tussen l’Escala en Castelló hadden we 19,9km gelopen. We waren 4½ uur onderweg geweest, waarbij we daadwerkelijk 3½ uur actief waren. De gemiddelde snelheid was 5,7km. Dat vinden we zelfs in Nederland, met het dagtasje, snel.

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Woensdag 29 mei: Castelló d'Empúries - Roses/Canyelles (16,0km; 3;01h)

Gisteren liepen we wel door de Aiguamolls, maar daar hadden we maar weinig van gemerkt. Waarschijnlijk zou dat anders zijn geweest wanneer we de route hadden aangehouden. Het leek mij eigenlijk wel genoeg om één dag door de Aiguamolls te gaan, namelijk vandaag. We kennen het landschapstype waarschijnlijk wat beter dan de gemiddelde Spanjaard/Catalaan. O ja, “Aiguamolls” betekent in goed Nederlands (zegt Google-vertalen): “Wetlands”.

Hoe nat zo het worden, was de vraag. Het antwoord liet even op zich wachten, maar uiteindelijk: een tijdje redelijk nat.

Na een foto van het hotel (let op het weer) ...

... gingen we op pad om 8:42h. Het was schitterend weer, maar dat het gister geregend had was ook op de “droge” paden goed te merken. Na een uurtje begon het moerassige gebied; gedurende een half uurtje liepen we van tijd tot tijd een beetje te zompen.

Even door tienen meldde een bordje dat Roses nog 1:20h van ons verwijderd was.

Let op: Pyreneeën in zicht

Voor alle zekerheid meldde ik Jacomine dat ons hotel achter/voorbij het plaatsje te vinden was, om zo morgen minder kilometers te hoeven doen. Even later kwam de GR92.0 erbij (of sloeg af, in dat geval kan ik melden dat hij door het binnenland naar Llanca loopt. Als we tijd en zin hadden gehad, zouden we daarvan een stukje gedaan hebben; het is namelijk daar aan de GR11 te binden).

Om kwart over elf bleek de plaatselijke VVV weer voor een rustplek te hebben gezorgd. Dit keer wilde Jacomine deze wel gebruiken, het was sober genoeg.

We waren in één van de voorsteden van Roses. Na een korte onderbreking gingen we verder en kwamen om half twaalf al aan op de boulevard van Roses.

Het werd tijd voor een colaatje (en een geldautomaat).

Ondertussen zagen we dat het weer weer aan het verslechteren was ...

... en dat de bordjes melden dat Cadaqués [per la costa] nog 6:25h lopen was; daar wilde ik dus vandaag nog wat van af snoepen.

Even na twaalven waren we weer op pad, op weg naar de vuurtoren van Roses. Daar ging de boulevard over in een simpel kustpad. Dit in twee opzichten: het is niet moeilijk en en er zijn geen fraaie trappen, poorten e.d.

Om kwart voor één kwam Canyelles in zicht en we klokten om 12:52h in in H***Canyelles Platja (€ 89 [LO]).

We hadden in 4 uur en 10 minuten drie uur en één minuut gelopen en 16,0km afgelegd (gem.5,3km/h). Het was een goede dag geweest en aan het hotel mankeerde ook al niets.

Het weer werd anderzijds weer pet,

... dus gingen we snel op weg naar een goede maaltijd “aan de overkant”. Daar begon het te regenen, te spoelen en te wolkbreuken. We kregen herinneringen aan Madeira; het water liep tappelings de wegen en trappen af. Na het eten eerst weer naar het hotel en daarna naar de supermercado, nu met paraplu’s gewapend.


 

 

 

< Terug >

 

 

 

Donderdag 30 mei: Canyelles Petites - Cadaqués (17,8km; 4:15h; Hostal La Fonda: € 55 (LO))

Om 8:55h verlieten we het hotel. Ik had dit gekozen, zo ver buiten Roses als maar mogelijk was, omdat er van tevoren maar weinig over de route van vandaag te zeggen was. Het eerste deel liep langs de kust, maar hoe? Met trappen, tunneltjes e.d. zoals b.v. bij Tossa? Of zou het een geklauter van jewelst worden?

Het tweede deel was via Google-Earth/Maps niet eens te bekijken, er was dus zelfs niets nuttigs over de afstand te zeggen, afgezien van het feit dat de topo 21,375km (vanaf Roses!) aangaf met een hoogste punt van 230m, in het laatste deel van de tocht.

Hierbij kwam nog eens dat morgen hoe dan ook zwaar zou zijn. Reden om alles vandaag zo overzichtelijk mogelijk te houden.

We gingen welgemoed op pad. Het was even zoeken naar het begin van het kustpad, maar toen we er eenmaal op waren, konden we goed opschieten. Een tweetal dames dienden daarbij als “hazen”.

We liepen, zoals hier weer eens gemeld werd, het Camí de Ronda.

Overigens: in de Pyreneeën, en die waren hier al heel dichtbij, was het bar en boos en we zagen sneeuw (30 mei!) op de toppen.

Om half tien liepen we tegen een blokkade op ...

... en moesten een stukje “langs de weg”. Het pad daarna was onverminderd mooi. Er was op gegeven moment wel een misverstand met een bordje; we vonden het lastig het juiste pad te kiezen en kwamen bij een kaap terecht, waar verder gaan alleen maar “roetsj” en “plons” zou zijn geweest.

Jacomine ontdekte hoe het verder moest, ...

... waarna we langs een aantal naaktstrandjes werden gevoerd (o.a. Cala Murtra). Bordjes gaven aan dat we in het Parc Natural de Cabo Creus waren. En toen kwam Cala Montjoi in zicht. Het zal duidelijk zijn: dit was niet meer dat makkelijke paadje van het begin van de dag.

De vraag of we nu een beetje waren opgeschoten was legitiem. Ik kon niet anders melden dat we ongeveer 7km van de klus geklaard had en dat dit naar mijn inschatting goed was voor 1/3 van het totaal. (Inmiddels weten we dat het gunstiger was: 7 van 17,8.)

Op het strandje hebben we een colaatje gedronken. Ondertussen zagen we met eninge nostalgie hoe er een Spaans schoolreisje werd gehouden. De groep (150 brugklassers?) was verdeeld over een aantal docenten (gym/bio enz.) die ze aan het werk zette: zoeken van organismen, kanoën ed. De docentes ondertussen zaten op de gewonden e.d. te passen, de dag te bespreken, koffie te drinken en de verantwoordelijkheid te dragen.

Tenslotte gingen we toch maar weer op stap, wij hadden ook nog een klus te doen!

Rond het Platja del Calitjar moet we een merkje gemist hebben en liepen we een stukje langs de weg, terwijl het Topo-kaartje aangaf dat we pal langs de kust moesten (kunnen) lopen. Ik was nu op merkjes gespitst, want ergens moest het pad de weg kruisen. Dàt mocht we niet missen: ook de weg leidde naar Cadaqués, maar had daar ongeveer twee maal zoveel kilometers voor nodig.

Terwijl ik mijn probleem met een Duitser die het schiereiland van Cap de Norfeu inging, besprak (hij had een 1:25.000 kaart bij zich), vond Jacomine het paadje. We moesten nu ongeveer halverwege zijn.

Nog even één strandje (Cala Jóncols, om 12:45h) ...

... en Jacomine vroeg zich quasi-verbijsterd af “Is hier geen hotel?” De vraag stellen was hem beantwoorden: “geen” en daarna gingen we dan echt het binnenland in.

Volgens de bordjes waren we nu 4:10h van Roses (per la costa) af. (Er was, blijkt via Google, wel een gebouw, een hotel, maar dat was nu [bij het passeren] niet open.)

Er werd ons duidelijk waarom je niet kunt Google-mappen op deze route: we passeerden een hek waar aan de achterkant merkjes stonden (met aan de zijkant een smalle doorgang): Verboden, maar niet voor lopers. Hier kwamen we voor het eerst groen-rode merkjes (marca de resistáncia) tegen en een reclame voor een transmontane republiek.

Even na tweeën kwamen we over het tweede richeltje van ong. 225m heen en hadden we een fraai uitzicht op Cadaqués.

Hierna liepen we weer op een echte pista; met een paar afsnijdingen, van het lastige type. Al doende passeerden we enkele woningen in de verkoop.

Schitterend, maar de supermercado is wel een eindje uit de buurt! We liepen inmiddels op een soort regenboog-route (dus een heleboel merkjes en soms op dezelfde steen of paal). Ondertussen zagen we schitterende formaties in het landschap.

Om 14:34h waren we aan de rand van het dorpje. Langs de boulevard en de haven ...

... gingen we zover mogelijk in de richting van Cap de Creus. Wat vandaag kon, hoefde morgen niet!

Volgens de smartfoon was het makkelijk, nog even links en dan de straat uit. Toen Jacomine de enorme stijging in het straatje zag, wilde eerst wel eens weten of er echt iets was, voor ze er aan begon.

Er was iets: Hostal La Fonda,

... het was open en er was plaats, maar ... het restaurant was gesloten en we kregen een aparte sleutel voor onze kamer. Dat wilde zeggen: de receptie ging zo sluiten en was daarna onbemand. Dàt tezamen met het feit dat de kamer het minste was van alles wat we waren tegengekomen èn het ontbijt pas om 9:00h zou zijn, had ons moeten doen besluiten om toch maar elders te gaan kijken, maar ja, het was eigenlijk ook wel welletjes voor vandaag. Dus betrokken wij om 15:00h onze kamer.

Van de rond zes uur onderweg hadden we 4:15h gelopen en in die tijd 17,8km afgelegd; een gemiddelde van 4,2km/h. De GPS gaf ong.600 op/neer. Google meldde: 750m. (Zie het schema aan het begin van deze dag.) Het was m.n. het laatste deel van de tocht guur en stormachtig geweest.

’s Middags maakten we nog even een rondje van een kleine 3km.: het is een fraai stadje. We aten ieder een stel tapa’s (tapes) in een heel goed restaurant.

Later ontdekte ik dat ik zonder wachtwoord het Wifi niet in kwam èn dat we geen TV-afstandsbediening hadden. Eerst maar eens binnendoor via de deur “privé” iets proberen. Mijn kloppen leverde het geluid op van het meest leek op een zich vervelende hond, verder geen reactie. Toen kwam ik op de trap een Franse hotelgast tegen. Hij meldde dat hij ook al problemen had gehad met het reserveren, het was niet doorgekomen en ja, helemaal tevreden waren ze (hij met zij) ook niet. Gedeelde smart is gehalveerd, en verder gaf hij aan dat een afstandsbediening een “pilot” was.

Vervolgens ging ik via onze buitendeur, naar de restaurant-ingang. Ja, die was gesloten, maar er hing een briefje met een telefoonnummer aan de deur. Dat sloeg ik ter plaatse aan. Het gesprek verliep in het Frans, anders dan in het Spaans, kan ik daarin mijn gemoedsaandoeningen doseren. Het Wifi-wachtwoord was natuurlijk geen probleem, maar toen ik om een “pilot” vroeg, kwam de wedervraag waar ik was. Of ik een moment geduld wilde hebben. Nauwelijks.

Na enige momenten ging er een deur open in het restaurant en stommelde er iets naar voren. Een hond had voor de hand gelegen, maar het bleek de half ontklede wederhelft van de hotel-eigenares te zijn.

Deze heer sprak en gedroeg zich als het voornoemde dier: “Euh?” “Un pilote pour ma télévision s.v.p.” “Ehn, Mómán.” Ik daarna, gewapend met het ding, naar boven; we konden ’t weer (en het nieuws) weer bekijken.

(Het woordenboek geeft trouwens voor “afstandsbediening” in het Frans “télécommande” aan, in het Catalaans: “comandament a distància” en in het Spaans “mando a distancia”.)

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Vrijdag 31 mei: Cadaqués - El Port de la Selva (19,7km; 4:28h; Hostal La Tina; € 126, DP)

Vandaag liepen we een variant van GR92, tevens de GR11 (nu dus het meest oostelijke stuk daarvan). De eigenlijke GR92 loopt naar Llança en is 18,6km. Het hoogteprofiel in de topo geeft als hoogste punt Carena (ong.410m) en daarna Mas dels Bufadors (310m). Uit de tekst blijkt dat daartussen een pas zit op 247m. Dat zou geen simpeler klus zijn geweest dan die van ons: de Dag der Dagen.

Ons hoogteprofiel

De Globus-reisgids schrijft over Cap de Creus (blz.30): “Het ... telt veel dalen met ondoordringbare en als gevolg van de tramontane lage vegetatie, onbeschermde ronde rotsformaties en heuvels.... De oorspronkelijke, woeste natuur is hier behouden gebleven.” en (blz.85): “Wees ook altijd op uw hoede voor de vaak krachtige en onberekenbare tramontane.”

We wachtten het ontbijt niet af en vertrokken om 8:22h. We waren al snel uit het dorp waarbij al meteen hoogte werd gemaakt. In eerste instantie ging het over een asfaltweg(je) langs Port Lligat, de laatste woonplaats van Salvator Dalí. De afstand naar Cap de Creus schatte ik op 5 à 5,5 km, want via deze weg was het 7,5 en via het pad sneed je natuurlijk een heel stuk af. Het kaartje dat ik hierbij geraadpleegd had, gaf dat ook duidelijk aan. Het bleek toch een misrekening: als de weg m.o.m. recht toe, recht aan gaat en de afsnijding kronkelt ...... Inderdaad: het werd 6,2km.

Maar wat een schitterend landschap. Bijna net zo imponerend als de Kaapse Tafelberg, en zo surrealistisch als Salvator Dalí zelf.

Maar die vuurtoren wilde maar niet dichtbij komen. Om tien uur hadden we zo’n vijf kilometer afgelegd, maar de cola leek nog mijlen ver weg.

GR11-markering

Een kwartiertje later draaide het pad de weg (dat eerder genoemde asfaltwegje) op, via een steile klim. Het bleek straf te waaien en ik besloot verder via de weg naar het cafeetje te gaan en de wandeling naar het uiterste punt van Cap de Creus te skippen.

We nuttigden elk twee colaatjes en ik maakte nog wat foto’s (met prachtige wolkenluchten) ...

... voordat we rond elven in de richting van El Port de la Selva gingen. Het viel zelfs op de weg niet mee, we probeerden in de haarspelden de snits zo te maken dat we zo min mogelijk wind vingen. Het waaide echt oorverdovend. We liepen hele stukken hand in hand, om te profiteren van onze gezamenlijke massa. Ik hoopte dat we later wat meer beschut zouden lopen. Na de haarspelden, na Puig de Culip gebeurde dat ook.

En toen kwamen we, om half twaalf, ik denk na zo’n 9 km, een bordje tegen met de bemoedigende tekst “Port de Selva 14km”.

“Dit hadden we niet afgesproken” zei Jacomine. Ik kon niet anders dan dat bevestigen. Wat was er aan de hand? Ik kon het bordje niet geloven. Wel wist ik dat de oorspronkelijk route was aangepast. Zou dit een oud bordje zijn (of juist niet? Maar dat weersprak dan al mijn gegevens).

Om kwart voor één werd er voor ons einddoel 7 km gegeven.

Dat paste beter in mijn schema, want aan een eind zouden we een “raccourci” van ruim een kilometer maken. In die vijf kwartier hadden we natuurlijk geen 7 kilometer gelopen.

We kwamen inmiddels op een klein paadje dat omlaag voerde (en even later natuurlijk weer evenveel omhoog zou gaan). De oude route daalde tot het strandje Cala Tavallera, zou dit pad dat ook doen? Nee dus, we kwamen niet onder de 50m (zie het hoogteprofiel aan het begin van de dag) en we liepen dus echt op de nieuwe, kortere route.

We passeerden onderwijl alle mogelijke verlaten bewoningen, deels in de vorm van ruïnes.

Het liep tegen tweeën toen een schitterend steenmannetje ...

... ons verwees naar de deels gereconstrueerde Ermita de Sant Baldiri.

Daar namen we een rustpauze. Er was nu precies aan te geven waar we waren en wat ons nog te wachten stond. Na een half uurtje waren we weer onderweg en tegen drieën stonden we boven El Port de Selva.

De route maakte nu nog een draai om de rotspunt Punta de la Creu, maar ik wist een afsnijding, steil omlaag, leuk en kort. Om 15:07 vroeg ik bij de OdT hoe ik terecht kon bij Hotel Cap de Creus (leek me passend na vandaag), want dat leek gesloten, maar ik moest (volgens het briefje aan de deur) maar iets regelen via Hotel Porto Cristo. Hoe dàt moest wist hij (ook) niet, maar waarom nam ik Hostal La Tina niet. Wel, omdat we het woord Hostal momenteel niet zo konden waarderen, maar dat vertelde ik hem natuurlijk niet. Hij roemde het (en het is ter plekke ook nog eens het meest in het oog lopend). We gingen erheen ...

... en nadat alles geregeld was, maakten we ons gebruikelijke rondje en dronken we wat aan de boulevard. We liepen daarbij ook langs het paaltje dat de scheiding aanbrengt tussen de hoofdvariant van de GR92 en de GR11. Later aten we in het bij het hotel horende restaurant.

Onze 19,7km hadden we in 4:28h gelopen (totale tijd: 6:45h), met een gemiddelde van 4,4km/h. De GPS gaf 560m aan hoogteverschil; Google wist het natuurlijk beter: 740m.

‘s Avonds hoorden we dat we vandaag de Tramontane hadden getrotseerd, met een basiswindkracht van 8 Beaufort en (veel) hardere vlagen. Morgen zou de wind in het in de loop van de dag afnemen.

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Zaterdag 1 juni: El Port de la Selva - Colera (La Rovellada) (17,2km; 3:36h;La Masia; €83,50 LO)

Het was een mooie dag voor een wandeling, maar op praktisch alle foto’s zie je dat het stormt (diepgebogen grashalmen, platgeslagen golven èn schuimkoppen e.d.). Om negen uur liepen we langs het strand van Port de la Selva op weg naar Llança, dat we volgens de bordjes binnen 2½ uur zouden moeten kunnen bereiken.

Het probleem was dat we al lopend slecht konden vaststellen waar Llança nu precies was, want er lagen zoveel plaatsjes langs de kust. En zo passeerden we na Hostal l’Arola, waar we voor het eerst met de storm (en de lage temperatuur, Jacomine trok een vestje aan) werden geconfronteerd, het plaatsje Port de la Vall. Even verder was een schitterende kaap met vuurtoren; we hadden inmiddels zo’n 3km gelopen en het was ongeveer kwart voor tien. Ik kon het niet laten ook dat nog even te lopen, hypocriet de staf brekend over een gezin dat zijn kleine kinderen blootstelde aan het risico weggeblazen te worden. Er waren zelfs momenten waarop ik mijn zeebenen moest gebruiken.

Hierna kwam Beleser, ik denk dat we hier een colaatje hebben gedronken. Maar waar bleef Llança?

Wel, dat heeft een enorme “aanloop”, na iedere bocht was er weer een nieuwe kaap of een nieuw strandje.

En daar ergens kwamen we een landgenoot tegen die hier al jaren woonde. "Deze wind is geen echte Tramontane, want hij komt niet (echt) uit het noorden". Verder vond hij het wel leuk wat we deden.

We konden gesterkt verder. Kwart voor elf waren we in de buurt van de haven van Llança. Even door elven waren we al 2h van Port de Selva weg, hadden we nog 3:45h nodig voor Portbou en stond Frankrijk al op de borden. Om 12:20h: 1,54km van Llança, voor Portbou nog 4,94km. Heerlijk, die exactheid! Nog een goed uurtje lopen? Wel, we moesten nu een stukje langs de weg, dus het schoot wel op, rond kwart voor één waren we voorbij Platja Grifeu.

Even verder werden we van de weg weggeleid en kwamen we in een bebost gedeelte aan de basis van Cap de Ras.

Rechts: de Cap de Ras

In eerste instantie gewoon prachtig, in tweede instantie, aan de noordzijde, was het maar goed dat het pad meestal tussen de bomen liep, dan had je wat om je aan vast te houden! Kwam deze wind niet uit het noorden? Waar vandaan dan wel?? Het was af en toe best spannend, waarbij kwam dat het pad niet breed genoeg was om elkaar een hand te geven. Het was inmiddels ongeveer kwart voor één.

Het kan zijn dat de officiele route naar en over het strand Platja de Garvet liep, maar wij kozen ervoor weer een stukje van de N-260 te nemen; tot ik een tunneltje met de bekende bordjes zag. (Allemaal op bovenstaand kaartje terug te vinden.) Mooi was ook dat we aan de andere kant van de spoorbaan (en dus in de luwte) liepen. Stiekem keek ik of we daar niet “gewoon” langs konden lopen. Dan zouden we eventueel gebruik kunnen maken van de tunnel die voor ons opdoemde. Het was snel duidelijk, veel te smal, dus veel te riskant.

Het pad dat we kozen liep uiteindelijk omhoog, naar een colletje waarover ook de weg ging. Gelukkig stond daar een paal en een vangrail. We hadden ze nodig om niet van de weg geblazen te worden.

Hier moet ik mijn velletje met de routekaartjes voor vandaag en morgen zijn kwijtgeraakt; gewoon uit de insteekzak van mijn broek gerukt.

Misschien was het hierdoor dat we niet verder gingen over het pad, maar ik denk dat we het gewoon te riskant vonden om hier de weg over te steken en niet meer in de buurt te zijn van de vangrail. We gingen dus weer een stuk langs de N-260, tot we via een straat het dorpje Colera in konden steken.

Bij het verlaten van het dorp maakte ik nog even een foto "terug"). 

Het pad naar Portbou ging nu in eerste instantie langs de spoorbaan en passeerde aldus het stationnetje van Colera.

“We gaan het niet redden, we komen nooit over de volgende kam.” zei Jacomine. “Ik stop hier.”

We keken op het station hoe laat de trein langs zou komen. We hadden nog bijna twee uur.

Ik vroeg mij af of er niet toch nog mogelijkheden waren om Portbou te bereiken en stelde voor om via La Rovellade een poging te wagen, misschien was door een bruikbaar alternatief, langs de kust en dus m.o.m. om de kam heen. We zijn doorgelopen tot het moment waarop we meenden dat het hopeloos was: er is geen kustpad en een ander wegje (b)leek dood te lopen.

Colera - NS - La Rovellade

De zee bij La Rovellade

In de praktijk blijkt het uit te lopen op een weg die via een tunnel doorloopt tot in Portbou, maar anders van de N-260 (of die snelweg bij Barcelona) geeft Google-Maps wandelaars niet de gelegenheid deze te nemen.

 Tussen La Rovellade en Portbou

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Helderwit is het wegje dat naar de weg (grijs) leidt, Portbou ligt aan de bovenzijde

Er was voor ons dus niet anders beschikbaar dan de N-260 of de GR92, maar in beide gevallen dus over de kam. Dus werd het de trein. We waren op minder dan twee kilometer hemelsbreed van Portbou gestrand: om 13:22h. We hadden in 4:20h 3:36h gelopen en daarin 17,2km afgelegd, met een gemiddelde van 4,8km/h. Het hoogteverschil was (GPS): ong.200m; Google gaf 425m/410m.

Om 15:22h kwam de trein in Portbou aan en opnieuw hebben we grijs gereden. Geen kaartjesautomaat op Colera, ook niet in de trein èn geen conducteur gezien.

Binnen een kilometer waren we tot op de boulevard gedaald en konden we uit verschillende hotels kiezen. La Masia werd het.

Een prachtige kamer op de eerste verdieping met een balkon waarop je kon voetballen.

Het was overigens niet handig de balkondeuren (of ramen) open te hebben: alle blaadjes tussen Le Vigan en Portbou probeerden bij ons binnen te dringen.

Later op de middag zijn we nog even naar het station gelopen om informatie te hebben voor de volgende dag, daarna gingen we wat eten “bij de buren” (het restaurant van La Masia was dicht) en maakten we nog een rondje (ruim 3km Portbou). Ons aantal km’s hadden we dus wèl gemaakt. Pal bij het hotel stond het start/eindbordje van de GR92 (hoewel er bronnen zijn die hem echt bij de grens laten beginnen) en nog wat andere bordjes waaruit bleek hoe dichtbij we waren gekomen.

1,6 km naar de pas bij Colera

Bij de plaatselijke (gesloten) OdT hing een kaart waaruit je goed kon zien hoe Portbou ingeklemd ligt tussen twee bergruggen. Bij die twee zouden we precies dezelfde problemen hebben als bij degene die we vòòr Colera waren overgetrokken.

(Het restaurant werd gedreven door een wat oudere man die erg aardig was, maar het niet helemaal kon opbrengen nog gedreven te zijn. Hoewel hij wel opfleurde toen een hele schoolklas binnen kwam stuiven. En gezegd moet worden dat het restaurant-personeel dat al met al best aankon.)

‘s Avonds en de volgende ochtend meldde de meteo dat er een Tramontane heerste met snelheden van gemiddeld 9 Bft. In de loop van maandag zou hij afnemen. (Ik meen dat toen ook een verband werd gelegd met de tornado’s die vanaf 20 mei in Oklahoma waren opgetreden. Maar het kan ook zijn dat daarmee het voortdurend regenachtige weer werd verklaard.)

Dit alles betekende definitief dat we naar iets anders moesten omkijken. Woensdagochtend vertrok ons vliegtuig immers. De keuze viel op Girona.

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Zondag 2 juni: Blanes (H***Pi Mar; € 63 (LO)

Ontbijt, station, trein naar Girona, daar vaststellen dat het wel erg druk is. Nieuwe beslissing: nieuwe kaartjes kopen, nu naar Blanes (op voorstel van Jacomine: bij de kust en toch Costa Brava). Daarvoor moet je overstappen op station Maçanet-Massanes. Gelukkig werden we door loslopende dames en de hele (of halve) plaatselijke jeugd gecaperoneerd. Het valt niet mee om op Catalaanse stationnetjes vast te stellen hoe laat je wat waar moet doen. Met deze hulp lukte het allemaal.

Nu had het kiezen van Blanes één nadeel: het station ervan ligt 3 km uit het centrum, dat wil zeggen als je de bordjes die naar hotels en campings verwijzen, volgt. Bij ons vertrek zouden we dat beter doen.

Nu kregen we alle zuidelijke wijken (en hotels en campings aldaar) van Blanes te zien, terwijl ik al precies wist waar ik heen wilde: naar de buurman van H.Horitzo en (want) dìe lag m.o.m. in het centrum.

Het zuidelijk deel van Blanes is geen Spanje maar een soort exclave van diverse buitenlanden, onder andere Nederland, dus was er een feestcafé (en nog veel meer).

Het was even wennen: we zaten nu in het hoogseizoen èn er waren examens geweest. Blanes (en vast ook andere delen van de Costa Brava) was druk, heel druk en je hoorde nogal wat Nederlands van jonge mensen.

Hotel Pi-Mar

In Pi-Mar was ruimte vertelde de Nederlands-talige receptioniste ons. Veel humor had ze niet, maar leverde ons wel een schitterende kamer met dito balkon, tsjé wat groot, ...

... in een annex van het hotel die binnendoor te bereiken was. Het balkon was gezamenlijk met dat van de buurkamer en men kon deze kamers eigenlijk alleen gezamnelijk verhuren, omdat je anders wel heel gemakkelijk bij elkaar ín kon kijken. Nadat we wat gegeven hadden, maakten we het zuidelijke rondje waarbij bleek dat je via de boulevard niet bij de rivier kon komen (deels weggespoeld; hek) en dat er ook geen doorgang was via de campings en de rivier naar de monding daarvan.

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Maandag 3 juni: Blanes (H***Pi Mar; € 63, LO)

Het hotel was (bijna) helemaal gevuld met een Russisch reisgezelschap. Bij het (uitstekend) buffet kregen we de gelegenheid hun eetgewoonten te bestuderen. Veel ervan hadden de neiging om op hun bord te laden wat ze misschien wel eens zouden kunnen gaan eten, of hun kinderen of hun andere disgenoten. Het restant (soms 60%) kon weg. Zouden deze Russen geseleteerd zijn op de uitdrukking “oog groter dan maag” of geldt deze werkwijze voor alle Russen?

Nadat het nodige voorwerk via de smartfoon en wat OdT-kaartjes konden we even door negenen via de kortste weg naar de Jardi Botanic [Marimurtra, d.i. Zee-en-Mirte]. Een tijd lang ging dat goed, maar een klein ommetje zit in een kleiin hoekje (afslagje). Het zal niet verbazen: het werd klimmen. Na 3 km hebben we ons meer dan 2½h vermaakt in de Tuin (16 hectaren).

Veel planten, die geografisch en soms thematisch gerangschikt zijn. Een van de randen van de tuin lag boven de klippen.

Daar hadden we uitzicht op een kleine aalscholverkolonie en een paar paren geelpootmeeuwen. Hierna zijn we verder naar het noordoosten (en dus langs de kust) gelopen, tot daar waar we niet verder konden.

Op de terugweg ontdekten we dat we via de haven ook, en sneller naar de tuin hadden kunnen komen.

In de haven lang de Nova Victoria, een replica van het enige schip dat de wereldreis van Magelhaes helemaal heeft weten af te ronden.

We hebben nog even met de bemanning gepraat.

’s Middags zijn we ook nog even op de rots voor de kust geweest.

In het totaal hebben we deze dag 14km afgelegd.

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Dinsdag 4 juni: Barcelona (H*Transit, C/ Rector Triado 82; € 71, L)

Na het ontbijt met dezelfde constateringen als gister, gingen we al even voor negenen op pad, naar het station en nu via de kortste weg: 2,3 km. We kochten een kaartje naar Barcelona-Plaça de Catalunya.

Het was leerzaam om iedere halte in het Catalaans en daarna in het Spaans te horen omroepen, àl die plaatsjes waar we langs of doorheen waren gelopen en waarvan we de uitspraak volledig fout hadden gedaan. “Propera parada Arenys; Proxima parada Arenys” Kijk, wij zeiden tot nu toe Areniès, maar de omroepster noemde het Arénus, logisch eigenlijk, tweede lettergreep van achter krijgt het accent, b.v. Blánes, enz.

Vanuit Barcelona-Plaça de Catalunya liepen we naar de Sagrada Familia. Zo zagen we hem via de C/Mallorca monumentaal voor ons opdoemen.

Vervolgens maakten we een cirkel om de kathedraal om al fotograferend zo Jildau en Frank aan een update te helpen.

Vervolgens liepen we de Aragó en de Roma af naar station Sants. Daar zochten en vonden we (met enige hulp van de OdT) hotel Transit.

We liepen deze dag in het totaal 14,8km.

Het hotel was een schitterende uitvalsbasis voor een rondje door de wijk ...

... en morgen voor de trein naar het vliegveld. En zo gebeurde een en ander. Tijdens de vlucht zagen we de besneeuwde koppen van de Pyreneeën.

Let wel: het was inmiddels 5 juni, al enige tijd zomer dus.

 

Samenvatting:

We hebben in 18 dagen 338,2 km van de GR92 (met enige vrijheden) gelopen; we hebben dat in 186¼ uur gedaan. Gedeeltelijk was dat tevens het camino de Ronda (Blanes-PortBou), deels de GR11 (Cap de Creus) en deels de Marxa Resistèntia (idem).

De linkervoet heeft zich goed gehouden. Wèl was het zo dat ik op ruig terrein (bv. de Cap de Creus) met mijn brace liep.

De GR92 bestaat sinds 1992. Hij is ter gelegenheid en ter viering van de Olympische Spelen in Barcelona ontworpen (en daarna geleidelijk ook in zuidelijke richting uitgebreid). Hij sluit in het noorden aan op de E10.

Het Olympisch vuur is in 1992 bij Empúries, de eerste Griekse kolonie op het Iberisch schiereiland, aan land gebracht.

 

 

 

 

< Terug >

'