Samenvatting:
Ja, GR5-2008 was een zwaar traject. Dat blijkt in de eerste plaats uit het feit dat de drie hoogste cols van deze reis tot de vijf hoogste van de GR10 en de GR5 kunnen worden gerekend. Het betreft
1 (2) Girardin 2700m
2 (3) Pas de la Cavale 2671m
3 (5) Col de Mallemort 2558m
(met tussen haakjes de klassering over beide GR’s. De nrs. 1 en 4 zijn resp. de Col de Chavière [2798m, 2007] en de Col du Palet [2652m, 2007])
Hierbij komt nog het volgende: de Col de Crousette komt met zijn 2480m niet in de top-tien voor, maar wanneer je bedenkt dat je na de col nog verder steeg naar 2597m, blijkt hij de plaats van de Col de Mallemort over te nemen. Kortom, van de 6 hoogsten zijn er 4 uit dit traject.
Nu is hoogte natuurlijk niet de enige, de beste maatstaf. Beter kan je je afvragen hoeveel je naar die top moest klimmen en daarna moest dalen. Je kunt daar (inderdaad, volkomen arbitrair) de som van nemen. Van GR10 en GR5 heb ik die gegevens. Dan blijkt (zie tabel 1) tot onze verbazing dat de eerste drie plaatsen worden ingenomen door cols uit ons eerste Pyreneeën-jaar (2003). Was dat dan de reden dat we na de vakantie drie weken nodig hadden om onze knieën weer in vorm te krijgen (en niet [alleen] het feit dat we toen nog zonder stokken liepen)?
De grootste stijgdaal-som voor 2008 vinden we bij de Col des Ayes, de la Vallée Etroite en de Crousette (resp. op de plaatsen 6-8), terwijl de Girardin en de Pas de la Cavale pas op de 12e en 15e plaats komen; de laatste zelfs achter die oude, vertrouwde Brechhorn van 1990.
TABEL 1
TOP vanaf hoogte naar D-C D-E F+G JAAR
1. Col d’Ayous 597 2185 1027 1588 1158 2746 GR10 2003
2. Col d’Ilhéou
878
2242
913
1364
1329
2693
GR10
2003
3. Hourquette d’Arre
1027
2465
1346
1438
1119
2557
GR10
2003
4. Crète de Cigalères
650
2093
1350
1443
743
2186
GR10
2004
5. Col de Chavière
2474
2796
1066
322
1730
2052
GR5
2007
6. Col des Ayes
1240
2477
1685
1237
792
2029
GR5
2008
7. Col de la Vallée Etroite
1066
2434
1780
1368
654
2022
GR5
2008
8. Col de Crousette (stèle)
1465
2597
1755
1132
842
1974
GR5
2008
9. Col de Madamète
1240
2509
1821
1269
688
1957
GR10
2003
10. Hourquette des Hounts-Secs
1950
2275
650
325
1625
1950
GR10
2003
11. Col d'Auéran
544
2176
1950
1632
226
1858
GR10
2004
12. Col de Girardin
1639
2700
1910
1061
790
1851
GR5
2008
13. Col de Portet
1821
2215
800
394
1415
1809
GR10
2003
14. Brechhorn
1014
2031
1258
1017
773
1790
Oost.Alpen
1990
15. Pas de la Cavale
1670
2671
1883
1001
788
1789
GR5
2008
Maar dit is natuurlijk niet helemaal eerlijk. Een tweede col op een dag of een traject met veel hoogteverschillen kan de gegevens ernstig vertroebelen. Hebben we gegevens die daar rekening mee houden?
Het antwoord is natuurlijk “Ja” als je bedenkt dat ik de laatste jaren een hoogtemeter bij mij had. Laten we eens naar die gegevens kijken (tabel 2).
TABEL 2
stijging daling som
Van Naar jaar in m in m in m
1. Ref. d'Anterne (AW) Ref. Bel Lachat 2007 2829 1715 4544
2. St.Dalmas-Valdeblore Utelle
2008
1846
2103
3949
3. Modane Vallée Etroite
2008
2678
1206
3884
4. Ref. de Chesery La Piaz (Samoëns)
2007
1938
1707
3645
5. Villers-le-Lac le Théverot
2006
1770
1640
3410
6. St.Saveur-sur-Tinée St.Dalmas-Valdeblore
2008
1368
1944
3312
7. La Chalp Ceillac
2008
1604
1666
3270
8. Ref. de Plan Mya Ref. La Balme
2007
1952
1279
3231
9. Ceillac Maljasset
2008
1700
1510
3210
10. CAF-Ref. de la Bise Ref. de Trebentaz
2007
1492
1657
3149
11. Roya Refuge de Longon
2008
1698
1350
3048
12. Le Théverot Les Angles
2006
1452
1522
2974
We zien dat er bij de eerste 12 maar 2 uit 2006 en 4 uit 2007 voorkomen, de rest is van 2008, waarvan er 4 bij de eerste 7. Ook opvallend is dat het altijd om lange dagen gaat.
Natuurlijk moeten daarbij eveneens de gegevens van 2003-2004, de Pyreneeën, betrokken worden. Wanneer we dat doen, blijkt het volgende (zie tabel 3):
We zien dat zelfs de dag van Siguer naar de Cabane de Clarans met een som van 3148m niet eens in de top tien van de GR5 terecht zou komen.
Overigens blijkt dat de laatste zware dag van 2008 (die naar Utelle) ook meteen de zwaarste van deze vakantie was, terwijl de eerste (van Modane naar de Vallée d’Etroite) direct daarna komt.
Maar met hoogtemeters is altijd iets mis. Jazeker, ze kunnen cumulerend gegevens opslaan, maar ze zijn afhankelijk van de luchtdruk (althans de door ons toen gebruikte).
TABEL 3
stijging daling som
Van Naar jaar in m in m in m
1. Siguer Cab.de Clarans 2004 1745 1403 3148
2. Arrens Cauterets
2003
1574
1539
3113
3. Bagnères de L. Cab d'Artigue
2004
1876
1077
2953
4. Espingo Bagnères de L.
2003
1003
1857
2860
5. Etsaut Gabas
2003
1588
1158
2746
Nu kwam het zo vaak voor dat het verschil tussen de beide cumulaties niet overeen kwam met het verschil tussen het vertrek- en het aankomstpunt. Dit heb ik (bijna) altijd gecorrigeerd. Hierbij hield ik rekening met de weersverandering, het hoogteverschil tussen het vertrek- en het aankomstpunt en met de gegevens van de kaart. Ervaring leert dan dat de getallen van de beide cumulaties meestal 1½x zo hoog zijn als de verschillen, maar het blijft natuurlijk mogelijk zware kritiek op deze berekeningen te uiten. Al was het maar omdat we in het totaal (Uitgeest-Nice) 86160m zouden hebben geklommen en maar 81888m gedaald. Dat zijn natuurlijk wel bijna 10 Mount Everesten, aanmerkelijk meer dan in de Pyreneeën. (Over de laatste twee jaar [van Thonon-les-Bains naar Nice] is het resp. 46792m (en 43383m), vergelijkbaar met de GR10 (47142m), maar nu in 39 i.p.v. 47 dagen! Dat is praktisch 1200m per dag (toen 1003m/d).) Het waren minder kilometers (710 tegenover 842), maar daarin zaten dus veel meer klimmeters; het was [gemiddeld] steiler.)
Misschien is er een beter criterium, nl. Jacomines opmerking: “Zo zwaar als dit keer hoeft niet meer.” Nu moet gezegd worden dat je haar momenteel ook niet moet herinneren aan het Flevospoor dat we eind juli 2008, in drukkende warmte, hebben gelopen.
Misschien mag dan de melding dan ik er bijna 2 kilo bij ben afgevallen wat zeggen.
Hoewel, ook hier een relativering: Jacomine heeft geen gewicht verloren.
Nog wat gegoochel: Iwan Oprins heeft GPS-gegevens van Modane tot Briançon gepubliceerd, zowel de hoogte als de geografische hoogte en breedte. Ik heb er ook een aantal verzameld en geef er twee als vergelijking:
TABEL 4
Oprins J.Bouwman
Hoogte NBr OL Hoogte NBr OL
Ref. Vallée Etroite 1774 45º04.12,8 6º37.21,3 1781 45º04.10,5 6º37.23,4
Montgenévre 1859 44º55.52,9 6º43.23,6 1860 44º55.54,4 6º37.22,8
Naar mijn idee kan het niet nauwkeuriger zolang je geen exacte afspraak maakt over de plaats waar je precies moet gaan staan.
We hebben natuurlijk puur geluk gehad wat het weer betreft. Een beetje regen (en zelfs [een beetje] onweer) lijkt mij minder vervelend dan drukkende hitte. De temperaturen lagen overdag meestal tussen de 20º en 30ºC. Overigens snap ik de bezorgde opmerkingen van Collins over waterproblemen niet. Natuurlijk zaten we niet in een gortdroge periode, maar er was altijd aan voldoende water te komen, ook op de Utelle-dag. We hebben aan die dag wel de vraag overgehouden of capes wel zo handig zijn bij een “rondje dorp” (b.v. als je nog geen overnachting hebt, maar je je rugzak even van de rug wilt hebben) of bij onweer (waarbij je de rugzak uit de buurt wilt hebben). We gaan daar nog eens diep over nadenken, denk ik.
Een winstpunt was het gebruik van gekopieerde kaartjes. Nu hoefden geen zware topo’s meer mee (wel de Cicerone, voor beschrijvingen van de route en voor verdere info). Iedere dag vulde ik een plastic hoesje met de benodige kaart-kopie en het idem schema-deel. Dit ging in de “loopzak” (onderin de rechterbroekspijp) en werd geconsulteerd wanneer dat nodig was.
Tenslotte mogen we vaststellen dat we op de toppen waar de problemen hadden kunnen optreden (Girardin en vervolg, Pas de la Cavale en Crousette) goed weer hebben gehad. Harde wind of felle regen maken deze cols tot grote hindernissen èn je zult er minder van de omgeving genieten. En dat zou jammer zijn, want:
wat was het mooi!
Terugkijkend op de hele GR5, moeten we vaststellen dat het voor ons moeilijk is aan te geven hoe deze in Nederland loopt. Voor de meeste Nederlanders (die hem nog moeten lopen) geldt het Pieterpad als voor de handliggende aanlooproute. In dat geval is de GR5 1920 + 503 km lang (2423 km). Voor ons is de opmerking: “We zijn van huis naar Nice gelopen.” de aardigste. Hiervoor neem ik dan wandeling van Uitgeest naar het Akersloots pontje om via Purmerend aan te sluiten op het Trekvogelpad. Vervolgens gaan we in Amsterdam over op het Pelgrimspad; in het totaal 573½ km. De “wandeling” heeft dan een lengte van 2493 km.
(Een alternatief (en voor de meeste GR-lopers de èchte aanlooproute) zou zijn: Het Hollands kustpad naar Hoek van Holland [reeds gelopen], daarna de LAW 5.1 naar Bergen op Zoom en vervolgens de GR5 van Bergen op Zoom naar Maastricht.)
In het volgende schema worden de afstandgegevens met die van de tijd(en) weergegeven voor de GR5 vanuit Visé, aangevuld met onze wandeling van huis naar Visé.
TABEL 5
Loopjaar: tot.tijd tot.rust tot.lopen tot.km’s gem.v dagen gecorr.
Totaal De Vrede - Visé 121.03 30.07 91:08 573,5 5,5 17½ 17½
Totaal generaal 2002: 23.05
4.21
18:40
73,7
4,3
2½
2½
Totaal generaal 2005:
133.58
36.40
97:18
444,9
4,6
20
18+½+½
Totaal generaal 2006: mei
64.59
17.02
47:50
231,3
4,8
9
9
Totaal generaal 2006: zomer
147.24
39.28
107:46
460,2
4,3
20
19½
Totaal generaal 2007:
145.34
42.37
101:15
380,9
3,7
21
18+½+½+½
Totaal generaal 2008:
121.03
30.07
91:08
328,5
3,6
18
16+½+½
Totaal generaal GR5:
636.03
170.19
463:57
1919,5
4,1
90½
86½
Totaal generaal: 757.06 200.26 555:05 2493,0 4,5 108 104
In de eerste plaats zien we dat we voor de bijna 2500 km ruim 750 h buiten zijn geweest, waarvan ruim een kwart in de “rust”-stand. Effectief gelopen werd er 555h. Dit leverde een gemiddelde van ± 4,5 km/h. Deze snelheid wordt vooral door die in Nederland en die in Lotharingen (mei 2006) behaalt. De snelheid in 2007-2008 (3,7-3,6) is die van het gebergte, waarbij blijkt dat we in de Pyreneeën gemiddeld “slechts” 3,3 en 3,0km/h liepen. Het was in de laatste twee jaren dan ook uitzonderlijk wanneer we de tijdsopgave van de Topoguide niet haalden; we worden geleidelijkaan “echte” berg-“wandelaars”.
In het totaal waren voor dit alles 108 dagen nodig, maar in een aantal gevallen hebben we, om uiteenlopende redenen [vervoer, overnachting, verwonding {de enkel van Jacomine bij Obereisenbach}] minder dan 3½h op een dag gelopen. Dat beschouw ik als een halve dag; daarop heb ik dan ook in de laatste kolom van de tabel gecorrigeerd. Zo gesteld, hebben we 104 loopdagen nodig gehad. Vervolgens heb ik het gemiddeld aantal kilometers per dag bepaald. Dit is 24 km met correctie (en 23 zonder). Verder is vast te stellen dat we gemiddeld 5.20h/dag gelopen hebben (5.10h/d ongecorrigeerd).
Voor de mensen die benieuwd zijn naar de cijfermatige details achter dit verhaal: zie GR-5-TOT-LOOPGEGEVENS en GR5-uit-wandelen. (Deze sheets zijn op te vragen.) In de laatste spreadsheet wordt als de lengte van de GR 2506,6-2508,6 genomen; dat komt omdat daar wordt gerekend vanuit Maastricht en hier vanuit Visé.
Gemiddeld komen we zo op 2500km in 104 dagen. Veel maakt het niet uit.
Tenslotte nog dit: Na het beëindigen van de GR10 besloten we in een overmoedige en/of doldrieste het Pieterpad dòòr te trekken. Dat was tot in Noord-Frankrijk (Pompey) wel leuk, hoewel meestal niet buitengewoon (en de Luxemburgers hebben zich bij ons niet geliefd gemaakt), maar het daarop volgende stuk naar de Elzas was weinig meer dan een verbindingsstuk. Het is geen toeval dat we toen lange dagen en grote snelheden hebben gemaakt. Aan de Vogezen hebben we goede herinneringen en feitelijk geldt dat ook voor de Jura, ware het niet dat deze koud, maar vooral nat was. Over de rest hoef ik hier niet meer lyrisch te doen. Op één zaak na: klaagden we tot vorig jaar over de geringe ontmoetingen en contacten met andere lopers, dàt was nu geheel anders: we hebben een groot aantal buitengewoon aardige mensen ontmoet, waarmee we soms diepgaande gesprekken (over o.m. TV-ondertiteling en tweetaligheid) hebben gevoerd. Natuurlijk kwam “de weg” hierbij vaak ook aan de orde. Zoals eerder gezegd: je kunt abonnee worden op de FFRP, waarna je alle routewijzigingen krijgt toegestuurd. Men had er begrip voor dat wij naast het NIVON-lidmaatschap niet ook nog eens hieraan begonnen en was dan ook snel bereid om eventuele route-wijzigingen met ons te bespreken.
Naast het leveren van de prestatie en het beleven van de natuur (in mindere mate de cultuur) zijn die ontmoetingen dingen om met buitengewoon plezier op terug te kijken, zoals op de gehele (ja, ook het Lotharingse deel van de) GR 5
Maak jouw eigen website met JouwWeb