november 2014: tweede gaatjes-dicht-actie

(de eerste is die van februari-maart 2014)

voorafgaand aan onderstaande was: Catalunya 2014 (zie Overige tochten): Llança-St.Feliu de Guíxols

(over diverse GRs en spoorbaantjes)

 

Schema

 

 

  Datum van naar vertrek aankomst tot.tijd pauzes looptijd aant.km
Nules – Torreblanca
04-11-2014 Torreblanca Oropesa de Mar 09:59 14:14 04:15 00:48 03:27 18,7
05-11-2014 Oropesa de Mar El Grao de Castelló 09:02 14:02 05:00 01:39 03:21 19,8
06-11-2014 El Grao de Castelló Nules-NS 08:05 13:10 05:05 01:02 04:03 22,4

Poble Espanyol – Venta Lanuza
08-11-2014 El Poble Espanyol-NS Venta Lanuza-NS 09:11 12:30 03:19 00:53 02:26 13,8

Paradís – Calpe
09-11-2014 C.C. La Marina-Finestrat Paradis 09:50 13:07 03:17 00:58 02:19 12,7
10-11-2014 Calpe Cap Negret 09:25 13:05 03:40 01:03 02:37 14,2
10-11-2014 Cap Negret Garganes 13:05 13:29 00:24 00:10 00:14 1,3

 

N.B Het stuk tussen La Marina Finestrat en Cap Negret hadden we al in 2011 gelopen.

Het stuk tussen Venta Lanuza en Paradis is heel moeilijk te doen (Deze 8 km kost zeker een dag)

Bij Poble Espanyol zijn we bij de verkeerde halte uitgestapt. We hadden El Campello moeten hebben. Foutje. 10 november zagen we de trein in Cap Negret pal voor ons uit vertrekken

en zijn we maar doorgelopen naar de volgende halte: Garganes

 

 

A: Torreblanca - Nules

 

 

< 4-11-2014 >       < 5-11-2014 >       < 6-11-2014 >       < 7-11-2014 >

 

 

B: El Campillo - Calpe

 

 

< 8-11-2014 >       < 9-11-2014 >       < 10-11-2014 >       < 11-11-2014 >       < 12-11-2014 >

 

 

< samenvatting >

 

 

 

Inleiding:

Op Maandag, 3 november waren wij, na het afsluiten van een wandeling van Llança naar St.Feliu de Guíxols vanuit hotel Roma in Barcelona naar het station Sants gelopen om daar kaartjes te kopen voor Castellon-de-la-Plana en te ontbijten. We namen de trein van 7:10h. en waren even vòòr twaalven in Castellon.

Daar kozen we voor het dichtstbijzijnde hotel (Eurohotel****Castelló Estació) ...

 

 

... en maakten vervolgens een uitgebreide tocht (7 km) door de stad.

 

 

Het boekje “Oost-Spanje” had aangegeven dat er sinds de bombardementen in de Burgeroorlog in de stad weinig moois/interessants te vinden was. We troffen toch op de Plaza de la Independencia enkele fraaie gevels ...

 

 

... en ook het postkantoor op de Av. Rei en Jaume kon ons wel bekoren.

 

 

Inschattend moet dit alles van het begin van de 20e eeuw zijn; ruim voor de bombardementen van de Burgeroorlog.

We hebben daarna nog een stuk in de richting van de kust gelopen, maar (vast vooruitlopend) dat sloot niet aan bij de tocht die we twee dagen later zouden maken.

 

 

 

 

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

Dinsdag, 4 november: Torreblanca – Oropesa del Mar (H**Marina, 18,7km)

Men kan zich afvragen waarom we dit stuk (tussen Torreblanca en Nules) nog wilden lopen. M.a.w. waarom hadden we dat niet eerder gedaan en/of waarom was het (nu wel) de moeite waard? De antwoorden hadden vooral te maken met het stuk tussen Valencia en Nules. Dat was in toenemende mate saai geweest. Van waaruit dan verder gegaan? Wel, het leek er indertijd op dat er pas vanaf Torreblanca, via Torrenostra, weer een interessant pad (langs de kust) was. Bovendien waren er geen goede kaarten van dat gebied. Met de huidige digitale kaarten leek het erop dat het minder saai zou zijn dan we eerder dachten, maar ook dat de paadjes die hiervoor nodig waren m.b.v. de GPS goed te vinden en aan te houden waren.

Er gaat per dag maar één trein van Castellon naar Torreblanca. Het was beter die niet te missen. En dat gebeurde ons dan ook niet: om 9:33h waren we op weg naar het dorpje en 22 minuten later stapten we er uit.

Volgens Google (en Maps.Me) moesten we nu eerst een stukje in de richting van het dorp lopen (over de Carrer de l'Estació) en daarna via een ander weg die ook Carrer de l'Estació heette, weer teruggaan naar de spoorbaan. Daarna konden we dan een stuk in de richting van Castellon dat tracé volgen. De foto ...

 

... laat zien dat dit niet nodig was: een wat modderig pad sloot e.e.a. kort; we maakten er grif gebruik van.

Het was daarna zorgvuldig navigeren, maar dat was met de combinatie van Maps.me en de smartfoon-GPS geen probleem. Na een tunneltje kwamen we op het Camino rural de l'Atall, ...

 

Donker weer, hè?

en wat een wolkenstructuur...

 

... dat op andere kaartjes wel Vedera de la Tall wordt genoemd (Dat eerste is Spaans, maar het tweede wordt door Google-Translate niet als Catalaans herkend).

Achteraf blijkt dat we na 6,5km voor een paadje langs het natuurgebied hadden kunnen nemen, maar ja...

 

Na 1½ uur lopen en bijna 10km kwamen we in Torre de la Sal. Ik vond het wel leuk om daar eerst rechtdoor te lopen naar de Avinguda Hollanda, maar al gauw bleek dat die naam alleen in Maps.me voorkwam en niet in de laan zelf; alle reden om snel de kust op te zoeken. Dat was een fraaie wandeling, over een stel vlondertjes.

 

 

Het was bepaald niet zonnig, maar de wolken werden prachtig belicht. Na de Torre de la Sal, de naamgever van het dorp, kwamen we een uitgebreid informatiepaneel tegen, met de hele geschiedenis en alles over de flora en fauna, en dat alles nog overdekt ook.

 

 

Het eerste deel van Oropesa del Mar kondigde zich aan: Eerst het hyperdesjieke Hotel Marina d'Or, daarna een mooi, strand met boulevard.

 

Let op de olifantjes links

Terugblik op het strand

 

Daarna moesten we verder over de rotsen bij de vuurtoren ...

 

 

... nog een fraaie toren ...

 

 

... en kregen een mooi uitzicht over La Concha, het (beroemde) strand bij het centrum van het dorp.

 

De foto is eigenlijk van de volgende ochtend; met opgaande zon

 

Het eerste het beste hotel zou nu Hotel Marina zijn, maar bij het langslopen bleken er rumoerige werkzaamheden gaande te zijn en we zochten nog even verder. Wel, we waren iets te laat voor de OdT en de overige hotels waren gesloten of maakten een desolate indruk. Kortom, na wat heel en weer kwamen we toch weer bij Marina uit.

 

 

En de kamer, het repas en later het ontbijt, alles beviel ons uitstekend.

Later die dag maakten we nog een wandeling, waarbij ik ook nog een bezoek aan de OdT heb gebracht, Dit tochtje werd afgebroken door een regenbui: we hadden nu voor het eerst de paraplu's nodig. Eenmaal terug in het hotel begon het ook nog te onweren.

De route van vandaag was ons goed bevallen; het ging om 18,7km die we in 3½h volbrachten.

 

Het rode lijntje naar ZW 9rechtsboven) is onze veel eerdere tocht van Torreblanca naar de kust

 

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 


 

Woensdag, 5 november: Oropesa – El Grao de Castelló (NH Turcosa, 19,8km)

Oropesa was op toerisme ingesteld, ook op fietsers. Er werd naar een paar routes verwezen, onder andere de route die wij wilden gaan: dus alweer een fietsroute.

 

 

Deze bracht ons via een tunneltje ...

 

 

... in een gebied waar men voor het oude spoorbaantje een tracé door een aantal bergflanken had gehakt. Het leverde schitterende foto's op. Het weer was deze dag heerlijk zonnig.

 

 

Pal voor Benicassim werden we van de route afgeleid. Er werden werkzaamheden uitgevoerd (alleen niet vandaag). Ik probeerde zo snel mogelijk weer op de Via Verde te komen, omdat ik wist (Maps.Me) dat er dichterbij het dorp alleen nog maar ongelijkvloerse kruisingen (viaductjes) zouden komen. Daarvoor moesten we wel over een berg aan losse grond klimmen. En even later zagen we waarom die er lag: er was toch één shovel druk aan het werk. We werden vriendelijk gegroet door de bestuurder.

 

Op verboden grond

 

 

 

Uiteindelijk kwamen we bij hotel Voramar bij de Passeig.

 

 

We namen hier een pauze, op een bankje, bij gebrek aan een tentje. Er stonden fraaie, vroeg 20e eeuwse villa's langs de boulevard, men had er zelfs een aparte wandelroute met informatieborden voor uitgezet.

 

 

Ook waren er weer (bijna onvermijdelijk) de nodige torens (o.a. San Vicente) uit verschillende tijdvakken te passeren.

 

 

Hierna ging het een tijd over een plankenpad, ...

 

 

... tot we uiteindelijk El Grao de Castellon binnenliepen,

 

Terugblik bij de gemeentegrens

 

... maar toen was het al kwart voor één. De Passeo Maritima zou ons via een klein natuurgebied en een planetarium naar de haven voeren.

 

 

Dat planetarium wilde ik wel eens even zien. En na een korte stop passeerden we dat om 13:45h.

Ons hotel ...

 

 

... lag tegenover de haven en onze kamer (met balkon) gaf daarover een schitterend uitzicht.

 

 

's Middags hadden we nog tijd om een wandeling door het plaatsje te maken.

 

 

 

 

Onder meer kwamen we langs de San Pere met zijn Toscaanse toren.

 

 

Deze dag legden we 19,8km af in iets meer dan 3¼ uur. Deze liepen we met een gemiddelde van 5,9km/h;

 

 

 ... ongehoord, zo met rugzak en al, (de andere twee dagen liepen we 5,4-5,5km/h) maar het terrein vroeg hier wel om een lekker tempo.

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

 

Donderdag, 6 november: El Grao – Nules-NS: 22,4km (H****Zenit Valencia)

Uit wat voorbereidend onderzoek was mij gebleken dat we de volgende dag eerst een stuk langs een drukke weg moesten en of het daarna echt beter werd, was niet duidelijk.

We spraken dan ook af om onderweg naar bevind van zaken te handelen: het was mogelijk onderweg op diverse plaatsen voor de trein te kiezen en alsnog te besluiten om een stuk nièt te lopen.

We vertrokken vroeg, even door achten, waardoor we het drukke stuk vòòr negen konden doen. De drukte viel wel (wat) mee en van tijd tot tijd was er iets wat in de verre verte op een voetpad/paadje leek. Maar pas tegen negenen kon ik mijn eerste foto maken.

 

 

Inmiddels waren we een rotonde gepasseerd en was de weg afgeschaald tot een B- of C-weg (CV-183), die dan ook nog eens in het bezit was van een ventweg, waarover het goed gaan was.

Dicht bij Almassora werd het weer wat drukker, we kwamen op de CV-18; één van de weinige mogelijkheden om over de Riu Millars (en het bijbehorende natuurgebied, de Desembocadura) te komen.

Hierna kreeg de weg zelfs twee ventwegen en was het rustig wandelen, soms even gestoord door een verdwaalde fietser of wandelaar.

 

 

En zo kwamen we in Borriana, waar we rond half twaalf een drankje gebruikten.

 

 

De weg daarna, de Avinguda Nules, die weer uitkwam op de CV-18, was drukker dan volgens de kaart voor de hand lag. Het wegje erlangs was echter fraai en rustig.

 

 

En zo kwamen we uiteindelijk bij een voorstadje van Nules: Mascarell, dat een fraaie stadsmuur bezit.

 

 

We namen rond kwart voor één een korte rust op een klein pleintje.

Hierna ging het op Nules aan. Met behulp van Maps.Me had ik een route in het hoofd die tot een goede aansluiting aan onze eerdere tocht naar Nules zou leiden. Dat ging echter niet door. In het laatste straatje naar het station kan een jonge dame melden dat ze zojuist had vastgesteld dat de opgang ernaar toe was afgesloten. Er zat niets anders op dan het straatje terug te lopen en iets verder te gaan, waardoor we via de “oude “ route” om 13:10h op het station kwamen. Een half uur later kwam de trein en na ongeveer veertig minuten waren we in Valencia, Estaciò del Nord, dat overigens in het centrum ligt. Daarnaast ligt hotel Zenit ...

 

 

... waar we in het oude, sjieke deel op de 5e verdieping een kamer kregen met schitterend uitzicht over de stad.

 

Estaciò del Nord

 

Die middag aten we ons menú del dia in de buurt van de Arena. We hadden tussen El Grao en Nules 22,4km afgelegd in iets meer dan 4h.

 

 

De tocht was veel beter bevallen dan de wandeling die we indertijd (9-4-2012) van Almenara naar Nules maakten. Ook de flora langs de weg was ons beter bevallen; niet die eindeloze sinaasappel-boomgaarden.

De volgend dag wilden we vroeg naar de streek tussen Alicante en Calpe. Er waren verschillende opties, maar we kozen er uiteindelijk voor in één keer naar Alicante te gaan, daar vijf dagen te blijven en iedere dag met het trammetje naar/van onze route te gaan/terug te keren.

 

Van Torreblanca naar Nules

 

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

 

 

Vrijdag, 7 november, naar Alicante (H****Tryp Gran Sol), 5 dagen

Vanwege de beslissing van de vorige dag gingen we vroeg het station binnen om daar kaartjes te kopen. Dat bleek niet mogelijk aan de automaat en aan het loket werd ons verteld dat we eerst met de shuttlebus naar Estaciò Joaquin Sorolla moesten. Het bleek om 800m te gaan. Daarna was er alle tijd voor een uitgebreid ontbijt: de trein ging pas om 10:05h. Twintig voor twaalf stapten we in Alicante uit de trein en liepen we in de richting van de haven, omdat ik ontdekt had dat het Tryp-hotel onwaarschijnlijk laag geprijsd was (€60 per dag, voor 4 sterren).

Nadat bleek dat we vijf dagen zouden blijven, werd ons een andere kamer dan eerst gegeven. Het kan niet anders dan dat we een 'comfort'kamer kregen (oorspronkelijk €90): er waren geen anders kamers met een groter balkon en een betere ligging; 17e verdieping. We vonden het ontbijt wel duur (€10pppd) en bovendien zouden we twee dagen te vroeg (moeten) vertrekken. We kozen ervoor hier maar twee dagen te ontbijten.

Na ons geïnstalleerd te hebben, genoten van het uitzicht op de stad, m.n. op het Castell de Sta Bàrbara.

 

 

Vervolgens maakten we nog een wandeling door de haven en de stad.

 

Vanuit de haven: de 'Santissima Trinidad', met achter het sprietzeil het hotel Tryp

De boulevard met Ficus helvetica-bomen

 

 

Zaterdag, 8 november, El Poble Espanyol – Venta Lanuza: 13,8km)

De komende dagen zouden we dus het gat tussen El Campello en Calpe proberen dicht te lopen. Eerder was ons door een vriendelijke jongeman in de OdT van La Llobella aangeraden dat maar over te slaan (zie 31-03-2011); het zou nauwelijks te doen zijn en niet leuk. Met de toenmalige kaarten was het sowieso een meer dan lastige klus. Nu, met Maps.Me leek het te doen.

Vandaag, na het ontbijt, was het liepen we op ons dooie gemak naar het dichtstbijzijnde tram-station. Eenmaal de kaartjes gekocht, bleek dat we, hard lopend, nog juist de eerste trein konden halen, zodat we al om 9:11h vanaf het stationnetje van El Poble Espanyol (een 'voorstad' van El Campello) op pad gingen.

Het lukte me om in eerste instantie een verkeerde start te maken, een doodlopend stratencomplex in te lopen, maar daarna vonden we de kust en liepen langs boulevardjes en strandjes.

 

 

Daar vonden we een zeegras-soort (Posidonia oceanica), afwijkend van de Nederlands-Belgische soort. Het merkwaardige van Posidonia is dat dat het voorkomt in de Middellandse zee en langs de westkust van Australië; antropogeen transport ligt voor de hand. We hoopten op een tentje, maar dat was in dit urbanización-complex niet te vinden.

 

 

Tenslotte liepen we door Venta Lanuta. We moesten via de avinguda d'Americaop de Calle Portugal terechtkomen. Nu is dan gemakkelijker gezegd dan gedaan als je weet dat we in het hele dorp geen straatnaambordje gezien hebben.

Gelukkig echter was duidelijk dat de C/ Portugal al slingerend onder de spoorlijn door dook, vlak voor deze een tunneltje in dook.

 

 

 

Hetzelfde stukje (zie boven) vanuit de trein [terugkeer 3e dag]

 

 

 

Even verder raakte de weg onverhard en ging nog wat later over in een paadje.

 

 

Tenslotte stonden we boven een strandje. Het paadje wat te steil voor de Teva's van Jacomine en na rijp beraad keerden we terug, na nog wel een afslag (via overgang over het spoor) onderzocht te hebben. [Jacomine liep op Teva's omdat zij in haar schoenen last begon te krijgen van haar rechter Achillespees.]

Later werd ons duidelijk dat het maar goed was dat we dat deden: vanuit het strandje daar beneden ons zou een slingerend, klimmend pad uiteindelijk dood lopen. Van daaruit zou er niets anders op zitten om weer terug te keren naar Venta Lanuta, zoals we nu dus ook deden. Het was een regenachtige dag, een van de weinige. We hebben diverse malen de paraplu moeten opzetten.

 

 

Op de terugweg begon ons te dagen dat je bij bepaalde haltes een stop moest aanvragen ('parada solicitada', aangevraagde stop); belangrijk voor m.n. de volgende dag. Toen werd ons op onze vraag door de conducteur/controleur overigens voorgedaan hoe je dat moest doen.

Terug in Alicante hebben we nog wat rondgelopen, o.a. over de boulevard, met zijn 3D-effecten, extra goed te zien door de nattigheid van de regen. Het was goed om vast te stellen dat Alicante een plein gewijd heeft aan Jacomines geboortedag.

Deze dag liepen we 13,8km in 2½ uur. Dat is wel snel, maar grotendeels ging het over asfalt èn we liepen deze dagen alleen met een dag rugzakje.

 

 

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

 

 

Zondag, 9 november, C.C. La Marina-Finestrat – Paradis: 12,7km)

Het lag voor de hand nu 'van de andere zijde' in de richting van Venta Lanuza te lopen. Daarvoor startten we bij het stationnetje van C.C.La Marina-Finestrat. Dat C.C. staat overigens voor Centre Comercial. Formeel betekent dit winkelcentrum, maar het maakte op ons toch meer de indruk een bedrijventerrein te zijn.

 

We liepen van rechtsboven naar linksonder

(de rechte lijn is een stukje van de treinreis)

 

We vertrokken met hetzelfde trammetje als de vorige dag, maar kwamen natuurlijk later bij onze halte aan, waardoor we pas om 9:50h begonnen te lopen: eerst langs de spoorlijn/trambaan. De weg, nodig voor de bevoorrading van de bedrijven, ging al gauw over in een soort fietspad dat ons naar een ziekenhuis (en een bijbehorend) stationnetje voerde. Een wat drukke weg voerde nu naar de kust en een enorm halfklaar parkeerterrein, dat men vast rond 2008 begonnen was.

 

 

Daarna liepen we over een wat onduidelijk pad aan de oostzijde van een barranco die volgens Google-Maps Riu Torres heet. We hebben er geen water gezien.

Ons paadje kwam uit in een soort parkje dat naar een trap leidde. Van hieruit kwamen we op een boulevard met een nieuwe uitdaging: een topje met een prachtig uitzicht: op de Puigcampana y el Ponotx.

 

 

De weg die we nu volgden draaide het binnenland in, maar nu bleek toch het voordeel van hondenbezitters: hen volgen betekende dat we bij de kust konden blijven, soms over paadjes die we zonder hen nooit hadden durven nemen.

 

Waar loopt dit nu weer heen?

 

 

 

Zo kwamen we in Villajoyosa aan (dat natuurlijk in het Catalaans La Vila Joiosa heet); een kleurig en goed onderhouden dorpje. Eerst passeerden we de haven, daarna de dorpskern, met boulevard en strand.

 

 

Hierna staken we de Riu Amadorio en liepen we langs het strand van een buitenwijk tot bij een park waar we op een bankje een rustmoment hadden.

Even verderop moesten we kiezen tussen de weg volgen of een heuvel op, in de richting van een imposant gebouw. Daar dichterbij komend bleek dat het om een oud Moors paleis ging dat zijn beste tijd had gehad.

 

 

Er zat niets anders op dan weer terug te keren en de weg te vervolgen. Even later probeerden we het nog een keer maar na enkele honderden meters moesten we opnieuw naar de weg. We hadden nu de keuze: òf meteen naar stationnetje Paradis of nog wat verder door een urbanización, om daarna via dezelfde weg alsnog naar Paradis te lopen, want zeker was dat we vandaag Venta Lanuza niet zouden halen, dan was minstens 8 km (en het was inmiddels tegen enen): het zoeken van een route tussen Paradis en Venta Lanuza zou wel een dagje kosten: 3,2 km door de urbanización, dan ongeveer 2,5km padvinden en vervolgens het stuk van het strandje tot aan de halte van Venta Lanuza (2km), via een felle klim.

 

 

En zo stonden we tien over een op het trammetje te wachten dat ons terugvoerde naar Alicante. Die middag hebben we nog zo'n 5 kilometer rondgelopen in Alicante, waarbij we onder andere het schip de “Santissima Trinidad” (zie boven)bezochten. Het is een replica van een van die enorme Spaanse schepen zoals die in de Armada rondvoeren. Dit schip was wat jonger: het had de slag bij Trafalgar meegemaakt; het was daar buitgemaakt en vervolgens gezonken. Daarna hadden we nog wat tijd voor de pier.

Deze dag liepen we 12,7km op de route, in iets meer dan 2¼ uur.

 

 

Maandag, 10 november, Calpe – Cap Negret – Garganes: 14,2km)

Vandaag dan de langste treinreis: naar Calpe. We vertrokken om 7:13h en kwamen daar pas 2 uur later aan; eerst naar Benidorm met de L1 en daar overstappen op de L9 (richting Denia). Tijd om eerst een kop koffie te drinken op het stationnetje.

Hierna was het voorzichtig via een ons al bekend tunneltje een drukke weg kruisen. Vervolgens een zorgvuldig navigeren door de urbanización. Het eerste doel: een pas, was hierbij al van grote afstand zichtbaar.

 

Onder het wolkje ligt de pas

 

Hoe er te komen was een ander verhaal.

 

Toch schieten we lekker op (en zijn al halverwege)

 

 

 

 

 

 

 

Langs de route stond op verschillende plaatsen uitbundig de bougainville te bloeien.

Opnieuw vooruitkijkend, nu naar de Morro de Toix, zei Jacomine: "Dit gaat vandaag natuurlijk niet lukken". "Prijs de dag niet voor de avond gevallen is" zei ik ironisch.
Na een uur sloeg de twijfel toe en nog een half uurtje later kon voor haar de dag niet meer stuk. Ik herhaalde, nu serieus, mijn uitspraak: het doolhof van wegjes, was nog niet voorbij.

 

Het doolhof en de pas (vòòr de barranco), met de juiste route

 

Hier waren geen mensen die hun honden uitlieten, maar slechts tennisspelende Audi-berijders waarvan het huisdier het gelukkigst op de snelweg was. Daar hadden we dus niets aan.
Uiteindelijk in een haarspeldbocht ging er naar rechts een paadje. Dit vormde de enige verbinding met dit deel van Calpe en de noordzijde van Altea. Maar daar hadden die bolide-liefhebbers weer niet aan. Het zou daar onverminderd kronkelig blijven, waarbij we ook nog eens aan de goede kant van de Barranc Salat moesten zien te komen.

 

Pal voor de pas

 

Terugkijkend zagen we de indrukwekkende Peñon de Ifach.

 

Bijna boven met de Peñon  de Ifach op de achtergrond

 

Het was inmiddels half elf. We volgden het paadje verder omhoog en keken tenslotte uit op Altea-Hills.

 

 

Ook hadden we een mooi uitzicht op de tunneltjes en viaducten die men voor de spoorlijn en de N332 door en langs de Coll de Faixuc had aangelegd.

 

 

Iets verder namen we een eetstop.

Even verder, aan het eind van een haventje ('Altea-port'), dronken we een colaatje en al snel daarna hield de boulevard op. Wat nu?

Er waren drie alternatieven:

  1. Proberen via een paadje langs de kust het 'echte' Altea te bereiken;

  2. Voor een zeer kronkelig en hobbelig gebied kiezen dat ons uiteindelijk toch voor een paar honderd meter naar de N-332 zou leiden;

  3. Na enig kronkelen zo snel mogelijk deze weg kiezen en daar zo'n 2 kilometer langs lopen. Zeker de snelste aanpak.

We kozen voor het eerste. Maar nadat we ongeveer een derde van de af te leggen afstand hadden gedaan, liep het pad dood.

 

Even verder zou het doodlopen...

... en moesten wij dus terug

 

We zouden er over honderden meters te water moeten gaan, met een rotsige bodem. Geen optie.

Het lag voor de hand dat we na terugkeer naar het keuzepunt voor de 3e mogelijkheid kozen. Na het (fraaie) gekronkel liepen we dus een klein kwartiertje langs de weg. Het was maar een kilometer, maar door alle bochten, samen met het verkeer, leek het veel langer. Daarna konden we al snel weer langs de kust via een paadje dat je niet op Google-Maps vindt. Maar lang duurde het niet; we moesten weer terug naar de weg. Maar …

 

 

... aan de overkant daarvan zagen we een fietspad dat naar het stationnetje van Cap Negret leidde. Vlak voordat we daar aankwamen, passeerde de trein. Het weer begon inmiddels wat te dreigen.

Omdat de volgende een uur op zich zou laten wachten, liepen we naar het volgende stationnetje (Garganes), zo'n 1,3km verder. In de buurt daarvan gebruikten we wat.

In het totaal hadden 15,5km gelopen in 3 uur. [Het stuk tussen Cap Negret en Garganes was overigens – net als dat tussen Llagostera en St.Feliu – niet uit de GPS uit te lezen; ik heb daar alleen de totaalgegevens van.]

 

 

We waren pas even voor vieren in Alicante, waar we, via het hotel, op zoek gingen naar een menú del dia. Die konden we krijgen, maar alleen op het terras. Jacomine wist het personeel op andere gedachten te brengen. Het duurde niet lang voordat ons voorbeeld door andere maaltijdzoekers gevolgd werd. Zo wisten we dit horeca-bedrijf aan de nodig klandizie te helpen.

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 


 

Dinsdag, 11 november, nog wat in Alicante

Wat deze laatste dag te doen? Het weer zou niet optimaal zijn, werd ons beloofd. We kozen voor een zwerftocht door de stad met, om te beginnen, een bestorming van het Castell de la Sta. Bàrbara. Net als vorig keer kwamen we voor een gesloten poort. Dit keer lieten we ons erdoor afschrikken (anders dan in 2011), en via de muren daalden we met grote snelheid (>10% daling) af,

 

 

waarna we onze zwerftocht voortzetten; tot, uiteindelijk, de haven. Daar begon het te regenen. In het totaal hebben we deze dag ruim 15km afgelegd. Na het menú del dia hebben we nog onderzoek gedaan naar hoe we morgen bij het vliegveld op tijd konden komen.

 

Het Castell in de ondergaande zon

 

Daarna ben ik er nog even alleen uit geweest, om te proberen via de andere muur bij het kasteel te komen. Dat is niet mogelijk. Maar ik kwam in een uiterst fraai wijkje dat tegen de heuvel aangeperst lag.

 

Het hotel, tegen de avond, vanaf het Castell

Het wijkje

 

De laatste drie loopdagen hebben we optimaal aan gaatjes dichten gedaan. Het stuk tussen Venta Lanuza en Paradis zal door ons niet gedaan worden en ook bleek thuis dat ik mijn in El Campello een halte vergist had. Tussen de halte van El Campello en El Poble Espanyol ontbreekt dus een stukje.

 

 

 

 

 

 

Woensdag, 12 november

's Ochtends vroeg, in het donder nog (met dus een bijzonder zicht op het Castell),

 

 

... naar de boulevard, vanwaar een shuttlebus naar het vliegveld vertrok. Inklaren en wegwezen. Een mooie tocht was ten einde.

 

 

 

 

< Terug >

 

 

 

 

 

Samenvatting:

Onze route bestond duidelijk uit drie delen, waarvan twee 'gaatjes-dichten': het stuk bij Castellon (tussen Torreblanca en Nules, over de vlakte, deels langs de kust) en wat losse stukken tussen El Campello en Calpe (El Poble Espanyol – Venta Lanuza; Paradis – C.C.Marina-Finistrat; Cap Negret – Calpe). In het algemeen hadden we de kustroute naar het noorden gelopen, maar nu, om logistieke redenen, grotendeels er tegenin. Alleen tussen El Poble Espanyol – Venta Lanuza hadden we ons aan de overheersende richting gehouden.

 

Alle gaatjes-vul-acties (in Groen)

 

Het 'opvullertje' (Llança – Olot – St.Feliú) liepen we – alweer uit logistieke overwegingen – van noord naar zuid. Zo ontstond, samen met het stuk St.Feliú – Llança via de GR92, een aardig rondje.

In het totaal hebben we bijna 380km gelopen waarvan ongeveer 340 'op de route'. Naar ons gevoel hebben we alles wat we tussen Tarifa en Carcassonne – Menton wilden lopen nu wel gelopen. Het wordt tijd om eens vast te stellen om hoeveel km's het in het totaal ging.

 

 

 

 

 

< Terug >